donderdag 31 maart 2022
woensdag 16 maart 2022
FANBERICHT ZZ LEIDEN: Gaat ZZ Leiden vanavond Geschiedenis Schrijven? / FIBA EUROPECUP 2022 /
Heb je nog geen belangrijke plannen voor aanstaande woensdag? Zorg dan dat je erbij bent, live in de Vijf Meihal en schreeuw je longen helemaal leeg. Mocht Zorg en Zekerheid Leiden zich inderdaad plaatsen voor de halve finale, dan wil je dat natuurlijk niet gemist hebben!
Tickets zijn HIER verkrijgbaar
dinsdag 15 maart 2022
AANRADER / GROENE AMSTERDAMMER VERHAAL HISTORIE: De invasie in oekraïne: Slag om de geschiedenis - Een ‘Anti-Rusland’? / PUTIN'S OORLOG /
De invasie in oekraïne: Slag om de geschiedenis
Een ‘Anti-Rusland’?
Poetin haat Oekraïne, dat zou worden geleid door ‘nazi’s en drugsverslaafden’. Op school leren Russische kinderen al dat de Oekraïners zijn gecorrumpeerd door westerse invloeden. Maar de geschiedenis corrigeert.
Raymond van den Boogaard
de Groene Amsterdammer, 2 maart 2022 – verschenen in nr. 9 (Originele artikel --- Hier ---)
Oekraïne bestaat niet, als land of als natie. Dat was de bewering waarmee de Russische president Poetin vorige week in een toespraak de weg opende voor de Russische inval. Dat waanidee zou de president, en heel Rusland met hem, nog wel eens lelijk kunnen opbreken. Naties en nationale staten zijn meestal intellectuele constructies uit de negentiende eeuw. Toch gaan ze nooit meer weg – zoals menigeen tot zijn schande heeft ondervonden. Zowel het Russisch Imperium als de Sovjet-Unie zag ‘Oekraïne’ als een bedreiging en reageerde met wisselbaden van tolerantie, repressie en ontkenning. Het hielp allemaal niet: de grootste natie in Europa die geen eigen staat wist te stichten, is steeds een probleem gebleven.
Poetin verlangt terug naar een toestand die nooit heeft bestaan: het harmonisch samenleven van drie Oost-Slavische volkeren – Russen, Wit-Russen en zogenaamde Klein-Russen (Oekraïners) – als één grote natie. Een onafhankelijke natiestaat Oekraïne kan voor hem niets anders zijn dan een kunstmatig gecreëerd ‘Anti-Rusland’. De prijs voor verwezenlijking van Poetins droom is een geweldige investering in repressie.
Het Oekraïense drama begon in het jaar 988, toen de vorst van het Kievse Rijk Vladimir (in het Oekraïens: Volodimir) zich tot het orthodoxe christendom bekeerde en zijn Slavische onderdanen daarin meenam. Vladimir was een van de Viking-koningen die tussen de negende en de dertiende eeuw vanuit Kiev een rijk bestuurden waarvan de invloedssfeer van Scandinavië tot Byzantium reikte. De herinnering aan dat rijk, ‘Kiev-Roes’, speelt – hoe onwaarschijnlijk zoiets ook klinkt in moderne oren – een sleutelrol in de huidige conflicten.
In de achttiende en negentiende eeuw zochten Russische en Oekraïense denkers, net als hun geestverwanten elders in Europa, namelijk naar historische feiten die konden aantonen wat hun natie, volk of land zo bijzonder of zelfs superieur maakte. Voor Russische nationalisten bewees de doop van Vladimir dat hun land sinds 988 het bolwerk van de christenheid in de woelige wereld van de Oost-Europese steppen is geweest. In deze gedachtegang is er een rechte lijn van Kiev in 988 naar Moskou vandaag.
De Kiev-Roes ging ten onder toen Kiev in 1240 werd veroverd door de Mongolen. Dat rijk was toen al in kleinere staatjes uiteengevallen. Een daarvan was het vorstendom Moskovië dat het ‘Mongoolse juk’ afwierp en pretendeerde de verdediger van de orthodoxie en de ware opvolger van de Kiev-Roes te zijn. Vooral na de Turkse verovering van Constantinopel in 1453 zag men zichzelf in Moskou als het centrum van de christenheid – als het ‘Derde Rome’.
De stad Kiev en andere delen van de vroegere Kiev-Roes – grofweg de gebieden die nu ‘Oekraïne’ heten – kwamen in handen van Litouwen, later het Pools-Litouwse Gemenebest. Anders dan Moskovië was dat een staat waarin de orthodoxie bestond naast katholicisme, protestantisme en jodendom. Zulk ‘multiculturalisme’ werd in Moskovië en het daaruit later voortkomende Russisch Imperium niet op prijs gesteld. Er was maar één bolwerk van de orthodoxe christenheid en dat was Rusland. Zo leerden en leren Russische kindertjes dat op school: de historische continuïteit van de Kiev-Roes tot aan de huidige Russische Federatie bewijst hoe bijzonder hun natie is. Oekraïners zijn slechts een door Europese invloeden gecorrumpeerd broedervolk.
Het klinkt voor geseculariseerde Nederlanders in de 21ste eeuw een tikje bizar, maar toch ligt hier de cultuurhistorische basis van Poetins vorige week op woedende toon voorgedragen afkeer van Oekraïne als een land zonder bestaansrecht dat, geleid door verdorven ‘nazi’s en drugsverslaafden’, een bruggenhoofd vormt van een eeuwenoud Europees streven om Rusland naar de donder te helpen. Deze kitscherige geschiedopvatting is er door zijn regime de afgelopen jaren nog eens extra in geheid door allerlei populair-wetenschappelijke programma’s op de Russische staatstelevisie: een sprookjeswereld van Russische reinheid in een boze wereld waarin de Oekraïeners zich elk moment tot verraders kunnen ontpoppen.
In werkelijkheid ontwikkelde de Russische staat zich al sinds de vijftiende eeuw eveneens naar West-Europees model, toen de tsaren van Moskovië bijvoorbeeld begonnen hun Mongools-Tataars aandoende soepjurken te verwisselen voor een meer Europese uitmonstering. In de zeventiende eeuw expandeerde het Moskovische Rijk sterk, onder meer door oorlogen met Polen. Geleidelijk kwamen grote delen van het gebied dat we nu Oekraïne noemen in Russische handen, al werd in veel gevallen de daadwerkelijke macht er uitgeoefend door Kozakken – een verzamelnaam voor veelal autonoom opererende militaire formaties die zich op contractbasis in dienst van andere heersers stelden.
Het waren, in de ogen van Oekraïense nationalisten in later tijden, ook de Kozakken die er verantwoordelijk voor waren dat hun land voor eeuwen in Russische handen raakte. In 1648 verenigden de Oekraïense Kozakken zich namelijk met de Krim-Tataren in een opstand tegen de Polen die eindigde in Russische hegemonie, omdat de Kozakken ook de Russische tsaar om hulp hadden gevraagd. Vanuit het standpunt van Russische nationalisten was op dat moment Rusland weer verenigd met ‘Klein Rusland’. In 1721 doopte tsaar Peter de Grote zijn staat om tot ‘Russisch Imperium’.
Het deel van Oekraïne dat in de zeventiende eeuw Pools bleef, en meestal Galicië of Ruthenië werd genoemd, werd bij de eerste Poolse deling in 1772 deel van het Habsburgse Rijk. De hoofdstad ervan, Lviv, maakte pas vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog deel uit van de ‘Socialistische Sovjet-Republiek Oekraïne’, die deel was van de Sovjet-Unie. Veel van de grote verschillen in sfeer en enthousiasme voor het Oekraïense nationalisme tussen het westen en het oosten van het huidige Oekraïne laten zich door deze gescheiden ontwikkeling verklaren.
De poging om de macht over te nemen in de tweede stad van het land, Charkov, mislukte in 2014
In de achttiende eeuw werd onder tsaar Catharina de Grote een ambitieuze politiek van politieke en juridische uniformisering van het Russisch Imperium ingezet. Oekraïne werd een ‘gouvernement-generaal’. Naar het voorbeeld van de Franse koningen, die vanaf de zeventiende eeuw de Franse streektalen hadden laten verdringen door de rond Parijs gesproken ‘langue d’oïl’, werd het in Moskou en Sint-Petersburg gesproken Russisch bevoordeeld in administratie en onderwijs, ten nadele van streektalen als het Oekraïens.
Ook veroverde het Imperium de streken langs de Zwarte Zee, die tot dan toe een spaarzaam bewoond niemandsland waren geweest. Het Tataarse Khanaat Krim werd veroverd en ingelijfd. In wat destijds ‘Novorossija’, Nieuw Rusland, genoemd werd, stichtte het bewind van Catharina nieuwe steden als Odessa, Cherzon, Marioepol en Sebastopol. Die term ‘Novorossija’ speelt overigens ook een rol in de huidige propagandaoorlogen. Toen in 2014 Russischtalige ‘separatisten’ in het oosten van Oekraïne steden innamen, enthousiast gesteund door ‘vrijwilligers’ uit Rusland, heette het ook te gaan om een ‘herovering’ van het oude Novorossija. Om onduidelijke redenen is het woord daarna weer uit de Russische propaganda verdwenen.
In de negentiende eeuw raakten, net als in de rest van het Imperium en de rest van Europa, genootschappen in de mode die democratische vooruitstrevendheid paarden aan nationaal sentiment. In Kiev werd in 1846 een eerste geheim nationalistisch gezelschap opgericht, de ‘Broederschap van de Heilige Cyrillius en Methodius’, waarmee ook de later als eerste ‘nationale dichter’ beschouwde Taras Sjevtsjenko (1814-1861) contacten had. Deze generatie vooruitstrevende Oekraïense intellectuelen streefde een federatie van Slavische volkeren op democratische grondslag na, een vorm van ‘panslavisme’. In 1847 werd het gezelschap door de tsaristische politie opgepakt en in Siberische ballingschap gezonden.
Romantische ideeën over de natie en nationale bevrijding lieten zich echter nergens in Europa blijvend onderdrukken, zo bleek in het revolutiejaar 1848, ook wel ‘de lente der volkeren’ genaamd. Het is trouwens opvallend dat waar de Belgische, Poolse en Griekse nationale opstanden in heel Europa in de negentiende eeuw veel enthousiasme wekten, de Oekraïeners het zonder noemenswaardige steun in de internationale publieke opinie moesten doen.
Tsaar Aleksandr II meende na de Russische nederlaag in de Krimoorlog dat Rusland moest moderniseren. Hij schafte de lijfeigenschap af en was ook tolerant jegens de Oekraïners: in Sint-Petersburg werden zelfs boeken in de Oekraïense taal gedrukt. Maar na de mislukte Poolse opstand van 1863 kreeg de tsaar koude voeten: verspreiding en import van schoolboeken en andere niet-wetenschappelijke boeken in de Oekraïense taal werden verboden.
Er volgde een uittocht van Oekraïense intellectuelen richting Galicië, waar het Habsburgse bestuur probeerde met tolerantie de Oekraïeners aan het eigen imperium te binden. In Lviv bestond aan de universiteit zelfs een leerstoel Oekraïense geschiedenis, bekleed door Michailo Hroesjevski, later beschouwd als dé nationale geschiedschrijver. Na de Russische nederlaag in de Russisch-Japanse oorlog van 1905 volgde een nieuwe periode van tolerantie: het Oekraïens werd officieel erkend als taal en kranten en boeken daarin mochten weer gedrukt worden. In diezelfde jaren maakte Oekraïne, sterker nog dan andere delen van het Imperium, een proces van stormachtige industrialisering, urbanisering en modernisering op alle gebieden door. Oekraïne werd een van de economisch sterkste delen van het Imperium, en had volop deel aan de Europese moderniteit.
In de laatste decennia van de negentiende eeuw werden, net als in de rest van het Russisch Imperium, in Oekraïne clandestien revolutionaire bewegingen opgericht – meestal op socialistische grondslag en vaak bereid tot terrorisme. Hun programma was geen panslavische autonomie meer, maar onafhankelijkheid. In 1917, toen Rusland de Eerste Wereldoorlog al verloren leek te hebben, zagen zij hun kans schoon en riepen in Kiev de onafhankelijkheid uit. In de zeer gewelddadige Russische Burgeroorlog die toen volgde, wist deze ‘Volksrepubliek Oekraïne’ aanvankelijk stand te houden, zowel tegen de ‘Witten’ die het tsaristische bewind wilden herstellen als tegen de bolsjewieken van Vladimir Lenin die inmiddels in Sint-Petersburg een succesvolle staatsgreep hadden gepleegd. Maar geconfronteerd met de overmacht van de ‘Roden’ sloot deze Volksrepubliek zich in 1922 toch aan bij de Sovjet-Unie van Lenin. De Polen, Finnen en Baltische volkeren hadden uit de chaos van het ineenstortende Imperium hun eigen natiestaat weten los te weken, maar de Oekraïeners niet.
Een optocht ter ere van de omstreden nationalist Stepan Bandera(Wikipedia)
Op één punt had Poetin vorige week in zijn haatdragende oorlogstoespraak helemaal gelijk: het sovjet-Oekraïne dat de contouren van het huidige Oekraïne bepaalt, was een idee van Vladimir Lenin. Veel van zijn bolsjewistische vrienden, zoals Stalin, waren tegen zo’n Oekraïne. De Duitse revolutionaire Rosa Luxemburg noemde het land zelfs de uitvinding van een groepje wereldvreemde schoolmeesters. Maar Lenin wilde een einde maken aan de slechte naam van het Russisch Imperium als ‘gevangenis der volkeren’: alle ‘nationaliteiten’ moesten in de nieuwe sovjetstaat een eigen culturele identiteit en liefst ook een ‘thuisland’ krijgen. Bovendien was het allemaal tijdelijk: de ophanden zijnde wereldrevolutie zou natiestaten tot iets uit het verleden maken. Dus kreeg sovjet-Oekraïne in 1922 de attributen van een formeel onafhankelijk land, die tot 1991 zouden voortbestaan: een eigen Communistische Partij, een eigen Opperste Sovjet (parlement), een academie van wetenschappen, een schrijversbond, et cetera.
Dat deze relatieve autonomie en bevordering van de Oekraïense cultuur na 1922 slechts enkele jaren zou duren, daar hoorde je Poetin vorige week niet over. Evenmin als over de door Stalin kunstmatig opgewekte hongersnood van 1930-1932, die – vrijwel onopgemerkt in de rest van de wereld – aan miljoenen Oekraïners het leven kostte.
Romantische ideeën over nationale bevrijding lieten zich nergens in Europa blijvend onderdrukken
Wel worden in de Russische propaganda van nu de huidige politieke leiders van het land gelijkgesteld aan de nationalisten die bij de Duitse inval in de Sovjet-Unie in 1941 collaboreerden met de nazi’s omdat ze – zoals al spoedig bleek ten onrechte – in hen bevrijders van sovjetterreur en repressie zagen. Die misvatting leidde tot de zwartste bladzijde in de moderne geschiedenis van Oekraïne: de enthousiaste medewerking van veel nationalisten bij de massale liquidatie door de nazi’s van tienduizenden joden.
Maar het nazibewind had met Oekraïne heel andere plannen: ‘Lebensraum’ voor Duitse boeren moest er komen, met Oekraïeners hoogstens in de rol van rechteloze arbeidsreserve. Binnen een jaar na de ‘bevrijding’ zat Stepan Bandera, leider van de grootste nationalistische beweging die met de Duitsers had gecollaboreerd, zelf in een Duits concentratiekamp. Hij overleefde en gaf na de oorlog vanuit de emigratie leiding aan een van de clandestiene terreurgroepen die tot in de jaren vijftig in sovjet-Oekraïne actief waren. In 1959 werd Bandera in München door een kgb-agent vermoord.
Dat de toenmalige Oekraïense president Viktor Joesjtsjenko in 2009 Bandera – die als collaborateur niet alleen de dood van joden maar ook van veel Polen op zijn geweten had – erkende als ‘Held van Oekraïne’ heeft bij velen binnen en buiten het land kwaad bloed gezet. Maar het is onjuist om daarom de politieke leiding in het Kiev van nu als ‘fascisten’ te bestempelen, zoals Poetin doet. De neonazistische groeperingen die in Oekraïne met portretten van Bandera rondlopen en eigen paramilitaire eenheden vormen, zijn maar klein en zonder werkelijke politieke invloed op de centrale regering van de huidige president Zelenski, die zelf van joodse origine is.
Na de overwinning op Hitler-Duitsland kreeg de ‘Oekraïense Socialistische Sovjet-Republiek’ het voormalige Galicië en andere door Oekraïeners bewoonde gebieden uit de buurlanden Polen, Hongarije en Roemenië erbij. De dans van afwisselend tolerantie en repressie van de Oekraïense eigenheid ging door. Aan de ene kant was Oekraïne te groot en economisch te belangrijk om het bij improductieve repressie te laten, aan de andere kant was de veronderstelde Oekraïense neiging tot ‘chauvinisme’ – zoals nationalisme in sovjetjargon vaak genoemd werd – een gevaar voor de vanuit Moskou geleide, hyper-centralistische Sovjet-Unie.
Een carrière in deze ‘moeilijke’ sovjetrepubliek strekte tot aanbeveling in de hogere regionen van de bureaucratie. Maar liefst twee partijleiders in het Kremlin, Nikita Chroesjtsjov en Leonid Brezjnjev, dankten hun weg naar de top mede aan hun bestuurservaring in Oekraïne. Een groot verschil tussen de late Sovjet-Unie en het Rusland van Poetin is dat in de ussr ook Russisch ‘chauvinisme’ en nationalisme taboe waren. Weliswaar werd in de praktijk het gebruik van het Russisch als ‘staatstaal’ in heel de ussr bevorderd, net als het imago van het Russische volk als ‘grote broer’, maar wat Poetin nu allemaal roept over de historische positie van Rusland en de Russische taal had hem in de Sovjet-Unie van de jaren zeventig jaren werkkamp opgeleverd.
In 1991 werd Oekraïne echt onafhankelijk, min of meer per ongeluk omdat de Russische president Boris Jeltsin een einde wilde maken aan de macht van sovjetleider Michail Gorbatsjov, die vasthield aan de Sovjet-Unie. De Unie viel uiteen in vijftien onafhankelijke staten, waaronder Oekraïne. Wel hadden er in de roerige laatste jaren van de ussr in Kiev al demonstraties pro onafhankelijkheid plaatsgevonden. Zo’n negentig procent van de bevolking van de republiek sprak zich per referendum uit voor een onafhankelijk Oekraïne.
Het nieuwe land deelde na 1991 veel problemen met Rusland: ineenstorting van de economie, oligarchen die de economische hervormingen te baat namen voor afzichtelijke zelfverrijking, maffiapraktijken, hemeltergende corruptie en politieke instabiliteit. Dat laatste was onder meer het gevolg van Russische inmenging – de voormalige ‘grote broer’ wilde in Kiev een stevige vinger in de pap houden en bediende zich soms van bedenkelijke methoden, zoals de vergiftiging van een Moskou onwelgevallige presidentskandidaat.
Tot twee keer toe zorgden massale demonstraties in Kiev voor een koerscorrectie: bij de zogeheten ‘Oranjerevolutie’ in 2004, toen de favoriete kandidaat van Moskou bij de Oekraïense presidentsverkiezingen, Viktor Janoekovitsj, door vervalsing van de uitslagen aan de macht dreigde te komen, en nogmaals in 2014 bij de ‘Euromaidan’, toen diezelfde Janoekovitsj, inmiddels reglementair verkozen, onverhoeds een al geheel uitonderhandeld associatieverdrag met de Europese Unie wilde inruilen voor economische toenadering tot Poetins Rusland.
Poetin reageerde in 2014 woedend op de Euromaidan die Janoekovitsj op de vlucht dreef, vooral omdat deze volksopstand een duidelijke keuze van Oekraïne voor het Westen leek te bezegelen. Hij nam met een list het sinds 1954 tot Oekraïne behorende schiereiland Krim in. Maar een poging een grootscheepse opstand tegen Kiev te ontketenen in het oosten van Oekraïne, waar de bevolking grotendeels Russischtalig is, mislukte. In tegenstelling tot wat de Russische propaganda beweerde, voelen Russischtalige Oekraïners zich helemaal geen onderdrukte minderheid – Oekraïne is zonder veel problemen een tweetalig land.
De poging om de macht over te nemen in de tweede stad van het land, Charkov, mislukte in 2014. De Russische ‘separatisten’ moesten zich tevreden stellen met twee kleinere steden, Donetsk en Loehansk. En dan nog lukte het alleen met bende-achtige terreur om daar de afgelopen jaren de macht in handen te houden. Dat was voor niemand een aanlokkelijk perspectief en het gevolg was dat de gehechtheid aan de nationale onafhankelijkheid in Oekraïne de afgelopen jaren alleen maar is toegenomen – niet uit liefde voor historische kitsch, maar uit praktische overwegingen. Niet een etnische of taalkundige of territoriale eenheid maakt de Oekraïense natie uit, maar een moeilijk te definiëren gevoel van eigenheid en verschil met de buurlanden – al eeuwenlang.
Nu acht Poetin het moment gekomen om het verzuim van 2014 goed te maken en Oekraïne terug te brengen naar een status die lijkt op die in het Russisch Imperium of de Sovjet-Unie: een in naam autonoom gebied dat onderhorig is aan het grote Rusland en als bruggenhoofd van het zondige Westen permanent bewaakt moet worden. Dat alles uit naam van een benadering van de geschiedenis waarmee je in de moderne wereld nog maar moeilijk voor de dag kunt komen. Zelfs het door Poetin gekozen middel, oorlog, wordt door Oekraïners en andere Europeanen als een anachronisme ervaren. En Oekraïne bestaat wel. Nog wel.
EEN AMERIKAANS COLLEGE: A History of Eastern Europe: Ukraine-Russia Crisis - Professor Vejas Gabriel Liulevicius, an award-winning professor at the University of Tennessee, Knoxville
COLLEGE: Professor Vejas Gabriel Liulevicius, an award-winning professor at the University of Tennessee, Knoxville
A History of Eastern Europe: Ukraine-Russia Crisis
Taught by Professor Vejas Gabriel Liulevicius, an award-winning professor at the University of Tennessee, Knoxville, these 24 insightful lectures offer a sweeping 1,000-year history of Eastern Europe with a particular focus on the region’s modern history. You’ll observe waves of migration and invasion, watch empires rise and fall, witness wars and their deadly consequences—and come away with a comprehensive knowledge of one of the world’s most fascinating places. This course goes far beyond issues of military and political history. Professor Liulevicius delves deeply into the cultures of this region—the 20 nations that stretch from the Baltic to the Black Seas. You’ll meet the everyday citizens—including artists and writers—who shaped the politics of Eastern Europe, from poets-turned-politicians to proletarian workers who led dissident uprisings. Breathtaking in scope and crucially relevant to today’s world, A History of Eastern Europe is a powerful survey of a diverse region and its people.
00:00 Ukraine Erupts Into Crisis in 2014
02:10 Background to Ukraine-Russia Crisis
07:26 West Vs. East Conflict in Ukrainian History
11:03 A Short History of Tractors in Ukrainian
13:52 Ukraine Gains Independence
15:59 Ukraine Becomes Dependent on Russia
18:37 Gains for Ukrainian Reform Lead to Disappointment
22:31 Russian Media Denounces Protesters as Nazis
25:54 Ukraine-Russia Conflict Becomes "New Normal"
27:44 Russian Power Abuse Echoes Late 1700s
Learn more about this course and sign up for a FREE trial of The Great Courses Plus here: https://wondrium.com/youtube/lp/t2/ge...
Don’t forget to subscribe to our channel – we are adding new videos all the time! https://www.youtube.com/subscription_...
The Great Courses
zondag 13 maart 2022
SHARTIE AART DEKKER N.A.V. TROUW KUDO(1999) / HISTORY NEVER REPEATS, BUT IT RHYMES: Abraham Kuyperlezing door Carl G. Niehaus-ambassadeur van Zuid-Afrika - 'Uitdaging van de vrijheid' / VRIJHEID(& DEMOCRATIE) VS. OORLOG OF VREDE /
*
SHARTIE AART DEKKER - HOSTORY NEVER REPEATS, BUT IT RHYMES...
Vervang in onderstaande Abraham Kuyperlezing door Carl G. Niehaus-ambassadeur van Zuid-Afrika - 'Uitdaging van de vrijheid' wat namen&landen en 2022 lijkt op 1999, dat weer lijkt op eind 19e Eeuw... Leert de Mensheid dat nooit?
(AD)
*
Abraham Kuyperlezing (1999)
door Carl G. Niehaus-ambassadeur van Zuid-Afrika 'Uitdaging van de vrijheid'
Aan de Vrije Universiteit te Amsterdam werd gisteren de Abraham Kuyperlezing uitgesproken door Carl G. Niehaus, ambassadeur van Zuid-Afrika. Hieronder een enigszins bekorte versie van zijn lezing.
Carl G.
Niehaus26 november 1999 Het Originele artikel in het Archief van Dagblad Trouw --- Hier ---
Kuyper heeft Zuid-Afrika gebruikt als strijdmiddel
De Afrikaner moet leren wat nederigheid is
,,Deze eeuw loopt ten einde. Wat luidde haar in? Een belofte van vrijheid. Een roep om recht. Aanvankelijk voldeed zij aan veler verwachtingen. Daar werd menige boei geslaakt, menige hervorming ingevoerd. Dat zij thans, wegschemerend weldra in 't verleden, haast in haar laatste uren, besmet moest worden met een geweldenaarskrijg, dien niets rechtvaardigen kan.''
Met deze woorden begon Abraham Kuyper een eeuw geleden, hier in Amsterdam, zijn toespraak 'De crisis in Zuid-Afrika'. Kuyper sprak over de hoge verwachtingen die men van de nieuwe eeuw had en betreurde het dat de negentiende eeuw in haar laatste dagen gebukt ging onder het uitbreken van de fundamenteel onrechtvaardige oorlog van het machtige Groot-Brittannië tegen de Boerenrepubliek van de ZAR en Oranje Vrijstaat.
Een eeuw later zouden deze woorden ook een toespraak over onze kwijnende eeuw kunnen inleiden. Een tijdperk van nederigheid en ongekende hoop, maar ook van het ergste bloedvergieten en de ergste schending van de mensenrechten sinds mensenheugenis.
Kuyper bezigde deze woorden kort na de Haagse Vredesconferentie, tijdens welke met groot idealisme werd besloten geschillen tussen landen in het vervolg te beslechten door middel van arbitrage en zonder oorlog. Daartoe werd het Permanente Hof van Arbitrage opgericht. Dit idealisme werd amper drie maanden later het slachtoffer van Groot-Britannië's onwil om de mogelijkheid van arbitrage ook maar te overwegen.
In oktober 1899 brak de Tweede Boerenoorlog uit. Een oorlog die loopgraven, guerilla's en concentratiekapen bracht en die oorlog tot een nog grotere verschikking dan hij al was. Ook het ideaal van internationale arbitrage kan tot de slachtoffers van deze oorlog worden gerekend.
Interessant genoeg kan juist in het tegenwoordige tijdperk, waarin op grond van het internationaal recht nieuwe mogelijkheden voor arbitrage worden onderzocht, Zuid-Afrika uiteindelijk weer toetreden tot de internationale gemeenschap en is het op 28 december 1998 het jongste lid van het Internationaal hof van arbitrage geworden.
Een mooie symbolische cirkel. Maar het is daarom niet minder tragisch dat het een volle eeuw heeft geduurd voor het zover was en dat het zo geweldig veel menselijke offers en leed heeft gevergd.
In 'De crisis in Zuid-Afrika' beschrijft Kuyper het uitbreken van de Boerenoorlog als volgt: ,,Weer heeft een Kerstnacht de blijde boodschap verkondigd: Vrede op aarde! - tot onder de inboorlingen die opgingen naar de nederige bedehuizen van onze missionarissen. . . en ziet hoe, in stomme verbazing, de wilden staren naar een moordbedrijf tussen Christenen, om te zien wie 't uiteindelijk winnen zal, de Christen van Euroop of die van Afrika!''
Een dramatische, maar onthutsende en onthullende beschrijving van Kuypers eigen paternalistische vooroordelen. Was de blanke Afrikaner de enige christen in zuidelijk Afrika? In aanmerking genomen dat de Nederland Gereformeerde Sendingkerk, die uitsluitend uit zwarte leden bestond, reeds in 1881 werd gesticht en zeker niet de enige zwarte kerk in Zuid-Afrika was, is dit een verbazingwekkende opmerking.
Hoe kan het dat Kuyper, die bekend was vanwege zijn pleidooien voor sociale gerechtigheid, klaarblijkelijk zo selectief met het principe van gerechtigheid ten opzichte van andere volkeren is omgegaan? Mijns inziens moet het antwoord gezocht worden in zijn visie op volkeren. Een dergelijke analyse moet echter met grote voorzichtigheid worden gehanteerd omdat Kuypers eigen definitie van het 'volkeren-vraagstuk' heel wat genuanceerder is dan de Zuid-Afrikaanse historicus Dunbar Moodie in zijn boek 'Rise of Afrikanerdom' wil toegeven. Met behulp van hoofdzakelijk secundaire bronnen heeft Moodie de hypothese ontwikkeld dat Kuyper en zijn neo-calvinisme een belangrijke voedingsbron vormden voor de ontwikkeling van apartheid als 'civil religion'.
De stelling dat apartheid een systematische theologische basis had in onjuist. De apartheidstheologie had een eclectisch karakter. Het uitgangspunt van het Afrikaner calvinisme was niet theologisch, maar gebaseerd op een egocentrische nationalistische analyse, waarbij de Afrikaner Boeren zichzelf in het centrum van hun scheppingsbeeld plaatsten. Vandaar dan ook de vele contradicties en anomalieën in het gebruik van Kuypers theologische geschriften door Zuid-Afrikaanse theologen. Het lijkt me belangrijk te beseffen dat de apartheidstheologie ook zonder Kuyper zijn beslag zou gevonden hebben. Kuypers invloed was niet zo doorslaggevend als sommige analytici (Moody incluis) beweren.
De theologen van de Nederduits Gereformeerde Kerk zijn ervan uitgegaan dat van alle vragen de kwestie van de rassenverhoudingen de meest essentiële is en dat de Bijbel, met zijn specifieke verwijzing naar Babel en vooral naar de schepping van verschillende volkeren, hierover met gezag spreekt. Zij hebben Kuypers dialectische nuancering van de eenheid van de schepping en algemene genade ('common grace') samen met 'soevereiniteit in eigen kring', pluriformiteit en zijn gebruik van gescheidenheid en grenzen, zo geïnterpreteerd dat die hun opvattingen over rassenscheiding konden rechtvaardigen. Het feit dat Kuyper de kwestie van zichtbare pluriformiteit zag als een voorbijgaande fase in de historische ontwikkeling is eenvoudig genegeerd.
Ondanks deze nuancering, die volledigheidshalve moet worden genoemd, kan men er bezwaarlijk omheen dat er met de verwijzing naar het volkerenvraagstuk bij Kuyper toch een heel sterk Nederlands nationalisme heeft gespeeld. Als politicus in merg en been heeft Kuyper de Afrikaner Boeren gezien als een potentiële versterking van zijn eigen achterban van 'kleine luyden'. Hij heeft Zuid-Afrika gebruikt als strijdmiddel in zijn gevecht in Nederland.
In 'De crisis in Zuid-Afrika', waarnaar ik al eerder heb verwezen, vertoont Kuyper duidelijke ondertonen van cultureel chauvinisme, of zelfs racisme. Hij blijkt niet alleen zwarte mensen te beschouwen als van een lager ras, maar beschrijft hun aspiraties zelfs als het 'zwarte gevaar'. Voorts getuigt Kuyper van zijn sympathie met de weerstand van de Boeren tegen de vermenging van wit en zwart bloed. De Afrikaner leiders en de vooraanstaande Afrikaner theologen die zich helemaal wijdden aan de ontwikkeling van een eigen Afrikaner calvinisme, zagen mijns inziens toch wel in dat Kuypers theologie - in weerwil van die hele dialectische balans - sterk werd bepaald door zijn afstand tot en opstelling tegenover andere (vooral niet-Europese) volkeren. Zonder terug te vallen in de oude gedachtegang dat de Nederlanders verantwoordelijk waren voor de aaparteheid, vind ik het belangrijk vast te stellen dat Kuypers theologie niet alleen maar selectief werd aangehaald en misbruikt.
Dit gegeven zijnde, lijkt het mij moeilijker losjes en rationaliserend om te gaan met de uitdaging van vrijheid. Dan klinkt de verduidelijking die oud-president F. W. de Klerk, in zijn Kuyperlezing van vier jaar geleden, gaf, niet meer zo aanvaardbaar. De Klerk erkende weliswaar dat er sprake was van een sterk element van racisme en eigenbelang maar dat er bij de architecten van de apartheid ook een idealistisch oogmerk van bevrijding meespeelde. Dan klinkt zijn verduidelijking dat de Afrikaners hun recht op zelfbeschikking als de enige waarborg zagen van hun individuele en gemeenschappelijke rechten ook niet meer zo prettig in de oren.
Deze pogingen om de apartheid te rechtvaardigen vormden een smet op een overigens sympathieke lezing. Naar ik heb vernomen leidden deze opmerkingen tot bitter weinig reacties van zijn publiek. Kwam dit omdat zijn redenering niet al te schokkend of vreemd overkwam op degenen die Kuypers gedachtegang over de volkerenkwestie kenden? Of kwam dit gebrek aan reacties voort uit respect voor een man die een moedige en belangrijke rol heeft gespeeld in de ommekeer die zich in Zuid-Afrika heeft voltrokken? Ik vermoed beide.
Hoe betrekkelijk onschuldig die opmerkingen in deze aula ook geklonken hebben, ze zijn een groot struikelblok gworden voor de veranderingen in mijn land. Sedertdien heeft uit de monden van de heer De Klerk en andere Afrikaner politieke en theologische opiniemakers telkens het argument geklonken dat apartheid een goedbedoeld beleid was dat in de praktijk verkeerd uitgepakte. Dat er met de kern van deze gedachte, dit streven, weinig mis was. Dus, om de Afrikaanse dichter N. P. van Wyk Louw aan te halen: 'rein is die mens wat suiwer streef'. Deze strofe werd hier, vier jaar geleden, dan ook door de heer De Klerk gebruikt.
Het argument werd eveneens door de heer De Klerk gebruikt toen hij getuigde voor de Waarheids- en Verzoeningscommissie. Die zogenaamde morele onderbouwing heeft geleid tot de halstarrige weigering een onomwonden schuldbekentenis over de apartheid af te leggen. Steeds weer klonk het oude refrein van zijn huidige erkenning dat apartheid verkeerd was, maar goed bedoeld.
Zolang hierin geen verandering komt is het uitgesloten dat de meerderheid van de Afrikaners zich werkelijk deel voelt van het nieuwe Zuid-Afrika. Zolang er vanaf de kansels van de Nederduits Gereformeerde Kerk en de andere door blanke gedomineerde gereformeerde kerken geen profetische stem klinkt die de fundamenteel zondige aard van de dwaling van apartheid erkent en diepe verootmoediging eist, zal de totstandkoming van een Zuid-Afrikaanse regenboognatie een mooi maar onhaalbaar ideaal blijven.
Bijna drie jaar lang hebben de Zuid-Afrikaners dag in dag uit uit de getuigenissen voor de Waarheids- en Verzoeningscomissie gehoord van de slachtoffers van marteling en van degenen die hen gemarteld hebben. De meest verschrikkelijke martelingen en moorden. Wie daarvan ook maar iets heeft gehoord, kan nooit meer ontkomen aan de conclusie dat het hier niet ging om een incidentele schending van de mensenrechten, maar dat die een systematisch en essentieel onderdeel was van het apartheidsbeleid. Geen 'suiwerheid van strewe'. Het boze zaad van de apartheid was tot in de kiem verrot!
Het feit dat alle blanke Zuid-Afrikaners geprofiteerd hebben van dit fundamentele stelsel van schendingen van mensenrechten betekent dat niemand van ons, ikzelf incluis, de verantwoordelijkheid ervoor kan ontlopen. Het nieuwe Zuid-Afrika eist van blanke Zuid-Afrikanen een werkelijk bovenmenselijke nederigheid en bereidheid tot verootmoediging. En niet slechts een algemene verootmoediging namens, bijvoorbeeld, het 'Afrikaner volk'; nee, het moet ook een diepe persoonlijke belijdenis en verootmoediging zijn, die elk van ons als individu in ons persoonlijke leven moet afleggen en waarmaken. Er kan geen sprake zijn van een goedkope belijdenis; er zullen offers gebracht moeten worden.
Zelfverheffende trots was onlosmakelijk met de apartheid verbonden. Ik verstout mij om te spreken van een zelfverheffende trots waaraan Kuyper in zijn Nederlands nationalisme ook niet is ontkomen. In het nieuwe Zuid-Afrika moet de blanke en vooral de Afrikaner gemeenschap echter leren wat nederigheid betekent. Nee, sterker: nederig worden. Niets is moeilijker dan nederig te zijn. Voorwaarde voor nederigheid is het zonder schroom erkennen (belijden) van de eigen fouten en bereid te zijn deze recht te zetten.
Is het de blanke Zuid-Afrikaners - vooral de Afrikaners - mogelijk te leren wat nederigheid betekent zonder eerst vernederd te worden? Dat is het thema van de belangrijke roman 'Disgrace' van J. M. Coetzee, die dit jaar de Booker Prijs gekregen heeft. (De Nederlandse vertaling is een paar dagen geleden verschenen onder de titel 'In ongenade'). De hoofdfiguur, professor David Lurie's dochter Lucie die op een boerderij in de Oostkaap woont, wordt verkracht door zwarte overvallers. Schande gaat gepaard met ongenade omdat David Lurie niet in staat is de verkrachting te voorkomen. Hij roept woedend om gerechtigheid maar zijn dochter weigert aangifte van de verkrachting te doen en vraagt: ,,Wat als dit de prijs is die je moet betalen om te kunnen blijven?'' Als ze zwanger blijkt te zijn, weigert ze bovendien een abortus en is ze bereid in te gaan op het aanbod van haar zwarte buurman en voormalige knecht Petrus, die haar zogenaamd wil beschermen, maar dan wel in ruil voor haar grond. In Coetzee's verhaal heeft Lucie's vernedering inderdaad tot nederigheid geleid. Ze wil opnieuw beginnen, zonder bezit, zonder rechten, zonder waardigheden, 'als een hond'. En Coetzee schrijft: ,,Geen slecht besluit in duistere tijden''.
Dit extreme, diep ontstellende verhaal confronteert ons met de toekomstige ongenade die de verkwisting van onze huidige broze, vreedzame vrijheid voor allen - wit en zwart - in Zuid-Afrika kan inhouden. We moeten goed bedenken dat het geenszins vanzelfsprekend was dat bloedvergieten en burgeroorlog vervangen zouden worden door onderhandeling, democratisering en een grondwet met een handvest van mensenrechten. Het was zeker niet vanzelfsprekend dat Nelson Mandela de gevangenis zou verlaten en een hand van vriendschap zou uitsteken naar zijn onderdrukkers. Dit alles was genade.
Dat de meerderheid van de blanken deze gang van zaken aanvaardt alsof ze vanzelfsprekend is en hen toekomt, dat zij doorgaan met het leiden van materieel bevoorrechte levens en zich weinig aantrekken van de zee aan krottenbuurten en massale armoede rondom hen, is de ultieme vervreemding van 'de ander'. Een hardvochtige opstelling die uiteindelijk onvermijdelijk vernedering en ongenade over zich zal afroepen.
,,Ik ben bereid te wachten, want ik weet dat alles niet van de ene dag op de andere kan verbeteren'', zei een vrouw in een krottenbuurt even buiten Kaapstad tegen me. Maar toen riep ze haar vierjarig dochtertje, blootsvoets en in vodden gekleed, bij zich, legde haar hand op het hoofdje van haar kind en zei: ,,Maar ik kan niet eeuwig blijven wachten, want ik kan niet toezien hoe het leven van dit kind verloren gaat als het mijne.''
Ouders wier kinderen vermoord zijn, moeten toezien hoe de de moordenaars van hun kinderen amnestie kregen. Zwarten die werkloos thuis zitten moeten toezien hoe hun kinderen lijden aan ondervoeding, wetend dat zij behoren tot de veertig procent zwarte werklozen terwijl slechts twee procent van alle blanken zonder werk zit. Miljoenen zwarte Zuid-Afrikanen zijn analfabeet en de velen die dankzij grote opofferingen wél naar school zijn geweest, lijden nog steeds onder de gevolgen van het gebrekkige bantoe-onderwijs.
De levensverwachting van zwarte Zuid-Afrikanen is beduidend lager dan die van hun blanke landgenoten. Als dit zo doorgaat en als de verzoenende hand, die toch door velen in de zwarte gemeenschap is uitgestoken, wordt beroet met afstandelijkheid, gebrek aan begrip en zelfrechtvaardiging, dan vaart oud-president De Klerks citaat uit Van Wyk Louw's 'Die dieper Reg' over 'die mens wat suiwer streef' ten hemel. Dan zijn die woorden die zo aangrijpend mooi, zo redelijk, in deze zaal hebben geklonken, een steen des aanstoots.
Een groot deel van de Afrikaner gemeenschap is diep verward over de ernstige, geïnstitutionaliseerde schending van de mensenrechten door de apartheid, die de Waarheids- en Verzoeningscommissie heeft blootgelegd. Zij kan niet meer zeggen: 'Ich habe es nicht gewusst'. Maar hoe gaat een mens om met de zware last van het geweten, zodanig dat er een zinvol verwerkingsproces ontstaat dat je dichterbij je zwarte broer en zuster brengt, aan wier lijden ook jij medeplichtig was en waarvan je hebt geprofiteerd? Doordat leidende theologen en politiek-culturele leiders binnen de Afrikaner gemeenschap hun mede-Afrikaners hierbij niet helpen, doen zij hun eigen mensen een geweldig onrecht aan. Erger nog, door hun verzuim de werkelijkheid onder ogen te zien, brengen ze de kans op duurzame vrede en vrijheid steeds meer in gevaar.
Zo wordt de verantwoordelijkheid om Zuid-Afrika niet te laten terugvallen in verdeeldheid en verder bloedvergieten nog meer op de schouders van de toch al zwaar belaste leiders van de zwarte gemeenschap gelegd. Onder die omstandigheden wordt de kans op duurzame vrede in hoge mate beperkt.
Dat de roep om een beter leven en grotere sociale gerechtigheid niet kan worden beantwoord zonder dat de nog altijd bevoorrechte blanke gemeenschap grote materiële offers brengt, staat als een paal boven water. De vraag is hoe dit gerealiseerd moet worden. Is er, ondanks de gemoedstoestand van de blanke gemeenschap die ik heb geschetst, een kans dat zij bereid zal zijn die offers te brengen? Of zullen die moeten worden afgedwongen? En als dat het geval is, zal de zwarte gemeenschap er dan in slagen dit te doen zonder zichzelf te verheffen, of zal zich opnieuw de tragedie ontvouwen van de onderdrukte die zelf tot onderdrukker wordt? De voortgaande zelfverheffing en hardvochtigheid van de blanke gemeenschap lijkt op bijna duivelse wijze om zo'n scenario te vragen. Uiteindelijk zal niemand daarmee gediend zijn en zal de vrijheid het slachtoffer worden.
Kuyper is in een aantal van zijn geschriften opgekomen voor de sociale kant van de Bijbelse boodschap. Hij voerde aan dat de grondgedachte voor sociale verhoudingen te vinden is in Jezus' Bergrede. Dat de zucht naar geldelijk gewin een afgod is, dat de ware levensschat niet bestaat uit geld maar uit Gods genade en dat eigendom een leengoed is om anderen mee te helpen en te dienen.
Als de blanke gemeenschap van Zuid-Afrika bereid is om te luisteren naar de eisen van het heden, dan bestaat de mogelijkheid dat wij erin in zullen slagen de meest essentiële uitdagingen van de vrijheid het hoofd te bieden. Zo'n zoektocht naar een grotere sociale gerechtigheid is geen roep om een versteend socialisme en een geijkte klassenstrijd. Maar het staat vast dat werkelijke verzoening in Zuid-Afrika een evenrediger verspreiding van rijkdom en de afzwering van onrechtvaardige bevoordeling moet inhouden.
De uitdagingen die Zuid-Afrika zo indringend aanstaren, dienen zich ook aan voor de internationale gemeenschap. Waar het om gaat is of we werkelijk bereid zijn afstand te doen van onze gevoelens van superioriteit en een deel van onze rijkdom. Zijn we werkelijk bereid kritisch naar ons verleden te kijken, vooral naar de moeilijke hoofdstukken zoals kolonialisme en slavernij? Is het rijke Westen bereid zijn overvloed te delen en zo velen, die nu geen perspectief hebben, te verzekeren van een toekomst?
Deze vragen vereisen een dringende bereidheid om de sterk calvinistische traditie van genade in ere te herstellen. Dat zal ook hier in Nederland nederigheid vergen. Is het niet zo, dat de Nederlandse samenleving door de ongekende economische welvaart steeds materialistischer wordt? Het siert Nederland niet dat juist in een tijd van economische groei de begroting van Ontwikkelingssamenwerking steeds meer onder druk komt te staan.
De vraag kan ook worden gesteld of Nederland zijn grenzen voldoende openstelt voor zowel de producten als de mensen uit het Zuiden. Zeker is het de Europese Unie niet siert dat de onderhandleingen over de EU-Zuid-Afrika Vrijhandelsovereenkomst bijna vijf jaar hebben geduurd en dat de overeenkomst op het laatste moment nog bijna op de klippen is gelopen, omdat zij (de rijke, ontwikkelde landen) niet bereid waren de bescherming van hun handelsproducten enigszins te verminderen. Deze ervaring bracht president Thabo Mbeki tot de opmerking dat veel ontwikkelde landen blijkbaar alle begrip voor de edele gedachte van menselijke solidariteit hebben verloren.
Zou het niet prachtig zijn als Zuid-Afrika, als jongste lid van het Internaitonale Hof van Arbitrage aan de Verenigde Staten en andere rijke, ontwikkelde landen in de wereld vastbesloten de verlossende genade van nederigheid en compromis kan voorhouden, als een vlammende fakkel en een baken van hoop?
Zou het niet een stukje genade zijn als de blanken van Zuid-Afrika de kracht kunnen vinden om in nederigheid het pad van zelfverloochening te bewandelen en te zoeken naar gerechtigheid?
Zou het geen hoop zijn als dat land van mij, dat al zoveel voor elkaar heeft gekregen maar waar nog zoveel gedaan moet worden, erin zou slagen de wereld een bevrijdend voorbeeld van nederigheid voor te houden?
Zou het niet mooi zijn als uit de afstammelingen van de Boeren, die Kuyper zo graag voor het karretje van zijn eigen nationale belangen spande, een vrij geuzengeslacht zou opstaan, dat onder één Afrikaans dak kan wonen samen met zijn mede-Zuid-Afrikanen?
Zou het niet mooi zijn als wij zo, gesterkt door de uitdaging van de vrijheid, het nieuwe millennium zouden kunnen binnengaan?
Aan het begin van deze eeuw, waarvan de zandloper nu bijna leeg is, schreef Kuyper, toen hij hoorde dat de Boerenoorlog ten einde was: ,,Nu vooral met de oude liefde aan het werk; dat niemand zich onttrekke . . .''
vrijdag 11 maart 2022
NIEUWE ACTUELE & RELEVANTIE MUZIEK VOOR DIT MOMENT: Rammstein - Zeit
OPMERKELIJK FEIT VD NATIONALE BASKETBALL-ARCHIVARIS JACOB BERGSMA: Worthy de Jong van ZZ Leiden betreedt Top-10 Scorers in EC's
Vanavond speelde @BeWorthy van @ZZLEIDENBASKETB zijn 70ste Europa Cupwedstrijd. Met 901 punten staat hij nu als nummer 9 in de top 10 van de Nederlandse topscorers. De Jong moet nog 13 punten maken om de nummer 8 - @KeesAkerboom junior - te passeren. pic.twitter.com/hTAlUemoFB
— Jacob Bergsma (@JacobBergsma) March 9, 2022
donderdag 10 maart 2022
HOT TOPIC / PASPOORTEN VOOR (O.A.) CRIMINELE RUSSEN - NIET ALLEEN IN MALTA & CYPRUS; ÓÓK IN NEDERLAND: Het Gouden Paspoort / ONDERZOEK GROENE AMSTERDAMMER & INVESTICO /
Onderzoek Handel in Nederlandse visa
Het gouden paspoort
Via de kennismigrantenregeling kunnen Nederlandse bedrijven snel en soepel visa regelen voor werknemers. Maar misbruik ligt op de loer. Het maakt Nederland kwetsbaar voor spionage en ongewenste politieke beïnvloeding.
Wie er een flinke smak geld voor neertelde, kon in Malta1 en Cyprus2 een Europees paspoort kopen om zo ongestoord de hele EU door te reizen. De corrupte paspoorthandel werd pas eind vorig jaar afgeschaft, na zware politieke druk door andere Europese landen, toen bleek dat veroordeelde criminelen en corrupte politici op deze manier het Europees staatsburgerschap hadden gekocht. De aivd noemde de paspoortenprogramma’s zelfs een ‘gevaar voor de nationale veiligheid’, omdat ‘inlichtingenofficieren met kwade bedoelingen’ zo toegang konden krijgen tot heel Europa.
Nederland heeft het beter geregeld, was de reactie van onze bestuurders. Wij verkopen geen ‘gouden paspoorten’ en verstrekken slechts een zogeheten investeerdersvisum. De controles daarop zijn zo streng dat slechts een handjevol mensen er gebruik van maakt. Uit onderzoek van platform voor onderzoeksjournalistiek Investico voor De Groene Amsterdammer en Trouw blijkt echter dat Nederland een fraudegevoelige achterdeur heeft waardoor vreemdelingen zonder noemenswaardige controles een Nederlandse verblijfsvergunning kunnen kopen. Een ‘lifestyle-visum’, in de woorden van een bemiddelaar.
Zo’n visum wordt geritseld via de zogenaamde ‘kennismigrantenregeling’ waarmee jaarlijks zo’n veertienduizend migranten van buiten Europa binnen twee weken een Nederlandse verblijfsvergunning krijgen. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (ind) doet vrijwel geen onderzoek naar wie zij zijn en zoeken evenmin uit of zij een schoon blazoen hebben. Die controle is uitbesteed aan de betrokken bedrijven of aan bemiddelaars die soms zelf een dubieuze reputatie hebben.3
In reactie op de ophef over de ‘gouden paspoorten’ zei minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken ruim een jaar geleden dat Europese landen bij dit soort programma’s ‘een toets op gevaar voor (nationale) veiligheid en openbare orde’ moeten doen. Nederland voert dit soort controles zelf niet uit, zo blijkt echter. De migrant vult zelf een korte checklist in en verklaart dat hij geen crimineel verleden heeft. Zijn werkgever moet controleren of die verklaring klopt, en de ind kijkt er niet eens meer naar. Handhaving door de ind is er nauwelijks, concludeerde de Inspectie Veiligheid en Justitie al in 2017.4
De ‘kennismigrantenregeling’ werd in 2004 ingevoerd met als doel om van Nederland een concurrerende ‘kenniseconomie’ te maken.5 De regeling maakt het voor Nederlandse bedrijven makkelijker om hooggeschoold personeel van buiten Europa in dienst te nemen. Voor technologische bedrijven als Philips en asml is het een uitkomst. Volgens immigratiedienst ind mogen uitsluitend betrouwbare bedrijven van de regeling gebruik maken. Uit ons onderzoek blijkt echter dat ook Chinese organisaties die beticht zijn van spionage, Russische bedrijven wier bestuurders op sanctielijsten staan en bedrijven wier bestuurders strafrechtelijk zijn veroordeeld vrijwel zonder controle immigranten kunnen toelaten. Experts op het gebied van geopolitiek en inlichtingendiensten zeggen dat Nederland zich hierdoor kwetsbaar maakt voor spionage en ongewenste politieke beïnvloeding.
Bovendien wordt de regeling misbruikt door rijken die, net als in Malta en Cyprus, een Europese verblijfsvergunning willen kopen. Hoe vaak het gebeurt is onduidelijk, maar dat het gebeurt is zeker. Tegen betaling hielp een Nederlands trustkantoor Russische klanten al aan een verblijfsvergunning door te doen alsof ze hier werkten. De zaak kwam bij toeval aan het licht toen de fiod het trustkantoor voor witwassen onderzocht. De ind erkent naar aanleiding van onze vragen dat de dienst meerdere zaken kent waarbij bedrijven verblijfspapieren regelden voor migranten die hier helemaal niet wonen of werken.
Een Chinese draak kruipt in 2011 door het Academiegebouw van de Universiteit Groningen. Onder begeleiding van trommelmuziek leidt het mythische wezen een stoet gasten naar de aula voor de officiële openingsceremonie van het Groningen Confucius Institute. De Chinese staat heeft een wereldwijd netwerk van Confucius-instituten ter promotie van de Chinese taal en cultuur, en sinds 2011 ook een post in Groningen.
De Amerikaanse opsporingsdienst fbi waarschuwde in 2018 dat de Confucius-instituten een gevaar vormen voor de nationale veiligheid omdat ze wereldwijd propaganda verspreiden.6 Het hoofd van een van de Belgische instituten wordt door de Belgische inlichtingendienst verdacht van spionage.7 En Frans-Paul van der Putten, China-expert bij Clingendael, Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen, vindt dat Nederland de inbedding van Confucius-instituten in universiteiten zou moeten verbieden vanwege de risico’s voor aantasting van de academische vrijheid.
Toch mag het Groningse Confucius Institute gewoon migranten naar Nederland halen zonder dat de ind onderzoekt wie zij zijn en of ze betrokken zijn bij spionage. Het Confucius Institute wordt door de ind gezien als een organisatie waarvan ‘de betrouwbaarheid niet ter discussie staat’. Het instituut haalde naar eigen zeggen al zestien Chinese migranten naar Nederland, voor het laatst in augustus 2019.
Het Confucius Institute is niet de enige discutabele organisatie die door de ind als betrouwbare ‘erkend referent’ is aangemerkt. Ook zte, een Chinees telecombedrijf dat deels in handen is van de Chinese staat, doorstond de controles van de indglansrijk. Dit bedrijf moest in de VS een miljardenboete betalen wegens schending van sancties tegen Noord-Korea en Iran en werd in juni vorig jaar door de Amerikaanse Federal Communications Commission aangemerkt als bedreiging voor de nationale veiligheid.8
En dan is er Uranium One Holding, eigendom van Rosatom, het Russische staatsbedrijf voor nucleaire energie en wapens. Sergej Kiriyenko, de bestuursvoorzitter van dit bedrijf, staat sinds oktober vorig jaar op de Europese sanctielijst wegens betrokkenheid bij de vergiftiging van de Russische oppositieleider Aleksej Navalny.9 De bestuurder van een ander bedrijf op de lijst van de ind, Inter RAO Management BV, staat op de Amerikaanse sanctielijst wegens de Russische annexatie van de Krim. Ook VimpelCom, dat in 2016 schikte met het OM wegens omkoping en valsheid in geschrifte, en Amsterdam Trade Bank, wiens eigenaren op de Amerikaanse ‘oligarchenlijst’ staan vanwege hun nauwe banden met president Poetin, zijn door de ind niettemin als ‘betrouwbaar’ aangemerkt.
Ben de Jong, expert op het gebied van Russische inlichtingendiensten, verbaast zich erover dat deze organisaties zo makkelijk verblijfsvergunningen kunnen regelen. ‘Als de Russische staat via deze bedrijven inlichtingenpersoneel naar Europa wil krijgen, hebben zij daar weinig tegenin te brengen. Als het erop aankomt dansen Russische bedrijven naar de pijpen van het Kremlin. Ik zou hopen dat de ind dit soort aanvragen checkt bij de aivd. Als dat niet gebeurt loop je grote kans dat inlichtingenpersoneel via dit programma naar Nederland komt.’
De aivd waarschuwt in alle recente jaarverslagen voor spionage door Rusland en China, maar toch staan deze landen in de top-vijf van de kennismigrantenregeling. In 2019 kwamen er via de regeling 560 Russen en 530 Chinezen naar Nederland. China-expert Frans-Paul van der Putten vindt dat de Nederlandse overheid bij alle Chinezen die via de kennismigrantenregeling naar Nederland komen, extra checks moet doen vanwege de risico’s voor nationale veiligheid. ‘Vanuit dat perspectief wordt naar China gekeken als een land waar je voorzichtig mee moet zijn wegens het risico op ongewenste kennisoverdracht, politieke beïnvloeding en mogelijk zelfs spionage. Confucius-instituten worden centraal aangestuurd vanuit China en staan onder toezicht van de Chinese overheid en de Communistische Partij. Er zit een politieke component aan die organisaties, het is niet puur wetenschappelijk. Dus moet je de politieke risico’s goed onderzoeken.’
Toen de wet in 2004 werd ingevoerd, en ook toen die in 2013 werd aangepast, was het juist de bedoeling dat er zo min mogelijk controles zouden zijn. Een ding stond voorop: de ind moest dienstverlenend zijn en zorgen dat Nederlandse bedrijven die zaten te springen om knappe koppen uit het buitenland snel hun personeel hier naartoe konden halen. Procedures moesten snel en soepel zijn10 – het spiegelbeeld van de manier waarop aanvragen voor asiel of gezinshereniging worden afgehandeld. De ind beslist meestal binnen twee weken en wijst vrijwel nooit een aanvraag af, blijkt uit cijfers die we opvroegen. Van de 86.720 migranten die tussen 2012 en oktober 2020 via de regeling een verblijfsvergunning aanvroegen, werd slechts 2,5 procent niet gehonoreerd. In 2019 was dat zelfs minder dan één procent.11
De snelheid gaat ten koste van de veiligheid, blijkt nu. Vooral doordat de ind het aan de bedrijven overlaat om te controleren of de migranten te vertrouwen zijn, maar niet weet of die bedrijven zélf wel betrouwbaar zijn. Door personeelstekorten kwam de ind tot 2017 nauwelijks toe aan toezicht en handhaving, concludeerde de Inspectie Veiligheid en Justitie dat jaar in een onderzoek naar de kennismigrantenregeling. Tot 2017 had de ind nooit een erkend referent geschorst en nagenoeg nooit een boete uitgedeeld. ‘De ind streeft naar een imago van een dienstverlenende toelatingsorganisatie’, verklaren medewerkers tegen de Inspectie Veiligheid en Justitie over de kennismigrantenregeling.12
In een reactie zegt de ind inmiddels meer controles te doen bij erkend referenten: tachtig tot honderd per jaar. Ook heeft de ind sinds 2018 zo’n tien referenten tijdelijk geschorst en zijn er zo’n 110 boetes uitgedeeld. Maar bij die controles kijkt de dienst voornamelijk naar administratieve fouten, en nauwelijks naar veiligheidsrisico’s.
Uit werkdocumenten van de ind blijkt dat de dienst niet standaard onderzoekt of erkend referenten een bedreiging vormen. De standaard veiligheidscheck, die Ben de Jong en Frans-Paul van der Putten onmisbaar vinden, voert de ind niet uit. In een reactie zegt de dienst wel ‘altijd alert te zijn op signalen die erop kunnen wijzen dat een bedrijf of een vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde en nationale veiligheid’. Maar de ind checkt enkel of erkend referenten in Nederland zijn veroordeeld of beboet, en onderzoekt verder niets.13
Tesseltje de Lange, hoogleraar migratierecht aan de Radboud Universiteit, benadrukt dat de meeste bedrijven zich goed aan de regels houden. Maar ze vindt het ‘zorgelijk’ dat ook organisaties die worden beticht van spionage en wier bestuurders op sanctielijsten staan door de ind zijn goedgekeurd. ‘Dit soort bedrijven wil je extra aan de tand voelen. De ind zou moeten kijken naar buitenlandse veroordelingen, sancties of risico’s op witwassen, en navraag kunnen doen bij de aivd.’ Misbruik van de regel hakt erin omdat het gaat om een kernfunctie van de staat, vindt de hoogleraar. ‘De overheid beslist wie er wel en niet “bij hoort”. Als daarmee dingen misgaan, is dat ernstig.’
‘Wij noemen het een lifestylevisum’, zegt Johan Opperman van payrollbedrijf Parakar. Regelmatig wordt hij gebeld door rijke buitenlanders die hier willen komen wonen en dat via de kennismigrantenregeling proberen te regelen. Zo’n ‘lifestylevisum’ is feitelijk oplichting: mensen die niet echt voor een Nederlandse baas gaan werken hebben helemaal geen recht op een werkvisum.
Hoewel Opperman dit soort aanvragen altijd direct weigert, is hij de eerste om toe te geven dat misbruik op de loer ligt. Payrollbedrijven zoals dat van hem, maar ook trustkantoren en adviesbureaus, verdienen hun brood door als erkend referent op te treden. Ze adverteren er zelfs mee op hun websites. Soms is zo’n payroller handig, bijvoorbeeld als een IT-bedrijf snel een expat in dienst wil nemen maar zelf nog niet is goedgekeurd door de ind. Maar het is afhankelijk van de integriteit en het verantwoordelijkheidsgevoel van deze payroll- en trustbedrijven of er misbruik gemaakt wordt van de regeling.
Aanwijzingen dat sommige payroll- en trustkantoren de regels niet al te serieus nemen zijn er genoeg. Zo bleek uit een rechtszaak van vorig jaar dat de ind verblijfsvergunningen had verstrekt aan zes Chinezen. Pas anderhalf jaar later ontdekte de payroller dat deze mensen helemaal niet voor een Nederlands bedrijf werkten en trok de ind de vergunningen in.
In 2016 kwam aan het licht dat het trustkantoor BlauStein tegen betaling verblijfsvergunningen regelde voor mensen die daar geen recht op hadden. De zaak kwam naar buiten toen de fiod een inval deed bij het bedrijf op verdenking van onder meer witwassen, oplichting en mensensmokkel.14 Tegen eigenaar Vadim B. loopt nog altijd een strafrechtelijk onderzoek. Hij wordt ervan verdacht de kennismigrantenregeling te hebben misbruikt om rijke Russen aan een Nederlandse verblijfsvergunning te helpen. Hij zette ze bij een van zijn eigen bedrijven op de loonlijst en detacheerde de klanten vervolgens naar een nieuw opgerichte stichting die ook weer in zijn handen was. De ‘kennismigranten’ betaalden hem zelf het geld dat hij vervolgens als hun eigen ‘salaris’ naar hen overmaakte.15
Dit soort constructies komen veel vaker voor, blijkt uit gesprekken met oud-medewerkers. Een oud-medewerker van een financieel advieskantoor vertelt ons op voorwaarde van anonimiteit hoe minstens drie Russen bij zijn bedrijf een verblijfsvergunning konden ‘kopen’. Tegen betaling plaatste het advieskantoor de Russen op de eigen loonlijst. Op papier werkten zij nu in Nederland. Maar deze ‘kennismigranten’ gingen helemaal niet in Nederland aan de slag, en soms verbleven ze hier niet eens, zegt onze bron. Ze deden dit enkel om Europese verblijfspapieren te ‘kopen’ om zich zo vrijelijk door de EU te kunnen bewegen. ‘Er waren er vast meer, maar van deze drie heb ik het zelf gezien.’
Een voormalig manager van een ander Amsterdams trustkantoor vertelt dat iets dergelijks gebeurde bij een zusterorganisatie van dat trustkantoor, dat hij verliet vanwege onvrede over gebrekkige anti-witwascontroles. De ind zegt in een reactie meerdere zaken te kennen waarbij erkend referenten verblijfspapieren voor vreemdelingen hebben geregeld zonder dat diegenen werkelijk hier werkten of verbleven. ‘De ind heeft uiteraard op dergelijke zaken geacteerd’, zegt de dienst.
Waarom kiezen rijke mensen voor dit gesjoemel? Er bestaat toch een investeerdersvisum, speciaal voor deze groep? Zeker, zegt Pieter Krop van Kroes Advocaten, een advocatenkantoor gespecialiseerd in migratierecht. Maar bij die regeling doen Nederlandse autoriteiten uitgebreid onderzoek naar de manier waarop die persoon zijn rijkdom heeft vergaard. Wanneer die niet kan aantonen dat alles eerlijk is verdiend, wordt de visumaanvraag sowieso geweigerd. ‘Wij worden eens in de twee of drie weken gebeld door Russen, Afghanen en Irakezen die een investeerdersvisum willen’, zegt Krop. ‘Onze eerste vraag is dan of ze het geld dat daarvoor nodig is op een Europese bankrekening kunnen zetten. Dat is een eerste toets om te kijken of ze kunnen aantonen dat hun geld eerlijk is verdiend. Vaak hoor je daarna niets meer.’ De kennismigrantenregeling, met haar geringe controles, biedt dan soelaas. ‘Later komen we soms diezelfde mensen weer tegen’, zegt Krop. ‘Dan hebben ze het elders via de kennismigrantenregeling alsnog voor elkaar gekregen.’
De namen van de anonieme bronnen zijn bij de redactie bekend. Dit artikel kwam tot stand met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten, fondsbjp.nl
-
Vooral Russen Krijgen via Malta een Europees paspoort (Trouw) ↩
-
Rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid over het toezicht van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) op de werkgever als erkend referent ↩
-
Proefschrift Tesseltje de Lange. ‘Staat, markt en migrant: de regulering van arbeidsmigratie naar Nederland 1945-2006.’ p331-346 ↩
-
Chinese VUB-onderzoeker krijgt gelijk van rechter: België mag hem niet uitwijzen op verdenking van spionage (Standaard) ↩
-
FCC affirms ZTE poses U.S. national security threat (Reuters) ↩
-
Dit blijkt uit twee evaluaties van kennismigrantenregeling: één uit 2008. En één uit 2019. ↩
-
Cijfers opgevraagd bij de IND ↩
-
Zie ook de werkinstructie ‘erkenning als referent’ en de Vreemdelingenwet en de Vreemdelingencirculaire. Ook gebaseerd op reactie van IND. ↩
-
Van asielzoeker tot verdachte miljonair (NRC) en Het Blaustein-imperium richtte zich vooral op vermogende Russen ↩