Barack Obama had twee Joe’s in zijn presidentiële leven. De eerste is Joe Biden. Obama vond hem maar een slaapverwekkend figuur. Hij koos hem als vice-president vooral om de schok die een zwarte presidentskandidaat voor velen was te verzachten met de aanblik van een vertrouwd witte-mannengezicht.

De tweede Joe was Joe Wurzelbacher uit Toledo, Ohio, die Obama kritische vragen stelde over zijn belastingplannen. Hun ontmoeting vond plaats in 2008, toen Obama op campagne was. Terwijl een tv-camera hun straatgesprek opnam vertelde Wurzelbacher dat hij van plan was een loodgietersbedrijf over te nemen en dat hij vreesde dat zijn verdiensten in de staatskas zouden verdwijnen. Zo werd ‘Joe the Plumber’ geboren, de gewone man die Washington ter verantwoording riep. Zijn bijnaam werd, vooral door Republikeinen, grif ingezet als steno voor het werkende volk waar Democraten zich onvoldoende om zouden bekommeren. In het laatste verkiezingsdebat tussen Obama en zijn tegenstrever John McCain werd ‘Joe the Plumber’ 25 keer aangehaald. Irak, waar Amerika een oorlog uitvocht, werd één keer genoemd. Afghanistan nul keer.

Joe de politicus houdt stug vol als oudste president die de VS ooit hadden. Loodgieter Joe overleed afgelopen week op 49-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker.

Of Wurzelbacher destijds ook stemde op de partij die hem adopteerde als belichaming van de doorsnee Amerikaan heeft hij nooit willen zeggen. Misschien vulde hij wel ‘Obama’ in op het stembiljet en was hij een van de miljoenen uit industrieel Amerika die in de belofte van ‘change’ ook de aankondiging van een nieuwe economie hoorde. Een economie waarin mensen als Joe, zonder universitair diploma, gebonden aan zijn streek, zich geen zorgen hoeven te maken over hoe het hoofd boven water te houden. Dat Obama grotendeels doorging op oude voet, met bail-outs voor de financiële sector en onvoldoende investeringen in de eigen Amerikaanse industrie om de kwakkelende gebieden nieuw leven in te blazen, geldt als de geijkte verklaring waarom Trump als wraak op het land werd losgelaten.

‘Joe the Plumber’ vond Trump ‘met zijn mooie vrouwen’ een winnaar

Van Joe Wurzelbacher weten we wel zeker dat hij enthousiast meeging in de Maga-beweging. De pers zocht hem op in 2016, benieuwd naar hoe de bekendste gewone man van de afgelopen jaren dacht over de presidentiële ambities van de New Yorkse tv-celebrity annex vastgoedondernemer. Een ‘winnaar’, luidde het oordeel van Wurzelbacher. Hij baseerde dit oordeel op het feit dat Trump ‘miljarden’ had verdiend en ‘uitging met mooie vrouwen’. Hij was er zeer over te spreken dat Melania Trump een fotomodel was.

In 2008 was zijn publieke imago nog gekunsteld geweest. De ontmoeting tussen Obama en Wurzelbacher was weliswaar niet geënsceneerd, maar het verhaal dat erop volgde wel. Joe heette eigenlijk Samuel en hij was vooral in ambitie loodgieter. Hij werkte in de telecommunicatie. Bovendien had de loodgietersvakbond juist een steunverklaring aan Obama afgegeven, waarmee de suggestie van McCain dat híj de kandidaat van de praktisch geschoolden was aan geloofwaardigheid verloor. In interviews uitte Wurzelbacher ongemak over zijn rol als politiek decorstuk van de Republikeinen.

Maar in 2016 vielen politiek en persoon echt samen. Tegenover de media hekelde Wurzelbacher ‘politieke correctheid’. Hij liet zich fotograferen met een vuurwapen voor zich op tafel. Democraten en Republikeinen waren wat hem betreft één pot nat. Obama’s beleid was ‘een ramp gebleken’, zei hij tegen persdienst Reuters. McCain was volgens hem ‘corrupt’. Trump bediende Wurzelbacher en alle andere ‘Joe the Plumbers’ precies op deze punten en belandde in het Witte Huis. Als president kwam Trump vervolgens met een belastingplan dat de topinkomens begunstigde en vrijwel niets deed voor de minst verdienenden. Over Trumps financiële politiek repte Wurzelbacher met geen woord.

Toen hij destijds zijn zorgen over hogere belasting uitsprak, luidde Obama’s weerwoord dat belasting heffen goed is omdat daarmee ‘de welvaart verdeeld kan worden’. Achteraf baalde Obama’s campagneteam van die repliek. ‘Die frase doet het slecht in de peilingen. Mensen associëren het met communisme en dat soort zaken’, zo kreeg Obama te horen van zijn campagneadviseur Robert Gibbs. ‘Ik lachte het weg’, vertelt Obama in zijn memorie Een beloofd land. ‘Het hele punt van de belastingverhogingen was juist mensen zoals Joe helpen.’ Volgens de cijfers gebeurde dat ook, op bescheiden schaal. Obama wist de stijgende inkomensongelijkheid in Amerika af te remmen, niet zozeer door iets weg te halen bij de top, maar vooral doordat de lagere inkomens een lagere belastingdruk kregen.

Deze paradox – Joe brandt de president die hem financieel helpt af en omarmt de president die cadeautjes geeft aan de rijken – is de recente politieke geschiedenis van Amerika in een notendop. Dat bij verkiezingen uiteindelijk de economie doorslaggevend is, klopt zelden meer. Ook Joe Biden heeft last van deze trend. Het gaat de gemiddelde werkende Amerikaan best voor de wind in vergelijking met voorgaande jaren, maar populairder wordt Biden er niet op. Toledo is inmiddels een plek waar General Motors honderden miljoenen investeert in de productie van elektrische vrachtwagens, met dank aan subsidies uit Washington. Joe Wurzelbacher kan er helaas geen emplooi meer vinden. Zijn laatste baan was bij een bedrijf dat barricades maakt waar leerlingen zich achter kunnen verschuilen in het geval van een schietpartij op school.