woensdag 22 november 2023

SHARTIE AART DEKKER / VOOR EENIEDER DIE VANWEGE MIGRATIE RECHTS DENKT TE MOETEN STEMMEN...Doe het niet! Want wat Rechts Belooft KAN NIET, hun Mensbeeld vd Afrikaan KLOPT NIET / NRC(KUDO 2006) - ´Niet bang voor de zee´

 

*

SHARTIE AART DEKKER

VOOR EENIEDER DIE VANWEGE MIGRATIE RECHTS DENKT TE MOETEN STEMMEN

Doe het niet! Want wat Rechts Belooft KAN NIET...

...hun Mensbeeld vd Arikaan KLOPT NIET

N.a.v. NRC(KUDO 2 december 2006) - ´Niet bang voor de zee´ 

Ondanks de vele crisissen waar Nederland zich in bevindt, heeft ´Rechts´  - oh, wat is die Rutte doortrapt slim / wat peilt de VVD goed hoe ze ´de kiezer kunnen manipuleren binnen hun frame - is het toch allemaal weer uitgelopen op een Referendum over Migratie.

Dit dus ondanks dat de VVD / PVV #PVVD #wegermee! al (meer dan) 13 jaar deze kaart speelt tijdens campagnes, en ondanks dat de VVD al die tijd al dat domein in de portefeuille heeft, ´de Rechtse-, de Protest- en de Populistische-stemmer trapt er weer in...want: het frame was dat de VVD ´D66-beleid zou uitvoeren...
 
Nou de waarheid is natuurlijk dat ook D66 in het pak genaaid is door Rutte; kijk maar naar de peilingen. Van het D66-programma is nauwelijks iets uitgevoerd.

En die Migratie dan? Tsja, die Migratie was er altijd al, en zal er altijd blijven; zelfs Trump´s Super-muur heeft er niet eentje afgestopt aan de Zuide-grens van de USA, en alle hekken rond Europa ook niet.

Deals dan?

Nou kijk naar ´de Deal van Rutte met Tunesië...de MIGRATIE NAM TOE!
 
Dus bezint eer ge begint, of wel...
 
...denk na alvorens Rechts te stemmen...

Gelooft u me niet?

Lees het onderstaande artikel uit 2006.

Ikzelf heb die wijsheid van een aantal mensen die tot over hun oren ´in Afrika´ zaten/zitten, o.a. mijn omgekomen vriend Rob Meurs, die leefde als een halve Afrikaan en er zijn tweede thuis had...daarnaast heb ik ook al vele jaren zelf veel contacten met Afrikaanse vluchtelingen gehad...ook die hebben mij veel geleerd; i.i.g dat Rechts geen idee heeft hoe deze mensen denken...en dus NOOIT EFFECTIEF BELEID ZULLEN KUNNEN MAKEN!!
 

(AD)

*


Politiek

Niet bang voor de zee

De riskante reis over zee naar Europa schrikt Afrikaanse bootmigranten niet af. ‘Vooruit, we wagen het, je gaat maar één keer dood.’

Hij werkte jaren in de haven van Dakar voordat hij ontslagen werd na een arbeidsconflict. Mansour en zijn team vroegen om salarisverhoging. De baas weigerde niet alleen, maar stuurde iedereen ook onmiddellijk de laan uit. Zo kwam het dat Mansour (42), vader van twee meisjes, nu vier jaar werkloos, zijn oren spitste toen een vriend hem een interessant voorstel deed. Een vissersboot zou binnenkort met een man of tachtig naar de Canarische eilanden vertrekken. De kapitein had een navigator nodig, en Mansour, die een GPS-ontvanger kan bedienen, leek de perfecte kandidaat. Hij mocht gratis mee als hij de boot naar Spaans grondgebied zou koersen.

Een enkeltje Europa, en nog voor niks ook – dit was de kans waar Mansour zo lang op had gewacht. Hij ging naar een internetcafé, printte een zeekaart uit en vroeg een geestenbezweerder een beschermende amulet te maken. De houten boot verliet de kust van Senegal op zondagavond 23 april. De vrouw van Mansour dacht dat hij in het noorden een paar dagen ging vissen. Zijn ouders, bij wie hij in huis woont, wisten van niets.

Zes dagen later was Mansour terug. Een van de twee motoren had het onderweg begeven, en het leek de bemanning niet verstandig om de 1.500 kilometer lange tocht met één motor door te zetten.

Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, weet Mansour, die met zijn vrouw en dochtertjes in een tweepersoonsbed slaapt dat bijna hun hele eenkamerwoning in beslag neemt. Aan het voeteneind van het bed staat een metershoge wandkast waaruit hij de zeekaart pakt. Behoedzaam vouwt hij het A4’tje uit om met een vinger de dunne zwarte lijn over de blauwe oceaan naar de gedroomde eilanden te volgen. „Ik ben niet bang voor de zee”, zegt Mansour rustig, peinzend, gebiologeerd door de kaart. „En ik ben ook niet bang voor de dood.”

Niemand kan met zekerheid zeggen hoe en wanneer het precies begon. Maar begin dit jaar doken ze ineens op: de felgekleurde, stampvolle vissersboten die met tachtig, negentig, honderd Afrikanen aan boord aanmeerden op de Canarische eilanden, het dichtstbijzijnde stukje Europees grondgebied voor de West-Afrikaanse kust. Eerst waren het alleen Senegalese vissers, daarna volgden de stadsjongens en de boeren, toen ontdekten de Malinezen, Guineërs, Ivorianen en Liberianen het traject, en tegenwoordig komen de migranten zelfs uit Pakistan en India gevlogen om de boot naar Europa te nemen. In mei hadden ruim negenduizend bootmigranten de Canarische eilanden bereikt; inmiddels wordt hun aantal geschat op ruim 25.000. Het voorlopige record van de bootgolf werd in september genoteerd. In één weekeinde stapten 1.400 Afrikanen aan wal. De meeste bootmigranten zijn, nog steeds, Senegalees.

Migratiestromen zijn als water. Ze zoeken altijd het laagste punt, de weg van de minste weerstand. De populariteit van de riskante zeereis werd onder meer veroorzaakt door het aanscherpen van de grensbewaking in Marokko. Dat land ging harder optreden tegen Afrikaanse migranten na de bestormingen van de Spaanse enclaves Ceuta en Melilla eind vorig jaar. Het succes van de smokkelroutes door de Sahara was niet langer gegarandeerd en de aandacht van de aspirant-migranten verschoof naar de oceaan. Toen ook het buurland Mauretanië onder druk van de Europese Unie intensievere kustpatrouilles ging uitvoeren, kwam het zuidelijk gelegen Senegal in beeld. Met een kustlijn van vijfhonderd kilometer en een eeuwenoude traditie in de visserij bleek Senegal ineens de beste springplank naar het beloofde land.

Hoe wanhopig ben je als je op volle zee een tocht van 1.500 kilometer onderneemt in een open houten boot? Volgens een ruwe schatting van het Rode Kruis zijn het afgelopen jaar drieduizend bootmigranten omgekomen. Honderden jongens verdronken omdat hun boot halverwege schipbreuk leed, anderen stierven door uitputting of uitdroging.

Maar wanhopig? Dat is wat Europeanen denken.

Jonge Senegalezen kijken heel anders aan tegen emigratie. Ze weten dat het vrijwel onmogelijk is geworden een Schengen-visum te krijgen. Konden hun ouders begin jaren zeventig nog gewoon met het vliegtuig naar Frankrijk of Italië, voor hen is dat privilege niet meer weggelegd. Ze kiezen de zee omdat ze vertrouwd zijn met vissersboten. En het is makkelijk om de ogen te sluiten voor de risico’s die ze lopen. Daar wordt simpelweg niet over gepraat. Ze horen alleen de succesverhalen. Ze zien de huizen die de emigranten voor hun ouders laten bouwen. Ze zien de auto’s waarin de emigranten rondrijden als ze in Senegal op vakantie zijn. Ze zien hoe de voormalige nietsnut uit het dorp met geld komt smijten als hij eens in de zoveel jaar zijn vader en moeder bezoekt.

Emigratie is al een fenomeen sinds de koloniale tijd. Van de twaalf miljoen Senegalezen wonen minstens een half miljoen in het buitenland. „De weinige families waarmee het goed gaat, zijn de families die migranten in hun gelederen hebben”, zegt geograaf Papa Demba Fall, die voor het onderzoeksinstituut IFAN migratieroutes in kaart brengt. „De meest gerespecteerde universiteitsdocenten zijn degenen die in Europa hebben gestudeerd. De belangrijkste religieuze leiders zijn degenen die in Europa zijn geweest. Zelfs de voetballers van het nationale elftal spelen allemaal voor Europese clubs. Dat heeft een enorme invloed op onze mentaliteit. Het beeld dat jongeren van Europa hebben, wordt niet alleen bepaald door wat ze op televisie zien, maar ook door de mensen die er zijn geweest. Zo krijgen ze iedere dag de voordelen van emigratie voorgespiegeld.”

Met een vissersboot richting Canarische eilanden vertrekken heet in de volksmond ‘Mbëek’, een woord dat het beeld oproept van een ram die in de aanval gaat. „Mbëek staat voor beuken in de hoop dat het net breekt,” zegt Demba Fall. „Vroeger kon je er omheen, nu kan dat niet meer. Alle middelen zijn dus geoorloofd om het fort open te breken dat rond Europa is opgetrokken.”

Mansour gaf niet op. Kort na de eerste, mislukte poging verkocht hij zijn kostbaarste bezit: het stukje land waarop hij ooit een eigen huis hoopte te bouwen. Het bracht 7.000 euro op, genoeg om voor zichzelf, twee broers en zes halfbroers een kaartje voor de boot te kopen. Wat hij overhield, gaf hij aan zijn vrouw. Deze keer vertelde hij haar wel dat hij van plan was naar de Canarische eilanden te varen. „Ze vroeg: ‘Weet je het zeker?’ Ik zei: ‘Niets is zeker. Als het lukt, is het met de hulp van God’.”

De vrome moslim Mansour is niet ongelukkig in zijn krappe, met foto’s en kunstbloemen versierde eenkamerwoning. „Maar het idee dat ik niets voor mijn dochters kan achterlaten, laat me niet los. Het is heel erg moeilijk om hier een baan te vinden. In Europa kan ik tenminste geld verdienen. Je wilt toch vooruit in het leven. Zo zit de mens nou eenmaal in elkaar.”

De boot zou eind mei vertrekken vanuit een van de kleine vissershavens aan de rand van de stad. Het eten was bij de prijs inbegrepen. Mansour wist dat alles aan boord zou zijn: vaten diesel, zakken rijst, water, gasstellen om op te koken. Ze gingen in het holst van de nacht aan boord, 87 man in totaal. Mansour was een van de oudsten. Het ging vijf dagen goed. Op de zesde dag begon de boot water te maken. Een barst in de boeg. De jonge garde wilde koste was het kost doorvaren. Mansour: „Ze zeiden: ‘Vooruit, we wagen het erop, je gaat maar één keer dood’.” Maar Mansour was het met de kapitein eens dat ze rechtsomkeert moesten maken. Hozend als bezetenen en totaal uitgeput strandden ze uiteindelijk in Mauretanië. Mansour belde zijn vrouw op dat hij nog leefde en nam samen met zijn broers de bus naar Dakar.

Emigratie is een netelige kwestie voor de regering van Senegal, die tot voor kort dan ook angstvallig zweeg over de bootmigranten. Meer dan de helft van de huishoudens leeft onder de armoedegrens. Jongeren die van goedbetaald werk in Europa dromen, zijn vaak van het droge, onvruchtbare platteland naar de hoofdstad getrokken om werk te zoeken in de visserij. Maar de visserij levert steeds minder op en banen ontbreken, ook voor degenen die een diploma hebben. Veertig procent van de stadsjongeren is werkloos. President Abdoulaye Wade heeft zijn beloftes – meer werkgelegenheid, meer koopkracht – niet ingelost. Volgend jaar worden weer presidentsverkiezingen gehouden. Wade mikt op een tweede ambtstermijn. Tot die tijd zal hij zo min mogelijk doen om het probleem aan te pakken, meent de directeur van een buitenlandse hulporganisatie. „Migratie ligt veel te gevoelig. Op het strand pik je de boten die voor migranten gebouwd worden er zo uit. Het zou heel makkelijk zijn om de politie erop af te sturen, maar het is duidelijk geen prioriteit.”

Tekenend voor de huiver van de regering was het fiasco van de eerste repatriëringsvluchten. In mei begon Spanje met het uitzetten van Senegalese migranten die in een opvangcentrum op de Canarische eilanden zaten. Het eerste vliegtuig had 99 geboeide illegalen aan boord. In Dakar werden ze onthaald als martelaars. De Spaanse autoriteiten, zo zeiden ze, hadden hun verteld dat ze naar het Spaanse vasteland zouden worden gevlogen. De Senegalezen waren woedend, de pers sprak van verraad, en de volgende dag zegde de regering de repatriëringsovereenkomst met Spanje op. De kritiek trof niet alleen Spanje, maar ook president Wade, die onder vuur kwam omdat hij een deal met Madrid zou hebben gesloten. Na maanden van moeizaam overleg tussen Senegal, Spanje en de Europese Unie werden de vluchten hervat. Senegal heeft Spanje beloofd 3.000 mensen terug te nemen.

„Op basis van die overeenkomst heeft Wade een boodschappenlijst opgesteld voor Spaanse hulp”, zegt Laurent de Boeck, die verbonden is aan het regionale kantoor van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). „Migratie is inzet geworden van politieke onderhandelingen. Afrikaanse landen zijn er helemaal niet op tegen dat al die werkeloze jongens het land verlaten. Integendeel, als ze eenmaal in Europa zitten, sturen ze miljoenen euro’s naar huis. Emigratie brengt meer geld in het laatje dan ontwikkelingshulp.” In 2002 maakten Senegalezen in het buitenland ongeveer 270 miljoen dollar over, of een kwart van het staatsbudget. Een deel van dat bedrag komt terecht bij de machtige religieuze leiders – marabouts – die op hun beurt goed verdienen aan bootmigranten. Jongens die erin zijn geslaagd naar het buitenland te komen, sturen de rest van hun leven geld naar de marabout die de spirituele wereld gunstig stemde voordat de boot vertrok.

Sinds september speurt nu ook het Europese agentschap voor de buitengrenzen Frontex de Senegalese kust af op bootmigranten. Spanje en Italië hebben patrouilleboten, een vliegtuigje en een helikopter beschikbaar gesteld. Frontex was al actief voor de kust van Mauretanië. Volgens een woordvoerder van het Senegalese leger werden binnen een week 1.400 gelukszoekers van zee gevist. Madrid zegt dat het geen bootmigranten meer kan opnemen. Maar zolang de lidstaten van de Europese Unie het niet eens worden over een gemeenschappelijk immigratiebeleid, blijven de Afrikanen komen, zeggen hulporganisaties.

„Met repressie schiet je weinig op”, zegt De Boeck van het IOM, dat voor een regionale benadering pleit. „Veel Senegalezen zien geen alternatief en migratiestromen zijn per definitie elastisch.” Nu al hebben de patrouilles in Senegal de migranten verder naar het zuiden gedwongen. De nieuwste vertrekpunten zijn Gambia en Guinee-Bissau.

De Senegalese repatrianten van de Canarische eilanden worden tegenwoordig weggemoffeld in Saint Louis, een afgelegen stad in het noorden van Senegal. Pas onlangs sprak president Wade zich uit over het probleem. Met het oog op de verkiezingen heeft hij een ambitieus plan gelanceerd om de zieltogende landbouw nieuw leven in te blazen. De jeugd moet met schoffel en zeis terug naar het platteland. Spanje helpt met de financiering van het miljoenenproject. De bootmigranten „keren hun vaderland de rug toe op het moment dat Afrika hun mankracht het hardst nodig heeft,” zei Wade. Geklets van een hypocriet, schreef een Senegalese jongen verontwaardigd op internet. ‘Abdoulaye Wade heeft jaren in Frankrijk gewoond en kwam terug met een blanke vrouw. Zijn kinderen hebben in Engeland en Zwitserland gestudeerd. En dan durft hij nu te beweren dat het daar niet oké is?!’

Toch gaan ook stemmen op om de exodus te keren. Thiaroye-sur-mer is een haveloos vissersdorp dat via een naar uitlaatgassen stinkende doorgangsweg is vastgegroeid aan Dakar. Hier heeft een groep vrouwen de strijd met emigratie aangebonden. De bekendheid van het vrouwencollectief is vooral te danken aan de daadkracht van voorzitster Yayi Bayam Diouf. Haar enige zoon verdronk eerder dit jaar vlak voor de Spaanse kust. Met een scherp gevoel voor timing viel ze de Franse socialistische presidentskandidate Ségolène Royal snikkend om de hals toen die een bezoek bracht aan de binnenplaats waar de vrouwen couscous en vruchtensap maken. Met de opbrengst van de verkoop proberen de moeders hun gezin draaiende te houden. Ze leggen ook geld opzij voor een pelgrimstocht naar Mekka, waar ze willen bidden voor hun overleden zoons.

„Bijna alle jongens in ons dorp hebben hun visnetten verkocht om te emigreren. Degenen die het niet halen, zijn er erger aan toe dan voorheen. Ze zijn alles kwijt. Nu moeten wij voor hen zorgen. Wij zijn de kostwinners geworden”, zegt vice-voorzitter Abi Samb, die zich puffend koelte toewuift met een plastic waaier. Ze wijst op een lusteloze vrouw die zwijgend op de drempel van het bloedhete kantoor hurkt. „Zij heeft al acht maanden niets van haar zoon gehoord. We gaan ervan uit dat hij is omgekomen.”

De moeders in Thiaroye-sur-mer moedigen hun zoons niet langer aan te vertrekken, zegt Samb. Vroeger deden ze dat wel – allemaal. „Onze echtgenoten zijn polygaam. Sommige mannen hebben vier vrouwen, dus de onderlinge rivaliteit is groot. De succesvolste vrouw is degene die als eerste haar zoons naar Europa stuurt.”

De vrouwen leven op als voorzitter Diouf in een wolk van witte sluiers arriveert. Diouf heeft zojuist gehoord dat een jongen uit het dorp in een opvangkamp op de Canarische eilanden zit. Zijn moeder kreeg vanochtend een telefoontje. Iedereen is opgelucht. Diouf organiseert een openbare bijeenkomst met een imam die het dorp komt toespreken over emigratie. Hij zal de dorpelingen ervan doordringen dat bootmigratie gelijk staat aan zelfmoord, en zelfmoord is een van de ergste zonden in de Koran, vertelt ze.

Haar rechterhand Abi Samb loopt ten afscheid mee naar buiten, naar een zanderig pleintje waar modderige schapen aan een berg vuilnis knabbelen. Samb is een van de gelukkigen. Haar zoon werkt in Italië en stuurt iedere maand geld. Maar hij heeft nog steeds geen huis voor haar gebouwd, zegt ze met een jaloerse blik op het gebouw dat pal naast de coöperatie staat. Het is een splinternieuwe hoekwoning met houten luiken en glanzende witte tegels tot aan het dak. Nergens in Thiaroye-sur-mer staat zo’n mooi huis. „Dat is het huis van een migrant”, verzucht Samb.

Mansour is, zo zegt hij zelf, „stand-by”. Zodra er weer een boot naar de Canarische eilanden vaart, gaat hij mee, al weet hij nog niet waar hij het geld vandaan moet halen. Het is moeilijker geworden, weet Mansour. „De regering moest iets doen omdat de druk van Europa te groot werd.” De eigenaars van de vissersboten, die ruim 13.000 euro per overtocht opstrijken, wachten af. De ronselaars en de gelukszoekers ook. Over een maand of twee zal de storm wel weer zijn gaan liggen, denkt Mansour. Dan grijpt hij zijn kans. „Ik geloof in God.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten