maandag 24 januari 2011

Gaan 'we', 'gewoon', weer iemand uitleveren?!

Nederland, of eigenlijk Nederlandse Regeringen (en dan vooral die van rechtse signatuur) hebben er alles voor over om bij de Amerikaanse (regering) in een goed blaadje te komen en blijven. Dat zagen we bijvoorbeeld bij de kontlikkerij van Bakenende en de Hoop Scheffer richting George 'W' Bush, toen er een mooi baantje voor de laatste geregeld moest worden; 'we' gingen er zelfs voor mee in een illegale oorlog!

Zo leverde Donner 'gewoon' een Nederlandse staatsburger uit, terwijl het er alle schijn van had dat 'er een (drugs) zaak gefabriceerd was' tegen de 'Zwolse Discjockey'. En zo zijn er voorbeelden legio. Is het andersom ook zo? Dat de USA haar staatburgers uitlevert als Nederland denkt een zaak te hebben, of bijvoorbeeld het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, tegen (bijvoorbeeld) een Amerikaanse militair die wandaden heeft gepleegd?! Dacht het niet! Amerika nam zelfs een speciale wet aan, the 'The Hague Invasion Act' voor zulke gevallen; de yanks kunnen dan Nederland/Scheveningen aanvallen om die aangeklaagde onderdaan met geweld te 'bevrijden'.

De verhoudingen zijn dus volledig zoek! En nu dreigt er een nieuwe uitlevering; alle kanonnen van 'de Transatlantische Banden' (Telegraaf, Verhagen, Hillen, etc., en natuurlijk Flutte zelf) zijn in stelling gebracht en vuren op...Rop Gonggrijp, ooit oprichter van xs4all (toen dit merk nog een èchte kwaliteitsprovider was).

In het onderstaande artikel betoogt Yasha Lange in de Groene Amsterdammer waarom het tegendeel van uitlevering de juiste actie van de Nederlandse Regering zou zijn: actieve steun voor deze Nederlander die, volgens Julien Assange, een 'modelburger'is.
Steun Gonggrijp door YASHA LANGE, Groene Amsterdammer,
vrijdag 21 januari 2011
ROP GONGGRIJP heeft nooit een geheim gemaakt van zijn samenwerking met WikiLeaks. Toen de klokkenluiders in april 2010 een video met de beschieting van burgers in Irak naar buiten brachten, gaf Gonggrijp op de radio al toelichting over zijn betrokkenheid. Hij was naar IJsland gevlogen en had WikiLeaks geholpen de boel te organiseren.
Goed werk. Maar nu staat Gonggrijp, oprichter van internetprovider xs4all, plots publiekelijk terecht als anarchist en gevaarlijk hacker. De Telegraaf noemt hem 'Assange's adjudant', duidt hem consequent aan als 'meesterhacker' en voert zogenaamde experts op die op tamelijk smadelijke wijze Gonggrijp neerzetten als een staatsgevaarlijk sujet. Terwijl het enige nieuws is dat de Verenigde Staten, in een grove poging alles en iedereen die iets met WikiLeaks van doen heeft het leven zuur te maken, een strafrechtelijk onderzoek tegen Gonggrijp is gestart.
Zeker, Gonggrijp komt uit de hackerswereld. Hij richtte Hack-Tic op, een 'Tijdschrift voor Techno-Anarchisten'. Maar er zijn hackers en hackers. Gonggrijp zette zijn kennis in voor betere beveiliging (elektronisch stemmen, OV-chipkaart) en bescherming van persoonsgegevens. Zijn motto is al jaren: wees waakzaam dat de massa aan data die tegenwoordig verzameld wordt niet in verkeerde handen valt.
Een rechtbank in de Verenigde Staten heeft nu bij Twitter om allerlei gegevens van 'medewerkers' van WikiLeaks gevraagd. Twitter is zo netjes geweest dit verzoek door te spelen aan Gonggrijp en de anderen. Maar dikke kans dat de VS ook verzocht hebben om gegevens bij providers, hostingbedrijven, Facebook, banken, enzovoort. Breed schieten in de hoop iets te raken - ironisch genoeg exact het soort data-mining waar Gonggrijp altijd voor waarschuwt.
De VS zijn bereid ver te gaan. De principes - rechtsstaat, vrijheid van meningsuiting - worden even ondergeschikt gemaakt aan het eigenbelang: WikiLeaks stoppen door geldstromen te blokkeren, druk uit te oefenen op internetproviders en 'medewerkers' te vervolgen. Het is een effectief middel: bedrijven kiezen eieren voor hun geld, burgers doen liever niet mee uit angst vervolgd te worden.
Dat is de tweede ironie: precies om die reden besloot Gonggrijp na april 2010 juist níet verder met WikiLeaks samen te werken; hij had geen zin permanent op de vlucht te zijn voor de Amerikaanse justitie. Maar nu moet hij alsnog advocaten inhuren om te voorkomen dat hij onderdeel wordt van een strafrechtelijk onderzoek naar de vermeend criminele organisatie WikiLeaks, en loopt hij serieus risico uitgeleverd te worden aan de Verenigde Staten. Dat deugt niet, en hij verdient steun in het aanvechten hiervan. Behalve Gonggrijp is ook een andere 'medewerker' van WikiLeaks onderdeel van het strafrechtelijk onderzoek: het IJslandse parlementslid Birgitta Jonsdottir. De regering in Reykjavik heeft direct de Amerikaanse ambassadeur op het matje geroepen. Dat zou de Nederlandse regering ook moeten doen. Misschien heeft minister van Buitenlandse Zaken Rosenthal dat al gedaan, maar dat zou hij in dit geval dan wel bekend mogen maken. Die openheid heeft nou juist Rop Gonggrijp wel verdiend.
Rop Gonggrijp

Een interview met Gonggrijp in NRC:

Knutselen

De hackercultuur is ontstaan in het Californië van de vroege jaren zeventig. In garages in middle-class buurten begonnen jonge nerds met elektronica te knutselen en de eerste home-computers werden geschapen. Niet alleen computers werden ontwikkeld, ook de mogelijkheden van telefonie en computernetwerken werden onderzocht door hobbyisten.

De eerste informatie-netwerken kwamen van de grond, zoals community-memory van Lee Felsenstein in de bay-area in San Francisco: overal publieke terminals in wasserettes en buurthuizen, waarop iedereen berichtjes kon lezen en versturen naar een publiek prikbord.

Uit diezelfde tijd stamt het blad YIPL: Youth International Party Line. Het blad van bekende practical jokers and political pranksters (politieke grappenmakers) draagt de anarchistische filosofie uit van de 'Yippie-movement'. Hun held was de hippie Abbie Hoffman, een van de kopstukken van de Vietnambeweging en schrijver van het boek Fuck The System. Het woord Yippie is natuurlijk een variant op hippie, vergelijkbaar met de term punk en anarcho-punk.

Multimedia-kunstenaar Joey Skaggs heeft een prachtige website, in de sfeer van die tijd. Er is een foto uit 1968, waarop hij, als langharige, een houten kruis op zijn rug door de straten van Manhattan sleept. Het kruis was tentoongesteld op de New York University in een tentoonstelling genaamd Angry Artist, in protest tegen de oorlog in Vietnam.

In die tijd stond telefoonmaatschappij AT&T voor een gehaat monopolie. Toen zelfs speciale telefoonbelasting was ingevoerd om de oorlog mede te financieren, stond telefoneren gelijk met 'foute politiek'. Er kwam een beweging op gang die trucjes publiceerde: hoe bel je op kosten van AT&T, hoe kraak je de nieuwe codes van de calling-card. Het waren de 'phreaks', the phone freaks die phreak-zines uitgaven. Tegelijkertijd kwam er een stroom van publicaties op gang over hoe je sloten kon kraken en de gasmeter kon omdraaien. De Amerikaanse hacker Count Zero, die publiceerde in het hackertijdschrift 2600 over het kraken van telefonie, zei in het computerblad NET: 'Mij ging het niet om inbreken. Ik wil weten hoe iets in elkaar steekt. Als ik een slot in mijn handen heb, schroef ik het uit elkaar omdat die informatie moeilijk te verkrijgen is, ik geef kennis door.' In Nederland publiceerde het krakersblad Bluf! in die dagen de rubriek Methode en Technieken, waarin ook onderwerpen als gratis telefoneren aan de orde kwamen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten