vrijdag 12 april 2024

EVEN TERUGKIJKEN(2000) / TIJDGEEST / TROUW ARCHIEF: Karel Glastra van Loon - 'Ik zei de gek' / VERWARDE PERSONEN / ZWERVERS / DE WEG KWIJT /

 Cartoon overgenomen van 'medischcontact.nl'   ---  Hier  ---

Ik zei de gek

'Volgevreten, zelfingenomen lamzakken zijn het!'

De jongen spreekt tegen niemand in het bijzonder. Hij spreekt nooit tegen iemand in het bijzonder.

Hij staat op de hoek van de straat onder de luifel van de Etos, in zijn ene hand een ver fomfaaide krant, in zijn andere een lege milkshakebeker van McDonald's.

door Karel Glastra van Loon

30 december 2000 Originele artikel in het Archief van Trouw: https://www.trouw.nl/voorpagina/ik-zei-de-gek~bf4417e5/


,,Money is de maat van alle dingen!

Verdommeste klootzakken!

VERDOMMESTE KLOOTZAKKEN!''

In de deuropening van de Etos verschijnt een allochtoon in een bewakingsuniform, handen op de rug, voeten iets te ver uiteen, bestudeerde onverschilligheid.

,,Het kan jullie natuurlijk geen ene fuck schelen'', sist de jongen. ,,Geen ene fuckfuckfuckfuckfuck!'' En dan, zangerig: ,,Geen ene FUCK, geen ene FUCK, geen ene FUCK!'' Hij maakt er kleine hupjes bij, zoals voetbalsupporters dat vroeger deden, toen je nog staantribunes had.

De allochtoon in uniform trekt zich terug in de drogisterij.

,,Hierrrr!'' De jongen slaat met de McDonald's-beker op de krant. ,,Schrijf 'em maar bij op uw lijstje: DE ONDERTITELAAR. Slachtoffer nummer 347 van dit kalenderjaar. En we moeten nog bijna twee maanden!''

Met gedragen stem begint hij voor te lezen uit het artikel: ,,Steeds meer ondertitelaars houden het voor gezien. Zij krijgen te weinig tijd om hun werk naar behoren te kunnen doen - en worden nog slecht betaald bovendien.''

,,Zie daar!'', roept de jongen. ,,Alweer een niche die vrijkomt voor de meest succesvolle specimen van dit neo-neoliberale tijdsgewricht: de BEUNHAAS!

''En weer begint hij te zingen, ditmaal op een melodie van Jaap Visser: ,,De beunhaas, de beunhaas, de beunhaas is een kuthaas, de beunhaas is een...

''Er stopt een politieauto voor de Etos.

Als de twee agenten zijn uitgestapt, komt ook de allochtoon in uniform weer tevoorschijn. Met een klein knikje van zijn gemillimeterde hoofd wijst hij de agenten op de jongen, als om er zeker van te zijn dat zij niet, in een primaire reflex, hém voor de boosdoener aan zullen zien. De agenten pakken de jongen vast, het heeft bijna iets liefdevols: zoals de één een arm om hem heenslaat, terwijl de ander zich licht vooroverbuigt om hem in het gezicht te kunnen zien.

,,Komt u met ons mee?''

Zelfs de toon waarop de vraag wordt gesteld, is liefdevol.

,,De beunhaas, de beunhaas...'', zingt de jongen.

Maar hij laat zich zonder problemen op de achterbank van de politieauto zetten, waar hij gezelschap krijgt van één van de twee agenten. De ander kruipt achter het stuur, steekt een hand op naar de bewaker, en rijdt weg. De bewaker trekt zijn stropdas recht.

Ik heb er al die tijd met mijn neus bovenop gestaan, maar Victor heeft me niet herkend.

Jongens waren we, vervelende jongens. We zaten samen op het gymnasium, vertaalden samen ooit Ovidius. We waren samen verliefd op hetzelfde meisje, en werden vooral veel samen de klas uitgestuurd. Dat we allebei met minimale cijfers slaagden voor ons eindexamen, werd ons door menig klasgenoot misgund. Dat maakte het voor ons alleen maar mooier.

Ik herinner me een avond, ergens in de vroege jaren tachtig. We waren allebei voortijdig gestopt met onze studie, Ronald Reagan was president van de Verenigde Staten, en er was iets met Ruud Lubbers en een hangar in Koeweit - de details zijn me ontschoten. Het waren onze wodkadagen.Victor zei: ,,De meest verstokte communistenhaters zijn de mensen die zelf moeiteloos in dat systeem zouden passen. Zoals de apparatsjiks d r ook zonder meer geschikt zouden zijn voor een hoge functie hier.''

Victor zei: ,,Binnenkort krijgen de hoge heren in het Oostblok zelf genoeg van die derderangs bediening in de hotels, de slechte kwaliteit van de limousines, het gebrek aan goeie callgirls. Dan schaffen ze het communisme af en worden kapitalist - en dan zul je zien dat ik gelijk heb. Er bestaat geen tegenstelling tussen de belangen van de machtigen daar en de machtigen hier. Dat zijn praatjes om ons dom te houden. Dom en bang.''

Victor zei: ,,Heb jij Ruud Lubbers ooit op een begrijpelijke zin kunnen betrappen - laat staan op een heldere gedachte?''

Victor zei: ,,Eeuwigdurende groei, dat is een leuke fantasie voor jongetjes van zeven.''

Na de wodkaperiode kwam de jenevertijd. Ronald Reagan ging, George Bush kwam, Lubbers bleef, in het Oostblok schaften de apparatsjiks het communisme af en deden zichzelf de staatsbedrijven cadeau. Voortaan reden ze in westerse limousines, voortaan waren alleen de mooiste callgirls mooi genoeg.

Victor zei: ,,The Kremlin goes kinky.''

Victor zei: ,,Bestaat Ruud Lubbers wel?''

We keken samen naar het groene vuurwerk boven Bagdad, naar de videogames van Norman Schwarzkopf, naar de heldendaden van onze jongens in de Golf.

,,De goalkeeper!'' riep Victor enthousiast.

,,We hebben dan wel geen scorende spitsen, maar we hebben wel: de goalkeeper!''

En we noemden hem liefkozend de Beer van de Meer, de Bolle van Zwolle, en later, toen uitkwam dat het ding al die tijd niet had gefunctioneerd: het Lek van PEC.Jongens waren we, oudere jongens.

Er gaan dagen voorbij dat ik niet aan Victor denk.

Er gaan dagen voorbij dat ik tamelijk gelukkig ben. Ik heb een huis, een vrouw, een auto, een kind - niet noodzakelijkerwijs in die volgorde. Als ik over de hei fiets en een buizerd boven de bosrand zie zweven, als ik in bad zit met een glas whisky en een goed boek, als het kind slaapt en de haard brandt en we de liefde bedrijven op de bank, als het kind 's ochtends vroeg zachtjes in zichzelf zit te lachen, rechtop in haar bedje, ja, dan geloof ik wel dat ik gelukkig ben.

Volgens de buren ben ik een aardige jongen. En dat is ook een vorm van vooruitgang.

We vertelden elkaar graag sterke verhalen, Victor en ik.

Dan zei hij: ,,Toen ik vijf was ben ik eens weggelopen op het strand van Zandvoort. Er waren races op het circuit. Ik ben in een formule 3-bolide gestapt, ergens achteraf, waar de lucht zwaar was van benzinedamp en motorolie. Met mijn handjes om het stuur heb ik me in de race gemengd - en gewonnen, natuurlijk. Ze ontdekten me pas toen ik juichend over de finish ging. Die handjes boven de auto, die deden me de das om.''

En ik: ,,Van mijn zesde tot mijn elfde heb ik elke week getraind op lange-afstand-onderwaterzwemmen. Mijn persoonlijk record kroop van tien naar vijfentwintig naar veertig, vijftig, honderd meter. Het langste wat ik ooit heb gehaald, is honderddrieëndertig meter. Het is dat een alerte badmeester me van de bodem heeft gevist, anders had ik het niet kunnen navertellen.''

,,Ik geloof je niet'', zei Victor.

,,Toch is het waar'', zei ik. ,,Nou ja, op de getallen na.''

Vrienden hebben me vaak gevraagd: wanneer begon het mis te gaan? Er is geen antwoord op die vraag, of er zijn duizend antwoorden. Misschien is het begonnen op de ringweg rond Utrecht, in de herfst van 1994. Victor werkte in die tijd als koerier. In de vrijdagmiddagdrukte kon hij de afslag niet vinden die hem naar een bedrijf moest leiden waar hij, terug op de snelweg, telkens weer vlak aan voorbijreed.

,,Het was'', zou hij later zeggen, ,,als in een kwade droom: het doel steeds zo dichtbij en toch zo onbereikbaar.''

En het werd nog erger.

Want even vaak als hij aan het bedrijf voorbij reed, kwam hij ook langs een reusachtige koffiekop die hoog boven de A2 reclame maakt voor Douwe Egberts. En elke keer ook zag hij een billboard dat hem toeschreeuwde: U BENT TOE AAN EEN DAEWOO!

,,En ik had geen idee'', zei Victor later, ,,wat dat was, een Daewoo.''

,,En er reed een vrachtwagen voor me'', vertelde hij, ,,met een sticker achterop: 'Vindt u dat ik goed rij? Bel 06-weetikveel'. En ik wilde het nummer opschrijven, om te laten weten dat ik vond dat hij schandalig reed, maar ik kon geen pen vinden, en toen miste ik weer een afslag, en toen werd ik gesneden door zo'n klootzak in een leasebak met een autotelefoon, en toen zag ik in neonletters de woorden CAP-Gemini, en ik bleef me maar afvragen wat dat toch betekenen kon: CAP-Gemini!?''

Hij had zijn auto aan de kant gezet en was gaan lopen. Later die avond hadden twee agenten hem in Vleuten van de straat geplukt. Bij een bushalte had hij het glas van een abri ingeslagen, waarna hij zijn aansteker onderaan de reclameposter had gehouden. Toen de politie kwam, waren de vlammen net bezig aan de woorden 'U BENT TOE'.

Ze hebben hem een week in observatie gehouden, daarna mocht hij weer gaan.,,Ik ben niet gek'', zei hij, toen hij weer thuis was. ,,Ik was alleen wat in de war.''

Zekerheidshalve dronken we kruidenthee. En Victor zei: ,,We laten ons er natuurlijk niet onder krijgen''.

En ik zei: ,,Nee, natuurlijk niet''.

En hij: ,,Het is net als met die kwestie van het glas dat halfvol is, of halfleeg. Als wij naar de wereld kijken zien we een op hol geslagen menigte idioten achter het grote geld aanjagen. Maar anderen kijken naar diezelfde wereld en wrijven zich vergenoegd in de handen: zoveel dynamiek, zoveel dadendrang!''

Victor zei: ,,Madness is in the eye of the beholder''.

En ik zei: ,,Ja, en vooruitgang ook''.

Misschien begon het ook al eerder, al in de derde klas van het gym. We lazen bij Nederlands het Huldedicht aan Singer, van Paul van Ostaijen:

Slinger

Singer

naaimasjien

Hoort

Hoort

Floris Jespers heeft een Singernaaimasjien gekocht

Wat

Wat

jawel

Jespers Singer Naaimasjien

Hoezo

jawel

ik zeg het u

Floris Jespers heeft een Singernaaimasjien gekocht

En Victor die opstond, achterin de klas, en riep:

,,Hoort, hoort, zegt het voort!

Sandra Brinkhorst heeft een Salty Dog!

Hoezo?

Jawel!

Ik zeg het u: een jas van Salty Dog gekocht.

Waarom?

Waardoor?

Wat wil zij?

Jawel!

Zij zal!

Hoezo!

Want Salty Dog is de beste!

De beste?

Waarom?

Hoe kan dat?

Wie weet!

Alles is schijn!''

En Sandra Brinkhorst met haar jas op de voorste rij - woest was ze, woest!

Of misschien begon het nog wel eerder. Toen hij zeven was en hij zijn moeder in bed betrapte met een andere man.

Maar misschien is dat ook wel nooit gebeurd.

Victor zei: ,,Waarom zou ik mij aan de waarheid houden, als overal de leugen regeert?''

Victor zei: ,,Laten we afspreken dat we elkaar blindelings geloven, ook als we weten dat de ander liegt. Laten we elkaar beloven dat we onze vriendschap nooit zullen verloochenen, in het volle besef dat we die belofte zullen breken.''

Victor zei: ,,Laten we met de punt van mijn zakmes een wondje maken in de wijsvingers van onze rechterhand, en laten we die dan tegen elkaar aandrukken en onze band bezegelen in bloed, ook al weten we dat ons bloed slechts drager is van lucht en ziektes en niet van onze ziel.''

En aldus geschiedde.

Tegenwoordig ga ik niet meer twee keer in de week naar Amsterdam om te kijken hoe het met hem is. Ik leen hem ook geen geld meer. Ook dat is een vooruitgang.

,,Victor wil niet geholpen worden'', zeggen mijn vrienden.

,,Je onderhoudt zijn verslaving'', zegt mijn vrouw. Ze heeft gelijk. Van de kruidenthee stapte hij al spoedig weer over op de whisky. Daarna ging het van kwaad tot erger. Sinds een paar jaar drinkt hij 's ochtends bier en 's middags synthetische vruchtenwijn, of andersom. 's Avonds slaapt hij zijn roes uit in een portiek, of in een politiecel. Hoe zijn nachten eruit zien, wil ik liever niet weten.

In 1997 is Victors rijbewijs ingetrokken. Daar ben ik justitie nog altijd dankbaar voor. Nu hoeft hij niet te zien wat er langs de A12 gebeurt bij Veenendaal en Bunnik, of langs de rondweg om Amsterdam. Hij hoeft niet te weten dat er aan de A4 ter hoogte van Zoeterwoude een gigantisch reclamebord staat met een halfblote vrouw en de tekst:

WIL JE WETEN HOE IK RIJ?

BEL 0800-ENZOVOORT.

Victor reist ook al lang niet meer met de trein, hij kan zijn geld wel beter gebruiken. Zo weet hij niet hoe Hoofddorp er tegenwoordig uitziet, of het stationsplein in Leeuwarden - ook daarvoor ben ik dankbaar. Hoofddorp zou beslist de genadeklap zijn geweest.

Als ik zelf nog wel eens in Amsterdam kom, en ik zie hem staan, onder de luifel bij de Etos, dan houd ik hooguit vijf minuten stil. En ik kijk en ik luister naar wie ik was, of had kunnen zijn. Hij herkent me niet meer. Ik doe geen moeite meer. Maar thuis volg ik het nieuws met zijn ogen, hoor ik in mijn hoofd bij elk bericht zijn stem:

NOODWEER TEISTERT EUROPA -

,,Geeft niks, landgenoten, in de file zit je droog''.

TOPFUNCTIE BIJ VN VOOR LUBBERS -

,,Hij bestaat! Kofi Annan heeft het verlossende woord gesproken! De man die zijn eigen vrouw op de vlucht joeg, gaat zich ontfermen over de vluchtelingen! Het is nooit te laat om te kiezen voor menslievendheid!''

TOCH ONBEVOEGDEN VOOR DE KLAS...

PARTICULIERE BEWAKER VERVULT STEEDS MEER POLITIETAKEN...

WERKLOZEN VERPLICHT TOT WERKEN IN DE ZORG... -

,,De beunhaas, de beunhaas, de beunhaas is...''

Mijn vrouw wil weten wat ik zing, zo zachtjes voor mij uit. Maar ik zeg niks.

Er zijn dit jaar meer paddestoelen in het bos dan ooit.

En op zondagavond om halftwaalf is er de serie 'Cold Feet' bij de Vara.

Dat zijn troostrijke gedachten.


Meer van Karel Glastra van Loon in het archief van Trouw   ---  Hier  ---




Geen opmerkingen:

Een reactie posten