dinsdag 29 juli 2014

Scheve Verhoudingen in de Nederlandse Sport; weinig Media-/TV-aandacht voor de Zaalsporten

Voor zover er iets als 'komkommertijd' bestaat in de mondiale sport, breekt die na aankomend weekend - met het einde van de Tour de France - in Nederland wel aan. Wat betreft reguliere programmering is dat bij de NPO al zowat twee maanden het geval, en ook kranten en tijdschriften zijn allang een tandje teruggeschakeld. Natuurlijk zijn de clubvoetballers allang weer bezig, FC Groningen is zelfs al uitgeschakeld voor de Europese Bekers 2014-2015, en landelijk zal het niet lang meer duren voordat Studio Sport het over weinig anders meer zal hebben, zo'n tien lange maanden lang... En dat is natuurlijk moeilijk te verteren voor aanhangers van andere sporten die wat aandacht van Studio Sport (en andere Nederlandse TV-zendgerechtigden) tekort komen...

Als het om het Nederlandse Basketball heb word ik vaak voor gek versleten, maar ik zeg er altijd bij dat de hele verhoudingen Zaal- vs. Veld-sporten scheef is, wat betreft TV-aandacht, maar zeker ook wat betref de financieele steun, dan wel het kosten batenplaatje voor de beoefenaren van die twee categorieën sporten.

Nu besteedt eindelijk eens een serieuze krant hier aandacht aan; NRC, zie hieronder. Ik zoi alleen weleens een toelichting bij de ledenaantallen horen, want die snap ik niet allemaal...



In de sporthal zie je zelden een tv-camera

Achtergrond Veel zaalsporten hebben het zwaar. Sponsors kan weinig geboden worden en zonder eigen accommodatie is de binding gering. Handbal ontvlucht de malaise dankzij de competitie met Belgische clubs.

NRC/Sport, 19 juli 2014 | pagina 26 - 27, Door onze redacteur Henk Stouwdam

Heb meelij met de zaalsporters. Die zijn er steeds minder, spelen op een steeds lager niveau voor steeds minder toeschouwers en verdienen steeds minder geld. Maar het zelfbeklag neemt af. Defaitisme maakt steeds meer plaats voor realisme met een vleugje optimisme.
Natuurlijk is de aloude klaagzang nog niet verstomd. NOS Studio Sport blijft een gebeten hond vanwege de geringe airplay voor zaalsporten. Terugkerende klacht: hoe kun je sponsors werven zonder televisiezendtijd? Met als onderliggende frustratie: altijd maar dat voetbal, schaatsen of wielrennen. In een sporthal zie je zelden een camera.

Maar, er klinken tegengeluiden. Van Redbad Strikwerda bijvoorbeeld. De volleybalcoach van de Zwolse landskampioen Landstede: „Ik ben positief over de Nederlandse eredivisie. Daaruit komen altijd weer interessante spelers voort.” Strikwerda zou willen dat de volleybalbond Nevobo afstapt van het centrale opleidingssysteem op het nationale sportcentrum Papendal en de eredivisie weer omarmt. Ferm: „Dat is onze kraamkamer.”

Nadat Henk Reekers zijn hart heeft gelucht over afnemende media-aandacht voor basketbal, omarmt ook hij de werkelijkheid. De voorzitter van de Federatie Eredivisie Basketbalclubs (FEB) – verantwoordelijk voor organisatie van de eredivisie – vindt dat clubs bereid moeten zijn hun ambitieniveau bij te stellen. „Waarom zou een club zich terugtrekken uit de eredivisie als een begroting voor een selectie met minimaal twee Amerikanen – wat als norm wordt gezien – onhaalbaar is? Doelstelling aanpassen, zou ik zeggen. Met minder geld kunnen de resultaten meevallen. In economisch zware tijden moet ook de concurrentie een stap terugdoen.”


Strikwerda en Reekers hebben de pech dat zij actief zijn in sporten met opstekende tegenwind. Het sociaal-wetenschappelijk sportonderzoeksbureau Mulier Instituut heeft uitgevogeld, dat zaalsporten zonder een eigen accommodatie steeds meer verpieteren. Sponsors kan weinig geboden worden, er is nauwelijks of geen baromzet en er is amper gelegenheid aan verenigingsbinding te doen. Bij sporten met een eigen accommodatie, zoals voetbal en hockey, zie je een tegengestelde ontwikkeling.

Een paar cijfers van het Mulier Insituut: teamsporten zonder een eigen accommodatie (volleybal, handbal, basketbal) hebben minder vaak een eigen kantine (22% versus 97%) dan teamsporten met een eigen accommodatie (voetbal en hockey). Ze hebben ook meer moeite (36% versus 19%) nieuwe leden te werven , hebben minder vaak (50% versus 69%) een langetermijnvisie op papier en zien de toekomst (38% versus 59%) minder zonnig tegemoet. Het is geen wonder, concludeert het Mulier Insituut, dat het die verenigingen in een toenemende competitieve markt minder goed vergaat.

De handballers wachten niet af en beginnen, heel anticyclisch, vanaf komend seizoen bij de mannen een nieuwe competitie: de BeNe Liga, een samensmelting van de vier sterkste Nederlandse met de vier sterkste Belgische clubs. Het grensoverschrijdende plan heeft zeven jaar in de week gelegen, maar is nu pas geformaliseerd. De topclubs speelden naast de reguliere competitie al die jaren in de BeNe Liga en zijn blij dat het Nederlands Handbal Verbond (NHV) de proefperiode eindelijk heeft afgerond.
De vier Nederlandse topclubs Bevo, Aalsmeer, Limburg Lions en Volendam voelen zich eindelijk verlost van de ongelijke potjes tegen lagere clubs. Want het niveauverschil in de eredivisie was groot. Het wordt vanaf volgend seizoen elke wedstrijd knokken tegen gelijkwaardige of beter Belgische tegenstanders. Om als toetje na de competitie met de twee sterkste clubs in de Nederlandse eredivisie de play-offs om de nationale titel te spelen.

Het volleybaldier Strikwerda is best een beetje jaloers op de handballers. Een zestal jaren teug is ooit in het volleybal gepoogd een lagelandencompetitie van de grond te tillen, maar tot Strikwerda’s ongenoegen is dat initiatief nooit doorgezet. Treurend: „Nu is er in België geen belangstelling meer. Vind je het gek, de nummer vijf van België krijgt meer tegenstand in de eigen competitie.”

Aan de klaagzang dat jonge Nederlandse volleyballers te snel de stap naar het buitenland maken, doet Strikwerda niet mee. „Als spelers uitgedaagd willen worden op een hoger niveau, moeten ze gaan. Dan maakt de leeftijd niet uit. Ik heb bijna al die spelers zien doorstromen naar het nationale team. Vaak met een tussenstap in België of Duitsland, maar toch. Dat moet de Nevobo te denken geven. Wat heeft het talentteam onder leiding van Ron Zwerver de laatste jaren gepresteerd? Niets, want ze hebben zich voor niet één groot jeugdtoernooi gekwalificeerd. Het wordt tijd dat de Nevobo die situatie onder ogen ziet en met de eredivisieclubs om tafel gaat zitten. De eredivisie moet eindelijk eens belangrijk worden gemaakt.”

Een eerste stap heeft de Nevobo al gezet door voor komend seizoen het talentteam tot de eredivisie toe te laten. Bondsdirecteur Joëlle Staps vertelt dat elk jaar circa vier spelers uit dat team moeten doorstromen naar een eredivisieclub en de verplichting krijgen daar minimaal twee jaar te blijven. Daarvoor moeten zij een zogeheten opleidingsbeding tekenen, met als doel vroegtijdige uitstroom naar het buitenland te voorkomen. Staps: „Dat wordt onze kurk op de eredivisie. Het past in ons opleidingsplan talenten in een beschermde omgeving te leren presteren.”

De basketballers hebben voor komend seizoen ander problemen. De FEB heeft de deadline voor licenties verlengd om clubs die de begroting niet rond hebben een beetje lucht te geven. Voorzitter Reekers vertelt dat met name Wijchen en Amsterdam hun zaakjes nog niet op orde hebben. Hij wil voorkomen dat die clubs dezelfde weg als het verdwenen Bergen op Zoom en Rotterdam volgen. Reekers wil graag vasthouden aan tien eredivisieclubs.

De inschrijving van Groningen is zeker, ook al heeft de landskampioen het afgelopen speeljaar met een tekort van 135.000 euro afgesloten. Geen bewijs van verantwoord besturen van een club die bij thuiswedstrijden goed is voor ruim 4.000 toeschouwers, veruit de grootste Nederlandse supportersschare. De krappe financiële situatie dwingt Groningen vrijwel zeker tot bijstelling van een sportieve ambities.

Terugtrekken uit de competitie is een vergaande, emotionele stap, omdat er banen in het geding zijn. Vraag het de volleybalclub Reflex uit Kampen, dat zich onlangs terugtrok uit de eredivisie. Zware inspanningen ten spijt is het niet gelukt de selectie op peil te houden, vertelt Theo van der Maten van de technische commissie. „Eer vertrok een drietal. Maar opvolger waren niet te vinden. Van de acht die aanvankelijk zouden blijven, kozen er zes voor een andere club. Toen was het gedaan. Wij hebben niet de financiële middelen die topclubs wel hebben. Dan kun je geen spelers binden. En aanvulling vanuit onze jeugd is er niet. Steeds minder jongens gaan volleyballen, is onze ervaring. Een groeiend volleybalprobleem .”

En dan te bedenken dat zaalsporters al voor een habbekrats spelen. Waar basketballers nog iets verdienen bij clubs met een begroting tot drie ton, spelen de meeste volleyballers voor het minimumloon.

Hockey Veel jeugd
Verschil in ledental tussen senioren en junioren bij teamsporten in 2012:

Basketbal
Junioren: 29.076
Senioren: 23.418

Handbal:
Junioren: 29.741
Senioren: 23.523

Volleybal:
Junioren: 53.845
Senioren: 62.685

Korfbal:
Junioren: 47.442
Senioren: 48.419

IJshockey:
Junioren: 1.667
Senioren: 4.070

Voetbal:
Junioren: 601.068
Senioren: 608.345

Hockey:
Junioren: 158.701
Senioren: 74.232

Geen opmerkingen:

Een reactie posten