vrijdag 1 september 2023

SHARTIE AART DEKKER N.A.V. GROENE COLUMN EN SINEAD O´CONNOR / ZINGEN: ´Het is een breed gedragen misverstand dat je moet kunnen zingen om te mogen zingen´- Rebekka de Wit

 

Dichters & Denkers

De weg terug naar het struikgewas

Rebekka de Wit beeld Femke van Heerikhuizen

nr. 31


‘Tell me, how many times in your life did you try to stop singing?’

Vraag aan Sinéad O’Connor, BBC Radio, 2010

Ooit speelde ik een struik in een grote musical. Groot, zeg ik, dat weet ik eigenlijk niet. Negen was ik, dus de meeste dingen waren op dat moment nog groot, ook de struiken. Ik was overigens niet een integrale struik, maar vormde samen met vijf anderen het struikgewas.

Eén regieaanwijzing had het struikgewas gekregen en dat was ‘niet te jolig doen’. Ik wist niet wat dat was en probeerde dat te verbloemen, wat me goed af ging omdat ik een vreselijk zwaar pak van ontplofte groene tule droeg, waaraan paarse ballen bungelden die bosbessen moesten voorstellen.

Er waren wel grotere rollen, die van de muizen bijvoorbeeld, maar dat was ik niet geworden, tot mijn grote opluchting, want dan had ik een solo moeten zingen en er was me al lang duidelijk dat ik alleen in mijn borststem een beetje dragelijk klonk. Niemand had dat zo tegen me gezegd, maar het was me op verschillende manieren duidelijk gemaakt. Het struikgewas was de buffer waardoor ik uit volle borst kon zingen en zo was ik onderdeel van een symfonie, wat me later zelden nog is overkomen.

Het is een even verdrietig als breed gedragen misverstand dat je moet kunnen zingen om te mogen zingen. Een misverstand bovendien dat zich vrij vroeg in het leven lijkt te nestelen in ons binnenste. Mijn dochter bijvoorbeeld, drie – nog niet echt besef van gisteren en morgen, aangezien ze vaak zegt: ‘Ik weet het nog niet meer’ – wilde laatst niet met me zingen ‘omdat Vela had gezegd dat ze lelijk klonk’. Ik zei tegen haar dat ze een voorbeeld moest nemen aan de haan, die zich daar niks van aantrekt, en daardoor – niet alleen wat dat betreft – een enorm inspirerend schepsel is, maar ze dacht dat ik bedoelde dat ze als een haan klonk en daardoor wilde ze al helemaal niet meer zingen.

Ik zing alleen uit volle borst als ik alleen in de auto ben. Niet per se omdat ik daar alleen ben, alhoewel dat er waarschijnlijk alles mee te maken heeft, maar tijdens het rijden durf ik nooit aan de radio te prutsen, dus om de stilte te verdrijven ga ik zingen. Ik zing, met andere woorden, omdat er anders geen muziek is. Die is er doorgaans wel, aangezien de meeste mensen een premium abonnement hebben op oneindige hoeveelheid muziek en draadloze boxen.

Nadat ik een paar liedjes heb gezongen is het net alsof ik in de zee ben geweest, maar goed, waarom zou je gaan zwemmen als Spotify dat ook voor je kan doen. Wel zo makkelijk, hoef ik de wereld niet lastig te vallen met mijn eigen volle borst. Dat scheelt enorm. Hoef ik mijn eigen borst niet meer in trilling te brengen en in die trilling onderdeel te worden van een symfonie.

Stil is het op mijn werkkamer. Iemand stuurt me een bericht. Dat hij met zijn schoonbroer een heel lang gesprek had over Artificiële Intelligentie. De schoonbroer denkt dat dit de wereld gaat worden van onze kinderen en om zijn angst te bezweren gebruikt hij het voortdurend. Ik reageer niet, zet muziek op en er overvalt mij een soort chagrijn. Ik ga op bed liggen en zing niet. Vraag me af waar je nog bang voor moet zijn, qua computers en hun oneindig lange armen, als we toch al gestopt zijn met zingen.

Het was niet eens een moment, we hebben er niet eens echt afscheid van genomen en het lijkt erop dat we niet echt meer terug kunnen. Dat wil zeggen, als ik nu met een groep mensen een verjaardagsliedje zing (pak ’m beet, twee violen en een trommel en een fluit), voelt de weg terug naar het struikgewas nogal lang.

Ooit was ik bij een concert van Laura Mvula in Brooklyn. Het publiek kon zo goed zingen dat het het bisnummer tweestemmig meezong. Ik geloof niet dat ik, terwijl ik daar stond in het publiek, aan het struikgewas heb gedacht. Maar ik weet dat ik heel even mijn adem inhield en schrikkerig dacht aan de onmogelijkheid om dit op te slaan.

*

SHARTIE AART DEKKER N.A.V. GROENE COLUMN EN SINEAD O´CONNOR

ZINGEN

Drie aanleidingen voor deze korte ontboezeming...

De eerste is het overlijden van Sinéad O'Connor: het is opmerkelijk hoe sterk dit trieste overlijden van een lang niet bij iedereen populaire en allang niet meer heel actuele zangeres resoneerde in de media. Blijkbaar maakte de emotie die altijd aanwezig was als je haar zag, en al helemaal hoorde, zingen veel los bij ontzettend veel mensen...dus ook weer in de Column in de Groene Amsterdammer van Rebekka de Wit die ook getriggerd werd door de dood van Sinéad ...

Als tweede: ´Ik zing alleen uit volle borst als ik alleen in de auto ben. Niet per se omdat ik daar alleen ben, alhoewel dat er waarschijnlijk alles mee te maken heeft, maar...´ schrijft de columniste, iets waar veel mensen  - ik in ieder geval sterk -  zichzelf in zullen herkennen...

Ten derde de absurde vraag bovenaan dit stukje die dus blijkbaar ooit op de BBC aan Sinéad O'Connor werd gesteld en de stelling ´Het is een even verdrietig als breed gedragen misverstand dat je moet kunnen zingen om te mogen zingen.´ van Rebekka de Wit. Die stelling is natuurlijk een waarheid als een koe, maar de beleving is voor introverte mensen zoals ik en zelfs al voor de kleine kinderen waar de column over gaat een hele andere.

En dat is dus in ieder geval iets waar Sinéad O'Connor in haar leven weinig last van had...gelukkig maar...

 

(AD)

*

Meer Columns van  Rebekka de Wit op Groene.nl   ---  Hier  ---

Geen opmerkingen:

Een reactie posten