vrijdag 21 oktober 2011

Hoe de Nederlandse Agro-/Handel-sector, in eendracht met Europa, de 'concurrentie' in Zuid- en Oost-Europa de nek omdraaien

Het is aan de orde van de dag: Nederlanders die, in lijn van wat de 'grote blonde leider' voorleeft, van mening zijn dat "er geen cent naar Griekenland, de andere 'Landen van de knoflookbelt', of welk ander kreperend land dan ook, mag". Want; "wij zijn goed, en zij zijn de steun niet waard = slecht(-er dan wij)". De waarheid is een stuk genuanceerder natuurlijk: door middel van Europese regels en, vooral, de Euro hebben Nederland, Duitsland en, in mindere mate wat andere rijke Europese lidstaten, in zo'n 10 jaar Euro die landen geheel (Griekenland, Portugal) of deels (veel andere armere lidstaten) kapot geconcurreerd. In de Voedsel-special van de Groene Amsterdammer wordt in een mooi artikel uit de doeken gedaan hoe dat werkt, analoog aan het wegconcurreren van de Hongaarse Paprika door de 'Nederlandse Rode'. Hieronder een essentieel fragment van het verhaal. links naar het hele artikel en de gehele uitgave zijn bijgevoegd. Lukt het niet die links te openen? Stuur mij dan ff een email... Overal die rode exportkraker De onstuitbare opmars van de Nederlandse paprika Met bravoure, bitterballen en veel Europese subsidies veroveren de verenigde Nederlandse telers de mondiale groentemarkt. In Hongarije huilt de kleine tuinder boven zijn smakelijke puntpaprika's. 'Wij komen er bij de supermarktketens niet meer tussen.'
... Al met al is dat onbetaalbaar.' Zsolt zet zelfgebrande palinka op tafel. Hij vertelt dat hij nu heeft ingezet op een kleine kwaliteitsproductie van paprika's, 'puur handwerk', waarvoor dan iets meer moet worden betaald. Hij is vorig jaar begonnen zijn groente op markten in de regio te verkopen; kwaliteitswinkels bestaan hier amper. Het lijkt niet de simpelste weg naar een winstgevend bestaan. 'Ik ben er echt niet principieel tegen om aan supermarkten te leveren', licht Zsolt toe. 'Maar ze willen geen kleine partijen paprika's afnemen, of hooguit tegen een fooi. West-Europa, met name Nederland, kan tegen erg lage prijzen leveren en voor een permanente aanvoer zorgen. Jullie producenten hebben financiële reserves. Zelfs de Hongaarse coöperaties die nog wel aan supermarkten leveren, hebben die niet. Als zo'n multinationale keten van ze af wil, betalen ze gewoon niet op tijd of eisen lagere prijzen.' Hij spreekt van 'bijna een overval op de Hongaarse markt' als hij de levensmiddelenimport uit West-Europa typeert die na 1989 op gang kwam: 'De Hongaarse markt is klein en wordt door de westerse waren geruïneerd. Wij kunnen daar niet tegenop produceren. Alleen kleine familiebedrijven zonder personeel overleven.' Het begon in 1990 met spotgoedkope producten in de nieuwe supermarkten, vervolgt hij. 'De bevolking kocht ze dankbaar. Ze hielden vanwege die spotprijzen van bijvoorbeeld Nederlandse paprika's zelfs op met hun eigen tuintjes. En hoe minder concurrentie er overblijft, des te hoger de supermarktprijzen worden. Zo werken de regels van de Europese markt.' Hij wil graag de EU-subsidieregels aan de kaak stellen: 'Duitsland krijgt bijvoorbeeld veel meer landbouwsubsidie dan Hongarije, omdat de subsidie per bebouwde oppervlakte wordt berekend. En zelfs per hectare krijgt de Hongaarse akkerbouwer gemiddeld slechts pakweg de helft van het Westen, onder het motto dat onze productiekosten zo laag zijn.' Is het beeld dat Zsolt schetst niet te zwartgallig? Van die landbouwsubsidies bijvoorbeeld, klopt dat wel? Hongarije krijgt in totaal meer landbouwsubsidies dan Nederland. Maar bij die GMO-subsidies voor de tuinbouw, een klein onderdeel van de landbouw, vist het land met zijn vele versplinterde producentjes inderdaad nagenoeg achter het net, en gaat Nederland er met de buit vandoor. En de bulk van de 45 miljard euro aan Europese landbouwsubsidies - het leeuwendeel van het totale EU-budget - gaat inderdaad niet naar het voormalige Oostblok, maar naar Duitsland en Frankrijk. Hoe groter de schaal is waarop de landbouw wordt bedreven, des te hoger de subsidie uitvalt. Dit verdelingsprincipe blijkt overigens niet alleen tússen de lidstaten te gelden, maar ook erbinnen. In Duitsland werden onlangs de ontvangende bedrijven van Europese landbouwsubsidies over 2009 openbaar gemaakt - afgedwongen door de EU. De uitkomst leidde tot verbijsterde berichten in de media. Want de miljoenenbedragen zijn vooral terechtgekomen bij megaconcerns die niet direct landbouw bedrijven, zoals het energieconcern RWE en de chemiegigant Bayer, producent van pesticiden en gentechniek. Kleinere landbouwers werden hooguit met een fooi afgescheept, terwijl Duitslands grootste melkfabriek Nordmilch, omzet twee miljard per jaar, van de EU maar liefst negen miljoen euro uit de landbouwpot kreeg. 'Het Westen krijgt subsidie om het Oosten op te kopen' - die klacht was al in 1990 in de nog bestaande DDR te horen over de Bondsrepubliek. Ze bleek in het herenigde Duitsland maar al te waar te worden. Ook het herenigde Europa is bepaald geen liefdadigheidsinstelling voor armlastige, kleine voedselproducenten, al het geklaag te onzent ten spijt over de 'schouders van de belastingbetalers' die gebukt zouden gaan onder de afdrachten aan Europa's randgebieden. ...
Het hele artikel op de site van 'de Groene Amsterdammer' De hele voedselspecial van 'de Groene Amsterdammer' op de site van 'de Groene Amsterdammer'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten