woensdag 4 mei 2022

NRC CARTOON&COLUMN: Putin's War & zijn Hulptroepen (FvD, PVV, van Haga, JA21, e.a.) in het Nederlandse Parlement (en daarbuiten; Wierd Duk, Leon de Winter, GeenStijl e.v.a.) 'Z'_De Kogel Kwam, zoals meestal, van (Extremistisch) Rechts(NRC,Oppenheimer)

 

'Z'   -  'De Kogel Kwam van (Extremistisch) Rechts'

Cartoon van NRC.nl/Opinie, 12 maart 2022, Ruben L. Oppenheimer

meer @RLOppenheimer op NRC.nl   ---  Hier  ---

De bijbehorende Column:

Deze beschouwende Column 'Haagse Invloeden' over de Nederlandse politiek van Tom-Jan Meeus staat wekelijks op zaterdag in NRC

Nog meer over politiek van Tom-Jan Meeus op NRC.nl   ---  Hier  ---

Welke politicus speelt de blindheid van extreem-rechts voor Poetin uit?

Deze week: hoe de jarenlange Poetin-vriendelijkheid extreem-rechts (niet alleen Baudet) politiek kwetsbaar maakt.

Ofwel: één sterke oneliner kan een politiek blok dat al twintig jaar standhoudt in de problemen brengen.

Je kunt nog zo hechten aan nationale soevereiniteit – maar de Haagse politieke verhoudingen zijn, inhoudelijk en electoraal, vrijwel altijd een restproduct van grote internationale golfbewegingen.

En veel wijst erop dat de Russische aanval op Oekraïne de wereldorde zozeer verstoort dat er opnieuw zo’n golfbeweging op volgt.

Dus de vraag is even waarom Den Haag de binnenlandse politiek van de oorlog tot nu toe vooral behandelt als economisch thema. Koopkracht, inflatie, recessie, etc.

Zaken van betekenis – helemaal als je, zoals deze week, de minister van Financiën in de campagne kunt verwijten dat ze wegblijft bij een debatje waarvan iedereen weet dat het nooit helderheid kan opleveren.

Toch sluimert er een veel groter thema: welke politieke stromingen en media zagen Poetins agressie aankomen, en welke niet? Ergo: wie kan het morele gelijk claimen?

Het is niet zonder betekenis. Na de val van de Muur in 1989, de neergang van de Sovjet-Unie, ging links Nederland mee in het liberale vooruitgangsgeloof van marktdenken en globalisering. De progressieve hegemonie in het debat sinds de jaren zestig, werd definitief overgenomen door VVD en CDA.

Na 9/11 in 2001, de respons van moslim-extremisten op de Westerse dominantie, zagen ook progressieve partijen, zeker na Pim Fortuyns succes in 2002, in hun interne peilingen dat anti-migratie-opvattingen en moslimangst bepalende electorale factoren waren geworden.

Dit is zo gebleven, met grote gevolgen: het Nationaal Kiezersonderzoek (NKO) over de verkiezingen van 2021 liet zien dat sindsdien een stabiel radicaal-rechts blok naast VVD en CDA ontstond dat niet meer zomaar zal verdwijnen. Waar de LPF en Leefbaar Nederland in 2002 28 zetels haalden, kwamen PVV, FVD en JA21 daar vorig jaar ook op uit.

Maar de vraag is wel hoe de jarenlange Poetinvriendelijkheid van dat blok uitpakt nu dezelfde Poetin de Europese vrede op het spel zet, en ervan wordt beschuldigd dat hij zelfs een kerncentrale beschiet en een kinderziekenhuis bombardeert.

Meteen na grote internationale gebeurtenissen, je zag dit de laatste weken ook, treden Haagse politici graag op als analist. Iedereen G.B.J. Hiltermann.

Zo ging het ook na de aanslagen op de Twin Towers. Toenmalig VVD-leider Hans Dijkstal zei: „De geschiedenis neemt vandaag een totaal andere wending.” En CDA-leider Jaap de Hoop Scheffer, de latere NAVO-baas: „De wereld zal niet meer hetzelfde zijn.”

Maar politiek is niet alleen analyseren, het is ook sturen: wie een grote gebeurtenis met moreel overwicht kan definiëren, geeft het debat een bepalende wending. De beste illustratie, een week na de moord op Pim Fortuyn, gaf toenmalig LPF-voorzitter Peter Langendam in 2002: „De kogel kwam van links.”

Want hoewel Volkert van der G. dierenactivist was, definieerde hij een zwakte die links is blijven achtervolgen: Fortuyn was vermoord door iemand met een progressief wereldbeeld waartegen de LPF-leider streed, inclusief het multiculturalisme.

Linkse moslimknuffelaars en theedrinkers werden hierna een geliefd spotobject van radicaal-rechts. En gaandeweg boog links mee. De Amsterdamse PvdA-wethouder Rob Oudkerk introduceerde ‘kut-Marokkanen’ (2002), de latere PvdA-leider Diederik Samsom zei dat zij „een etnisch monopolie op overlast” hadden (2011).

Generalisaties en valse beschuldigingen over migranten werden zodoende doodnormaal: Geert Wilders riep op tot ‘minder Marokkanen’ in 2014 (en werd ervoor vervolgd en veroordeeld). Baudet praatte zijn onjuiste treintweet uit 2020 goed, waarin hij witte conducteurs verwarde met overlast gevende Marokkanen: het klopte niet, maar, zei hij, het had waar kúnnen zijn.

In dit klimaat was Poetin voor radicaal-rechts een voorbeeld, vooral ook omdat hij in 1999 in Tsjetsjenië ongenadig had huisgehouden onder moslims. Lang niet alleen bij Baudet. „De radicale islam is het fascisme van deze tijd”, schreef ex-Ruslandcorrespondent Wierd Duk in 2016. „Rusland is niet onze vijand.”

Er ontstond een ecosysteem waarin Poetin de good guy was, of anders even slecht als Westerse politici. Toen Rutte in 2013 de mensenrechten bij Poetin aan de orde stelde was dit volgens GeenStijl „zeveren”. Toen NRC in 2016 de initiators van het Oekraïnereferendum, het Burgercomité EU, naar Poetin vroeg, vonden ze hem net zo erg als de voorzitter van de Europese Commissie: allebei „machtswellusteling”. Op sociale media, later op coronademonstraties, werd het cliché dat de EU „een even grote dictatuur” zou zijn als Rusland.

De Poetinvriendelijkheid veroorzaakte blindheid. BBC-interviewer John Sweeney onthulde in 2017 de cognitieve dissonantie bij Wilders door te vragen naar de grootste terreuraanslag die Nederlanders trof. De PVV-leider was zo vol van moslimterrorisme dat hij MH17 uit 2014 vergat, waarna Swee-ney hem zei dat „Poetin in feite hoofdverdachte” is. Een jaar later sloot Wilders, nadat ook de Franse Le Pen en de Italiaan Salvini toenadering zochten, officieel vriendschap in Moskou. „Rusland staat aan onze kant”, zei hij in 2017 tegen EW.

Intussen kregen Ruslandkritische politici het in het binnenland meer te verduren. Nadat toenmalig D66-leider Pechtold in 2018 zei dat hij „de eerste Rus” nog moest tegenkomen „die zijn fout rechtzet”, meende Leon de Winter dat Pechtold „aanzet tot haat”, zodat hij „vervolging vanwege groepsbelediging” voorzag. Een etnische Russin uit Donetsk, woonachtig in Breda, deed als eerste aangifte. Een sepot volgde. Later bleek dezelfde Russin ook de man te adviseren die in 2020 de stickercampagne ‘NOS Fake news’ groot maakte.

En toen Sjoerdsma (D66) in 2020 door Rusland werd geweigerd als lid van een parlementaire delegatie, gaf De Dagelijkse Standaard (DDS) Rusland groot gelijk. Er was een „vies spelletje gespeeld” om Rusland te provoceren, aldus DDS.

Nu is de werkelijkheid volledig veranderd. Poetin, de vriend van radicaal rechts, de vermaarde moslimjager, de autocraat, blijkt een man van oorlog zonder grondslag; van strijd zonder beschaving. Juist de vriend van radicaal rechts blijkt ‘een gevaar voor onze manier van leven’.

En de vier partijen op de radicaal-rechtse vleugel, PVV, FVD, Groep Van Haga en JA21, blijven in meer of mindere mate op afstand van de confronterende houding van Kamer en kabinet. De PVV is sceptisch over sancties, Van Haga is bezorgd over discriminatie van Russen in Nederland – dat werk.

Eerdere reflexen blijven in leven. Een man van GeenStijl schreef deze week: „Ik heb een grotere hekel aan Kaag dan aan Poetin and it’s not even close.” Ook Wilders herhaalde een oude truc: Kaag is even erg als Poetin. „Zegt Poetin te bestrijden maar kopieert zijn ondemocratische gedrag.”

En door torenhoge energieprijzen en een dreigende recessie kán radicaal-rechts het debat over de oorlog nog steeds in zijn voordeel ombuigen; daar is Wilders, met steun van de SP, slim genoeg voor.

Maar een enquête van I&O liet deze week ook zien dat de Poetinvriendelijkheid in het land minimaal is, de steun voor de NAVO-aanpak groot (ook bij JA21-kiezers), en dat het vertrouwen in de EU groeit. Niet de NAVO blijkt hersendood, maar degenen die Poetin de laatste tien jaar toejuichten.

Ergo: radicaal-rechts heeft zich met zijn Poetinvriendelijkheid niet alleen ernstig vergist, het is ook kwetsbaar.

Als een opponent nu een oneliner bedenkt naar het voorbeeld van ‘De kogel kwam van links’ uit 2002, dan kan deze stroming voor het eerst in twintig jaar in gevaar worden gebracht – omdat haar morele vergissing te groot was om ooit nog goed te praten.

Nog meer over politiek van Tom-Jan Meeus op NRC.nl   ---  Hier  ---

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten