vrijdag 8 december 2023

BIZAR: Economen tonen zich blind voor een dreigende ramp - Mariana Mazzucato: ‘De grote consultancy’s zijn pushers van niet-werkende drugs’ / EN VERDER: Bidenomics, Oliver Anthony, Arbeidsmigratie, Statiegeld, Esther Gerritsen, Millennials & Vriendschap, Kaija Saariaho, Energietransitie; Niet Markten maar Overheid aan zet,

In het nieuws

Economen tonen zich blind voor een dreigende ramp

Zelfs voor vakantiegangers op zoek naar rust en afleiding is er deze zomer geen ontkomen aan. Of het nou in Italië en Spanje was, smeltend onder de hitterecords, op het brandende Rhodos, te midden van de overstromingen in Slovenië of verder weg, de dodelijke catastrofe op het Hawaiiaanse eiland Maui: de gevolgen van klimaatverandering vallen niet meer te ontkennen.

Wie zijn kop in het zand wil steken, kan beter afreizen naar de studeerkamer van de gemiddelde klimaateconoom. Niet dat deze academici de opwarming van de aarde ontkennen. Het zijn de gevolgen van het nakende onheil waarover een flink aantal van hen zich opvallend laconiek toont. In een recente publicatie stelt een groep klimaateconomen dat vier graden opwarming de aarde slechts vier procent groei zal kosten. William Nordhaus, in 2018 winnaar van de (niet-officiële) Nobelprijs voor de economie, noemde 3,5 graden erbij zelfs ‘optimaal’. In dat scenario zijn de extra kosten die klimaatbeleid met zich meebrengt namelijk even hoog als de baten.

‘Er is een wereld waarover klimaateconomen projecties maken, en een wereld waarover klimaatwetenschappers rapporteren’, zo beschrijft hoogleraar economie Dirk Bezemer van de Rijksuniversiteit Groningen deze kloof [in zijn fascinerende artikel](

). Op zoek naar een verklaring komt hij uit bij de gehanteerde economische modellen. Die gaan, ten eerste, uit van ervaringen uit het verleden. Denk aan de samenhang tussen temperatuur en productiviteit tussen 1900 en 2014 − een periode waarin het broeikaseffect een veel minder groot stempel drukte op de planeet.

Ook aangaande het klimaat zijn de modellen leidend

De tweede reden voor de ogenschijnlijke wereldvreemdheid komt bekend voor. Geheel volgens de dogma’s van de markteconomie nemen de wetenschappers evenwicht, harmonie en geleidelijkheid als uitgangspunt. Of zoals een Nederlander, nota bene auteur van een leerboek over klimaateconomie, het geruststellend poogt uit te leggen: ‘Als je Groningen een graad opwarmt dan ben je in Maastricht, twee graden brengt je naar Parijs.’ Kortom: waar maken we ons druk over?

Grootschalige rampen, de ineenstorting van de economie, laat staan het einde van de groei − dergelijke aardverschuivingen worden simpelweg onvoorstelbaar geacht. Ondertussen trekt de echte wereld zich weinig aan van die achterhaalde theorie. Het risico dat er kritieke kantelpunten optreden, van smeltende poolkappen tot het verdwijnen van het Amazone-regenwoud, groeit met de dag.

In 2008 brak een loodzware crisis uit in de financiële sector. Het was de spreekwoordelijke zwarte zwaan waar de meerderheid van de economen met hun modellen niet op gerekend had. Vijftien jaar later dreigt de geschiedenis zich te herhalen.

Net als toen zal er ook nu ongetwijfeld een correctie komen op de naïviteit van sommige klimaateconomen. Maar dan is het eigenlijk al te laat. Als geen andere wetenschap laten mainstream economen zich voorstaan op hun glazen bol. Die prognoses maken ze tot fluisteraars van de machtigen op aarde, van ceo’s tot premiers tot politieke partijen met hun verkiezingsprogramma’s. Alleen: wat heeft de samenleving aan een vakgebied dat uitgerekend op dit vlak telkens weer achter de feiten blijkt aan te lopen?

Lees verder:


Geen opmerkingen:

Een reactie posten