“Je miste het laatst schot in de
wedstrijd? Haha, en niet een (1) keer sukkel!”
Misschien is er onder mijn inmiddels
flinke, en steeds harder groeiende, groep lezers ook wel een
-Vijftiger, heel misschien een laat veertiger- die zich nog zo'n
moment weet te herinneren...ik zelf niet trouwens en mijn geheugen is
in het algemeen behoorlijk goed...
De kop deze Column slaat dan ook niet
op mijn eigen 'Heldendaden' op de velden, tussen 1973 en 1991 -mijn
hele loopbaan als speler-, maar op het vervolg op mijn
post vanenkele dagen geleden.
Nee, het ging dus om het allerlaatste
schot, in de allerlaatste wedstrijd ooit, gespeeld in Sporthal
Brasserskade te (nog net) Delft, gisterenavond; de Vrouwen van DAS
tegen het Tweede van Landslake Lions, in de tweede wedstrijd van de
Halve Finale van de Final Four om het Kampioenschap in de Vrouwen
Promotie Divisie.
DAS moest ruim winnen, want Uit was een
10+punten nederlaag geleden, en deed dat ook.
DAS dus in de Finale over twee weken in
Zwolle!
Als je dan toch gedwongen moet
vertrekken uit je huis, waar je decennia lang hebt gewoond en
gespeeld, en grote triomfen en diepe decepties hebt beleefd.
Dan is afsluiten met een wedstrijd van
je hoogst spelende team, en ook nog eens met een winstpartij en
kwalificatie voor een Finale -die ook nog eens in ieder geval
promotie terug naar de Eredivisie mogelijk maakt- natuurlijk een hele
fraaie.
Maar gedwongen verhuizen doet
natuurlijk altijd pijn, soms veel pijn, en bovendien is het ook nog
eens de vraag of je daar er mee af bent ook. Vaak is dat niet het
geval, en ik wens DAS dan ook een verhuizing zonder negatieve
gevolgen toe! Ze gaan trouwens hun wedstrijden spelen in de Piet Vink
Hal op Ypenburg, en dat is hooguit 200-300 meter van mijn huis.
Alleen is het nog maar de vraag of niet op korte termijn ik zelf
gedwongen moet verhuizen...dus of ik er veel lol van heb staat nog te
bezien...
Ik hoop dat er als gevolg van de
verhuizing voor DAS geen negatieve effecten zijn, want na een slechte
periode van jaren is de club de laatste jaren weer kerngezond aan het
worden.
Ik kwam slechts enkele keren per jaar
-ondanks dat ik hemelsbreed misschien 1000-1500 meter van de
Brasserskade woon. Maar zelfs bij mijn spaarzame bezoekjes was voor
mij duidelijk te zien dat de club sterk opleefde, groeide, de sfeer
in de hal, de organisatie en het imago van de club, en het
enthousiasme van de jeugd allemaal sterk aan de (ver-)beterende hand
waren.
Alleen die kantine -die kantine waar
ook ik in het verleden vele -soms late- gezellige uurtjes heb
vertoefd, en met mij vele honderden andere mensen, als het er niet
duizenden zijn!- die kantine dus, was vaker dicht dan open, en die
tendens -in mijn zeer beperkte ervaring- was ook groeiende, maar
hoogstwaarschijnlijk niet de goede kant op.
Misschien kan iemand die er veel vaker
kwam mij op de punt updaten? (Reageren? Graag!)
“He, Dekker; je bent weer lekker op
dreef, maar hoe zit het nou met 'dat Laatste Schot' “?
Ik hoor in mijn hoofd alweer zo'n soort
reactie van een ongeduldige lezer...
Nou, dat zit zo: ik had een post
gemaakt met een artikeltje waarin deze wedstrijd werd aangehaald.
Sterker nog; ik was aardig op weg een
lange compilatie te maken van alle Final Fours in de Vrouwen- en
Mannen-Promotie Divisie's...
Maar er ging iets mis, en ik kon zowat
van voren af aan beginnen, terwijl ik eigenlijk niet eens tijd had
voor die eerste poging.
Alleen maar die beperkte post gepost
dus. Maar klaarblijkelijk had ik het stukje zelf niet eens helemaal
goed gelezen, want in mijn 'grijze massa-agenda' stond 20:00h als
aanvangstijd. En het bleek 19h te zijn...
En omdat ik ook nog eens een belangrijk
telefoontje kreeg toen ik op het punt stond te vertrekken naar de
Brasserskade, miste ik niet alleen de Eerste Helft, maar nipt zelfs
de hele wedstrijd.
Mijn voornemen was bij een verhaaltje
als dit, ook een eigengemaakte foto te plaatsen...van dat 'Laatse
Schot Ooit in Sporthal Brasserskade' !
Voor velen in de Nederlandse
Basketballwereld toch een Instituut, die Sporthal Brasserskade; ook
al was het inmiddels qua vorm en staat van onderhoud nu niet direct
helemaal meer een sieraad.
Die tijd was allang voorbij...
En als ik alles goed begrepen heb, was
dat -en de onwil, dan wel onmacht van de Gemeente Delft- ook precies
een reden achter die gedwongen verhuizing...
Maar daarover wellicht later nog eens,
want de maximum lengte van een goede Column -volgens de normen van
mijn eerste Column-afnemer; Jan van der Nat-, komt in zicht.
Jan van der Nat, samen met Peter van
der Velde ook al zo'n monument in de Nederlandse Basketball-wereld,
die in zijn aloude rol als Hoofd-, dan wel Eind-redacteur
verantwoordelijk was voor het verschijnen van vele honderden
Basketball-Magazines; waar zijn ze gebleven?!?
Die Magazines dan natuurlijk, want Jan
en Peter zijn nog steeds bij wedstrijden aanwezig, alleen is hun
laatste project; het e-Zine 'Rebound' inmiddels ook niet meer...
Ik wil die kritische lezers voorzijn
waar het gaat om voldoen aan de suggesties die de kop boven dit stuk
voorspiegelden.
'De ene Joris is de Andere Niet!'
dus...
Bij een van de stukjes die ik bij het
maken van die vorige post over deze wedstrijd voorbij zag komen, zat
een teamfoto van het Eerste DAS-vrouwen-team. Onder die foto in
kleine priegelletters stond er ook “Coach Joris...” en meer dat
mijn oog dus niet correct op mijn netvlies kreeg. En omdat mijn brein
nogal associatief werkt, verscheen in dat zelfde brein de naam van
Joris Soekarman, een ooit-medespeler waarvan ik wist dat hij de
laatste jaren voor DAS coachte.
En van een afstandje, of op een kleine
foto dus, hebben beide Jorissen -op hun lengte na dan- best iets van
elkaar weg...
In de kantine zag ik
Basketball-schrijver, en huidige iBasketball-Columnist Joris
Zandbergen staan. Hij zag er dik tevreden uit.
Ik vroeg hem “Wat brengt jou hier?
Moest je niet elders aan de bak?”
Nee dus, want mijn ooit jonge
collega-coach bij Grasshoppers Katwijk -ik de Mannen, hij Vrouwen-
bleek dus dit seizoen de coach van het succesvolle DAS-vrouwenteam te
zijn...
Dus: Proficiat Joris, DAS-vrouwen en de
hele vereniging DAS!
En die Brasserskade? Daar kom ik
misschien nog wel eens op terug...
AART DEKKER