Nederlands: Afbeelding van Henk Kamp van de VVD (Photo credit: Wikipedia) |
Wouter Bos, Dutch leader of the PvdA (Labour party) campaigning in Hengelo, November 17th 2006 Location: Hengelo (Overijssel), Netherlands --- nl: Wouter Bos, partijleider en lijsttrekker van de PvdA tijdens campagneoptreden in Hengelo (Overijssel) op 17 november 2006 Locatie: Winkelcentrum "Groot Driene", Hengelo (Overijssel) Trefwoorden: Partij van de Arbeid --- (Photo credit: Wikipedia) |
Uit: NRC sept 2012:
VVD en PvdA lijken op weg naar een soepele samenwerking. Maar voor de VVD zijn de risico's niet gering: Rutte heeft geen alternatief voor regeren met de PvdA. Oud-PvdA-leider Cohen: „De VVD moet niet overvragen.”
VVD is grootste, PvdA heeft de beste kaarten
De onderhandelaars in de Stadhouderskamer van het Tweede-Kamergebouw. Aan het hoofd van de tafel zit Henk Brons, directeur-generaal van de Rijksvoorlichtingsdienst, geflankeerd door twee secretarissen. Foto Maarten HartmanDoor Tom-Jan Meeus en Derk Stokmans | pagina 10 - 11
Het was de week van de terugkeer van Wouter Bos. Met Henk Kamp, de VVD’er, geeft hij sinds gisteren leiding aan de kabinetsformatie. In geen jaren is het uitzicht op een stabiel kabinet zo groot geweest – al is het echte werk pas net begonnen.
Kabinetsformaties zijn vol valkuilen. Eén ervan kreeg de afgelopen anderhalve week heel weinig aandacht. De grote winnaar van de verkiezingen, de VVD, heeft geen andere opties om een coalitie te vormen. De formatie met de PvdA moet slagen. Een mislukking betekent: geen premier Rutte meer.
Job Cohen, de man die tussen Bos en Samsom PvdA-leider was: „Het spel is omgekeerd aan twee jaar geleden. Toen hadden wij de VVD nodig, zij ons niet. Nu is het andersom.”
Die andere optie voor de PvdA – een kabinet met CDA, D66 en SP – is overigens slechts een muizengaatje, beaamt hij. Het zou een zeer gecompliceerd verbond zijn. „Je zit met een zwik partijen en je weet van tevoren dat D66 en SP heel moeilijk met elkaar kunnen”, zegt Cohen.
Maar uitgesloten is het niet helemáál, en dat moeten de liberalen in het achterhoofd houden. „Ze moeten niet overvragen”, zegt Cohen. Het conflict van de campagne – Rutte die de PvdA „een gevaar voor het land” noemt, Samsom die af wil van het „rechtse rotbeleid” – is daarmee volgens hem beslecht. „Het verschil is dit: Rutte moet zijn uitspraak inslikken, Diederik heeft gewoon gelijk.”
Dit illustreert het subtiele krachtsverschil waarmee de twee partijen aan de onderhandelingen zijn begonnen: de VVD is de grootste, de PvdA heeft de beste kaarten.
Tegelijk hamert de PvdA-top erop dat de partij geen behoefte heeft om het strategisch overwicht uit te buiten. Dit wuiven ze daar weg; samenwerken met CDA, D66 en SP zou uiteindelijk meer chagrijn opleveren dan een coalitie met de VVD.
De voorlopige doorbraak in de formatie was vorige week donderdagavond, de dag na de verkiezingen.
Kamp was die middag formeel tot verkenner benoemd. Die avond kwamen Rutte en Samsom bijeen om elkaar diep in de ogen te kijken. Ze beëindigden hun gesprek in de wetenschap dat soepele samenwerking mogelijk is. Een gevoel dat ze daarna verspreidden onder hun vertrouwelingen, en sindsdien delen ze bij PvdA en VVD termen als ‘gunnen’, ‘akkoord op hoofdlijnen’ en ‘niet terugonderhandelen’ met de media in hun optimistische voorbeschouwingen.
Een voorbeeld van dit vertrouwen is de aanwijzing van Wouter Bos, de man die Samsom ooit naar het Binnenhof haalde. Samsom wil ermee laten zien dat hij zwaar wil investeren in een VVD-PvdA-kabinet. Ook Bos zelf heeft geen oren naar een zinloze exercitie; dan zou hij ook geen onbetaald verlof bij KPMG hebben genomen. Minister zal Bos overigens niet worden, dat gerucht hielp hij vrijdag resoluut de wereld uit. „Niet beschikbaar.”
Ook bij de VVD zien ze de komst van Bos als bewijs dat de PvdA dubbelspel achterwege laat. Bij die partij denken ze zelfs dat Bos ze best wel eens te hulp kan schieten tijdens de onderhandelingen. Sinds zijn vertrek uit de politiek is de PvdA’er aanmerkelijk positiever geworden over marktwerking in de zorg.
Jacques Tichelaar heeft wel een waarschuwing. De commissaris van de koningin in Drenthe was secondant van Bos bij de formatie van het kabinet-Balkenende IV. „Bos is natuurlijk zeer intelligent en beschikt over een ongelofelijke dossierkennis. Maar die kun je maar spaarzaam inzetten. Voor je het weet neem je de onderhandelingen over.” Een risico. „Wouter kan vast een heel betoog houden over de hypotheekrenteaftrek, maar dat is”, zegt Tichelaar, „niet faciliterend voor de onderhandelingen”.
Een informateur is primair regisseur, geen onderhandelaar. Op maatschappelijke visies zit niemand te wachten. „Dat hebben we in 2007 met informateur Herman Wijffels meegemaakt.” Overigens bedoelt Tichelaar niet dat Bos zoiets zou doen. De man is slim genoeg, zegt hij, om zich rekenschap te geven van zijn nieuwe positie.
Informateurs zijn er om uitwegen te vinden. En het belangrijkste: ze moeten voor veiligheid zorgen. Duidelijk maken dat boosheid niet direct tot crisis hoeft te leiden. Begrip inbrengen voor gedachten, gevoelens en grenzen van de ander. Tichelaar: „Dat kan Bos wel, hij heeft zo veel verschillende formatie-ervaringen.”
Maar valkuilen in formaties zijn zelden te voorspellen. Tichelaar wijst erop dat zelfs de aloude routine van radiostilte risico’s heeft. „De vijand zit niet alleen buiten, maar ook in de eigen fractie.”
Hij legt uit dat er altijd Kamerleden met een eigen agenda zijn: ze willen minister worden of ze zijn bang dat hun portefeuille in de formatie wordt uitgekleed. „Als je ze te lang niet bijpraat, gaan ze onderling zitten speculeren.”
Of erger nog, met journalisten. „Voor je het weet staat er een gekke opening in de krant.” Het gebeurde ook in 2007, toen media opeens meldden dat een verhoging van de AOW-leeftijd was afgesproken. „Het klopte niet, maar het duurde een tijdje voor de negatieve energie aan de onderhandelingstafel weg was.”
De relatie van Henk Kamp met Rutte is anders dan die van Samsom met Bos. In de beleving van VVD-politici bleef Kamp altijd net buiten de partijtop. Het viel Cohen in 2010 ook op. Toen schoof Rutte Uri Rosenthal en Ivo Opstelten in de formatie als vertrouwelingen naar voren. „Ik vond Rosenthal als informateur niet geweldig goed’’, zegt Cohen. „Opstelten heeft een ongelofelijk goed politiek gevoel, maar Kamp is beter in de dossiers.”
De oud-PvdA-leider merkte dit al toen hij in Paars II met Kamp, toen VVD-Kamerlid, samenwerkte bij de totstandkoming van een nieuwe Vreemdelingenwet. „In zijn houding zit iets van iemand die het beroerd vindt dat er mensen met een andere mening zijn.”
En Kamp is niet bang de zaken hard te spelen. Het beeld van een door-en-door integere politicus, die nooit zou lekken en zich niet te buiten gaat aan achterommetjes, is al te fraai: Kamp beheerst het spel van media en politiek als geen ander.
Maar hij weet persoonlijke verhoudingen doorgaans goed te houden. „Ten slotte kiest hij altijd voor het algemeen belang”, aldus Cohen.
D66-leider Alexander Pechtold noemt Kamp „tough”. Ook zijn rol als verkenner vatte de VVD’er bloedserieus op, merkte Pechtold. De D66-leider dacht na een gesprek van een half uur wel klaar te zijn, maar Kamp bleef hem doorzagen over de meest vreemde partijencombinaties. „Hij houdt duidelijk niet van half werk.”
Mensen die hem langer kennen benadrukken dat Kamp een typische doorbraak-VVD’er is. Een gewone man uit Borculo, geen academicus, die door de opkomst van Hans Wiegel bij de VVD terechtkwam.
In sommige opzichten is hij altijd een atypische liberaal gebleven. Als Fiod-rechercheur liet hij begin jaren tachtig diepe minachting blijken voor ondernemers die belasting ontduiken. De weerzin van Wiegel tegen misbruik van uitkeringen paste voor hem in dezelfde benadering.
Dat, zeggen ze in zijn omgeving, is Henk Kamp ten voeten uit: aanhanger van helder conservatisme, tegelijkertijd een man met behoefte aan sociaal en politiek evenwicht. Vóór lagere belastingen, maar ook voor geringe inkomensverschillen. Hij wordt door partijgenoten wel „de socialist” genoemd, omdat hij een voor de VVD ongebruikelijke aandacht heeft voor de koopkracht van lage inkomens.
Zijn onderhandelingskunst bleek toen hij vorig jaar, fijngevoelig en geduldig, het pensioenakkoord bij elkaar onderhandelde. Hij bond werkgevers, bonden, de coalitie, en ten slotte ook de PvdA aan dat akkoord.
Cohen: „Hij was bereid tot overbruggingsregelingen die hij eigenlijk zonde van het geld vond.” Cohen merkte tijdens die gesprekken dat Kamp en Rutte erg goed op elkaar ingespeeld zijn.
Zijn benoeming tot verkenner en nu informateur illustreert dan ook een subtiele machtsverschuiving in de VVD-top, denkt Cohen. In 2010 moest Kamp Rosenthal en Opstelten nog laten voorgaan. Nu dus niet meer.
Hoe deze kleine machtsverschuiving in de VVD-top uitpakt is nog niet uitgemaakt. Kamp wil door als minister, het liefst op zijn huidige post Sociale Zaken. Stef Blok heeft na twee jaar een ministerspost verdiend, vindt iedereen bij de VVD. Opstelten maakt nog een kans terug te keren op Justitie, maar de toekomst van Rosenthal is minder zeker, hoewel hij volgens VVD’ers in eigen ogen nog lang niet uitgeregeerd is.
Feit is dat de liberalen lijden aan een probleem dat de grootste partij vaker heeft: meer toppolitici dan topfuncties. Met Rutte als onomstreden leider is dat nu nog geen probleem. Maar met een leider die bij het uitruilen onvermijdelijk gaat inleveren, kan dat gemakkelijk omslaan; de VVD heeft traditioneel een talent om persoonlijke conflicten te laten escaleren (Nijpels, Voorhoeve, Wilders, Verdonk). Zelfs in de Kamerfractie, de afgelopen jaren zeer gedisciplineerd, rommelde het de afgelopen week over de verdeling van functies.
Ook in dit opzicht staat Samsom voor een simpeler opdracht – ondanks de vele ex-bewindspersonen in zijn fractie. Alle posten die hij na deze formatie mogelijk kan verdelen, werden in zijn partij een maand terug nog gezien als onhaalbare droombanen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten