zaterdag 2 november 2013

TiNBB/Uit de Oude Doos: Serge Zwikker voor dagje Amsterdam naar Basketball Week (Trouw, 27-12-1996)

17 jaar geleden alweer, 'we' (het Nederlandse Basketball) hadden nog een florerende (Haarlem/Holland/Amsterdam/Groninger) Basketball Week, het evenement waarvan ik weleens zei dat het 'net zo groot was als de rest van het Nederlandse Basketball bij elkaar'...het lijkt een eeuw geleden...en in zekere zin is dat ook zo...

'Bovenmeester' Frank Voskuilen had weer eens een fantastische stunt bedacht: de North Carolina Tarheels, een van de iconen van het Amerikaanse College-basketball, kwamen naar de HBW voor twee wedstrijden (tegen Den Bosch en het Nationaal Team van Bulgarije), en dat was een nieuw hoogtepunt in een reeks van vele voor het fantastische Einde-jaars-Toernooi in Nederland.

De reden? Bij het team uit Chapel Hill speelde een jonge Nederlander die de op-een-na meest beroemde Nederlandse Sportman in de USA was (na auto-racer Luyendijk, maar voor de grootste Nederlandse Basketballer aller tijden - RIk Smits -(!), zijn naam? Serge Zwikker.

Serge kwam uit Maassluis, was tegen de 2m20 lang, en was al als jochie naar Amerika vertrokken; hij speelde er al High School Basketball en was dus nu starter van een van de grootste Basketball-universiteiten van Amerika. Teamgenoten? Onder andere Vince Carter en Antawn Jamison, nu nog NBA-spelers, NBA-sterren!

Serge was immens populair in het basketball-gekke North Carolina, ik mocht dat zelf een paar maanden later ervaren, toen ik hem opzocht in de VS. Een goede basketballer, dat zeker; hij werd als 30e 'gedraft' voor de NBA en maakte een jaar deel uit van de Houston Rockets. Maar veel belangrijker nog; een fantastische persoon, en dat was, meer nog dan zijn basketball-kwaliteiten, de verklaring voor zijn populariteit aan de andere kant van de grote plas.

In Nederland is hij nooit echt bekend geworden; zijn leven was in Amerika, en om in het Basketball-analfabete Nederland beroemd te worden moet iemand toch zeker 5-10 jaar aan de weg timmeren in de NBA. Maar in 2011 was Serge coach op de Eerste Rob Meurs Basketball Memorial in Gorinchem, en hebben 110+ jonge Nederlandse spelers kennis met hem mogen maken, en dat was een groot succes.

Dat hij zo onbekend is gebleven is jammer, want Serge zou het Nederlandse Basketball veel te bieden hebben; hij is vriendelijk, geduldig, kent zowel de 'Ups', als de 'Downs' die horen bij het basketballen in zowel Amerika als Nederland, en hij kan het uitleggen. Ik hoop dat we hem nog regelmatig zullen zien hier in Nederland, want voor mij is hij een van de 'Toppers in het Nederlandse Basketball' (TiNBB)!

In 1996 schreef Dagblad Trouw het onderstaande bericht over zijn aanwezigheid op de HBW:

'Ik hoop dezelfde voetstappen als Rik Smits te maken'
ERIC HORNSTRA − 27/12/96, 00:00

HAARLEM - Het is een koddig gezicht. Bij het bowling- en partycentrum in Haarlem-Noord, de plek waar de vijftiende editie van de Haarlem Basketball Week ten doop wordt gehouden, wurmt een knaap zich moeizaam uit een veel te kleine auto. Als de slungel eindelijk de gebruikelijke lichaamshouding van de 'homo sapiens' heeft aangenomen, krijgt de vierwieler op het oog de afmetingen van een Dinky Toy.

Twee meter en twintig centimeter meet de jongeling, die slechts voor ruim een week Amerika verlaten heeft. Hij is, eigenaardig genoeg, een volstrekt onbekende voor de gemiddelde Nederlander. De naam Serge Zwikker doet weinig harten sneller kloppen. Toch is HBW-organisator Frank Voskuilen “apetrots” dat juist deze Zwikker zijn toernooi met een bezoek vereert. Zelfs het feit dat diens equipe, University of North Carolina, slechts vandaag (tegen EBBC Den Bosch) en morgen (tegen het nationale team van Bulgarije) even langs komt voor een basketbaldemonstratie, mag de pret niet drukken. Zwikker, de center van de universiteitsploeg, moet fungeren als het uithangbord voor de vijftiende Week. 'Neerlands hoop in bange dagen' mag daarom bij de toernooichef aanschuiven voor de persconferentie.

Omdat basketballend Nederland door een bedroevende infrastructuur is gedegradeerd tot een ontwikkelingsland zonder toekomst, ondernamen de spaarzame talenten het afgelopen decennium de onvermijdelijke vlucht naar sterkere competities (vooral Amerika). Al jaren zijn er inspanningen om die reizende pioniers - profspeler Rik Smits, Geert Hamming, Mike Nahar en Serge Zwikker - te bewegen tot optredens in het nationale team. In die missie slaagt bondscoach Toon van Helfteren maar mondjesmaat. Nahar en Hammink kregen het Oranje-shirt over het bovenlijf, maar Zwikker bleef waar hij zat: in Amerika.

Het ligt aan de slechte communicatie of preciezer: het compleet ontbreken ervan, als je de woorden van Zwikker zelf mag geloven. De onbuigzaamheid van Van Helfteren die hem éénmaal een afzegging om studieredenen niet vergaf en nadien niets meer liet horen, heeft het 23-jarige talent tot dusver op een zijspoor gehouden.

“Toch vind ik het nog altijd een eer voor het Nederlandse team uit te komen”, zegt Zwikker met een goudeerlijke blik. “Zo gauw ik een brief in de bus zou krijgen, sta ik bij wijze van spreken de volgende ochtend op de stoep voor de sporthal. Ik ben bereid het Nederlandse basketbal te helpen. Als het aan mij ligt, proberen we het Nederlands basketbal weer op het hoogste niveau van Europa te krijgen.”

Met die laatste wens gaat Zwikker zich te buiten aan 'wishfull thinking', maar zijn gebrekkige kennis van het Nederlandse niveau kan hem niet worden aangewreven. Al op zijn vijftiende jaar maakte hij vanuit Maassluis de grote oversteek. Zwikker: “Mijn informatie over Nederland blijft beperkt tot de teletekstpagina's die ik via internet kan vinden. Zo kon ik mijn coach Dean Smith vertellen dat Nederland - met Nahar en Hammink in de gelederen - met 20 punten verschil had gewonnen van Bulgarije.”

Zwikker is een echte Amerikaan geworden. Een NBA-kandidaat, die slechts incidenteel denkt aan zijn Nederlandse roots. Tijdens het persuurtje zegt hij de verrichtingen van Rik Smits nauwlettend te volgen, maar het Nederlandse vocabulaire gaat hem al moeilijk af. Hij wil niet in de voetsporen van zijn beroemde landgenoot treden, maar hoopt “dezelfde voetstappen te maken”.

Haarlem is voor Zwikker gewoon een gezellig tussendoortje in een jaar dat in het teken staat van de draft, het selectie-circus waarbij uit zo'n duizend college-verlaters in twee sessies 56 basketballers de sprong naar het NBA-walhalla mogen maken.

Zwikker wil eigenlijk niet verder kijken dan de dag van morgen. “Ik kan niet bepalen hoe mijn kansen op dit moment zijn. Ik volg de kranten in Amerika niet zo op dat punt en concentreer me liever op de NCAA (de competitie voor de teams van de universiteiten - red) zelf. Mijn geluk hangt niet af van de draft. Als de NBA onhaalbaar blijkt is het ook goed en probeer ik ergens in Europa onderdak te vinden.”

Coach Dean Smith gelooft echter in de mogelijkheden van zijn pupil. Zwikker dankt veel aan de man die aan zijn bovenmodale lengte extra kwaliteiten heeft toegevoegd: “Het team van North Carolina heeft iets moois, iets bijzonders. Zodra je je handtekening op het papier hebt gezet om daar vier of vijf jaar te spelen, kun je coach Smith bij wijze van spreken 'Dad' noemen. Hij zal altijd voor je zorgen, in en buiten de speelzaal. Dean Smith is een legende in het Amerikaanse basketbal, ook al omdat hij de ontdekker van Michael Jordan is. Zelf heb ik vooral in technisch opzicht veel van hem opgestoken. Als je op zo'n college komt als North Carolina, word je eerst afgebroken tot niets, waarna je helemaal wordt opgebouwd tot topspeler. Toen ik er kwam had ik goede centers voor mij als Kevin Salvadori, Eric Montross en Matt Wenstrom. Mijn geduld heeft toch rendement gebracht. Sinds twee jaar ben ik startend speler.”

Haarlem mag zich twee keer vergapen aan de reus van Nederlandse origine. De wedstrijden van UNC moeten voor de organisatie de hoogtepunten van de Week worden. Zwikker is er de man niet naar dat mooie sprookje onderuit te halen, maar verraadt de achterliggende vakantiemotieven van de Amerikanen als het uitgaansleven ter sprake komt: “De spelers gaan in ieder geval Amsterdam in om te zien of het waar is wat ze allemaal gehoord hebben. Wat ik ze daarover heb verteld?” Serge Zwikker lacht veelbetekenend. “Ik heb gezegd dat Amsterdam een heel mooie stad is.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten