Van centrale bankiers wordt gezegd dat ze steevast bezig zijn de vorige crisis te bestrijden. Ere wie ere toekomt: daar blinken sommige media pas écht in uit. Het is niet eens de laatste crisis die zij erbij slepen. Te veel journalisten, de goede niet te na gesproken, lijken wat hun economische analyse betreft te zijn blijven hangen in de jaren tachtig van de vorige eeuw.

In de kredietcrisis leidde dat tot – soms openlijke, soms stilzwijgende, maar altijd misplaatste – steun voor het aloude recept van bezuinigingen en loonmatiging. Nog altijd worstelen de zorg, het onderwijs en de Belastingdienst met de gevolgen van dat beleid. Zelfs in de lockdowns sprak hier en daar uit de kolommen heimwee naar de aangehaalde broekriem. Dat het overgrote deel van de serieuze economen dit afraadt, is geen bezwaar. Er valt altijd wel een voormalig centraal bankier of een oud-oud-oud-minister van Financiën te vinden die je standpunt bevestigt.

Nu is het een ander spook uit het verleden dat door de krantenkoppen waart: de loon-prijsspiraal. ‘Hoge inflatie en forse loonstijgingen zijn een gevaarlijke cocktail’, waarschuwde het AD afgelopen maand nog. ‘Economen vrezen voor loon-prijsspiraal door hoge inflatie en forse loonstijgingen’, maakte omroep WNL ervan. De Nederlandsche Bank concludeerde vorig jaar weliswaar al dat de kans daarop ‘klein’ is, maar de titel boven het nieuwsbericht wekte ook hier weer een andere indruk: ‘Vermijden loon-prijsspiraal vergt aandacht van overheid, centrale banken en sociale partners.’

Eerst de feiten. De reële lonen, dus rekening houdend met de gierende inflatie, staan flink in de min. Burgers zien de prijzen in de supermarkt omhoog vliegen. Hun koopkracht stijgt echter niet mee. Niks geen loon-prijsspiraal dus. Wat dan wel? Aan de vooravond van de coronacrisis, eind 2019, hadden beursgenoteerde ondernemingen in de eurozone al een gemiddelde winstmarge van 7,2 procent. Inmiddels is dat 8,5 procent. In de Verenigde Staten vestigden de vijfhonderd grootste bedrijven zelfs een nieuw record. Samen harkten zij het onwaarschijnlijke bedrag van 1800 miljard dollar binnen. Ze weten hun winst dus niet alleen op peil te houden, ze doen er doodleuk een schepje bovenop.

Zo dolen wij simpele zielen rond in de prijzenmist

Na de vakbonden en wat kritische economen signaleren nu eindelijk ook het Internationaal Monetair Fonds en de Europese Centrale Bank dat we kampen met ‘graaiflatie’. ECB-bestuurder Fabio Panetta sprak onlangs van een winst-prijsspiraal. Slechts de helft van de binnenlandse prijsdruk zou afkomstig zijn van de factor arbeid, ook al beslaan lonen het overgrote deel van de productiekosten. De rest van de inflatie hebben we te danken aan de onstilbare honger van bedrijven en hun aandeelhouders naar méér. Denk aan Unilever (25 procent meer winst in 2022) en Heineken (+31 procent).

De voor de hand liggende verklaring is marktmacht. Door een gebrek aan concurrentie zijn te veel bedrijven geen ‘prijsnemer’ maar ‘prijszetter’. Wie internet wil, komt vrijwel automatisch uit bij KPN of Ziggo. Het betalingsverkeer wordt gedomineerd door ING, Rabobank en ABN Amro. Op de markt voor brievenbuspost is PostNL heer en meester. Die ongelijke economische verhoudingen waren er al vóór de huidige inflatiegolf, natuurlijk. Het is het psychologische aspect dat veranderd is. Klanten zijn het zicht kwijtgeraakt op wat een normale prijs is. Wordt de kaas bij Albert Heijn duurder door stijgende loonkosten, een hogere energierekening, de oorlog in Oekraïne? Of maakt de supermarktketen misbruik van alle verwarring? ‘Excuseflation’, heet dat laatste. In goed Nederlands: smoesflatie.

Zo dolen wij simpele zielen rond in de prijzenmist. Zoekend, tastend, vol ingehouden woede en argwaan aan de kassa of ons niet stiekem een poot uitgedraaid wordt. Het huidige inflatiebeleid bewandelt zo bezien een omweg. Met renteverhogingen wordt gepoogd de werkgelegenheid, bestedingen en investeringen af te remmen. Een overheid die de meest drieste prijzen aan banden legt, zou wél snel helderheid scheppen, maar ik vermoed dat dat een brug te ver is voor de gevestigde economische orde.

Laat staan voor de media. De komende weken presenteert het Nederlandse bedrijfsleven zijn nieuwste kwartaalresultaten. Reken op nog meer megawinsten. Dat er een verband is tussen die jubelcijfers en de inflatie zal met een beetje mazzel zelfs doordringen tot de economische journalistiek – hopelijk niet pas over een jaar of veertig.

Reageren? Haegens@groene.nl

*