maandag 9 oktober 2023

EVEN RELATIVEREN / TROUW KUDO 2000 / ....: Het Palestijnse gebouw dat geen parlement mag heten - Dit was dus >23 jaar geleden...

Het Palestijnse gebouw dat geen parlement mag heten

Vanaf de hoogste verdieping van het enorme gebouw in Aboe Dis ligt de oude stad van Jeruzalem haast binnen handbereik. De gouden koepel van de moskee blinkt in de zon. Hemelsbreed is de afstand een kilometer. Rechts ligt majestueus de Olijfberg.

Inez Polak 10 februari 2000  Trouw, Originele artikel   ---  Hier  ---

Op het nog in aanbouw zijnde gebouw hangt een bordje: cultureel centrum. Maar als we opmerken dat de nu nog raamloze bovenste verdieping toch best een aardige werkkamer voor president Arafat zou kunnen zijn, knikken de Palestijnse begeleiders lachend. Beneden is een groot auditorium en een podium met te weinig plaats voor een kamerorkest, maar genoeg voor een presidium.

Sommige Israëliërs weten het al zeker: hier, met de oude stad van Jeruzalem als decor, verrijst het nieuwe Palestijnse parlement. De Palestijnen ontkennen. ,,Er komen hier economische kantoren'', legt de projectleider uit. ,,Er komen hier overheidskantoren van het Palestijns bestuur'', zegt de opzichter, Bassem Moestafa. Hij wordt pas goed kwaad als we de aantijgingen van Israëlische rechtse politici herhalen, dat hier het militaire hoofdkwartier van de PLO komt, en dat er beneden in het gebouw geheime bunkers zijn. ,,Ja en dan gaan we van hier uit zeker met raketten op Al Koeds, op onze eigen heilige stad schieten. Wat denken die Israëliërs wel. Die willen ook nooit vrede! Ze willen niet delen, ze willen al het land zelf houden.''

Hij wijst vanuit de andere opening naar een kale heuvel achter het gebouw. ,,Ze beweren dat de grond daar van hen is. Ze willen er een wijk bouwen, midden in ons gebied. Wij leven hier al drie -, vierduizend jaar en dan komen die Joden uit Rusland en beweren dat dit niet mijn land is. Dan zeggen ze 'jij bent Arabier, ga jij maar naar Jordanië'!''

Bassem Moestafa is net boven de vijftig. Hij was 17 toen de Israëliërs hem oppakten wegens lidmaatschap van een radicale Palestijnse groepering. Zeven jaar zat hij gevangen. Toen werd hij uitgewezen. Hij woonde eerst een tijd in Libanon, trok daarna naar Koeweit. Tot de Golfoorlog uitbrak en Koeweit de Palestijnen en masse de deur wees, omdat ze met Saddam zouden samenspannen. Nadat Israël en de Palestijnen in 1993 hun vredesakkoord hadden gesloten, besloot Bassem terug te keren. Nu werkt hij bij het Palestijnse ministerie van woningbouw, ziet hij toe op de bouw van het culturele centrum alias kantorengebouw, alias parlement.

Het is ochtend. Aboe Dis ligt er nog rustig bij. Vroeger liep hier de weg doorheen van Jeruzalem naar Jericho. Nu worden de winkeltjes in de hoofdstraat voornamelijk bezocht door kolonisten uit de nabijgelegen nederzettingen. Voor het overige was en is Aboe Dis een onbeduidend gehucht, met een kleine tienduizend inwoners, onder wie enkele prominenten zoals de voorzitter van het parlement en het hoofd van de Palestijnse onderhandelingsdelegatie.

Voor de Palestijnen was het altijd een plaatsje dat behoorde bij het district Jeruzalem, maar zeker niet deel van de stad was. De Israëliërs hebben de stadsgrenzen zo opgerekt dat een klein deel van Aboe Dis binnen de grenzen van Jeruzalem valt. Niemand die dat ooit echt interesseerde. Maar nu is de exacte definitie van Aboe Dis ineens van levensbelang, hangt het vredesproces tussen Israël en de Palestijnen ervan af, heeft hun leider Arafat zelfs de besprekingen opgeschort omdat hij Aboe Dis opeist en premier Barak het hem (nog?) niet wil geven.

En om de zaak nog ingewikkelder te maken: het grootste deel van Aboe Dis is 'B-gebied', zoals dat heet in de bureaucratische terminologie van de vredesakkoorden. 'B' wil zeggen dat Israël het aan de Palestijnen heeft teruggegeven, maar nog wel de touwtjes in handen houdt op veiligheidsgebied. Wie bijvoorbeeld van Aboe Dis naar Jeruzalem wil moet eerst door de Israëlische controlepost. De Israëliërs patrouilleren ook nog van tijd tot tijd in de straten van Aboe Dis.

Arafat had erop gerekend dat Aboe Dis bij de huidige overdracht van nog eens zes procent land, geheel Palestijns zou worden. Barak zou het hem zelfs hebben toegezegd, maar erop zijn teruggekomen onder druk van rechts. De reden dat Arafat het zo ernstig opneemt, is simpel: De Palestijnse leider wil de discussie over Jeruzalem liever beginnen op een moment, waarop hij beschikt over de Arabische wijken rond Jeruzalem.

Om dezelfde reden houdt Barak de wijken als onderpand, om dan misschien te kunnen zeggen: weet je wat, we geven jullie die wijken, dan hebben jullie toch een stukje Jeruzalem. Vandaar ook dat de Israëliërs, en juist de vredesduiven onder hen, het een prima idee zouden vinden als in Aboe Dis het Palestijnse parlement komt te staan. In feite staat het gebouw, dat dus geen parlement genoemd mag worden, voor een klein deel al binnen de stadsgrenzen van Jeruzalem.

's Middags trekt de oprit naar het bouwterrein ineens de internationale aandacht. Tv-camera's staan opgesteld. Een haag Palestijnse jongeren schermt de oprit af. Er is bericht gekomen dat een delegatie Israëlische parlementsleden van de Nationaal Religieuze Partij, de partij van de kolonisten, onderweg is. Om precies tien voor drie sluit de haag zich nog sterker aaneen. De delegatie is gearriveerd, begeleid door Israëlische militaire jeeps.

Kolonistenleider Nissan Smolianski stapt op de Palestijnen af: ,,Waarom laten jullie mij er niet door?'' ,,Omdat je een rechtse kolonist bent en ons alleen maar wilt provoceren.''

,,Wie geeft jullie het recht mij tegen te houden? Wie zijn jullie?''

,,Wij zijn de zonen van het Palestijnse volk.''

De haag scandeert: ,,Weg jullie!'' En: ,,Waar is Palestina? Hier is Palestina!'' Dan zetten ze het strijdlied in: ,,Met bloed en vuur zullen wij Palestina bevrijden''.

De militaire commandant doet zijn uiterste best de zaak onder controle te houden. ,,Toe nou jongens'', wendt hij zich tot de Palestijnen. ,,Jullie willen toch ook niet dat we geweld gebruiken.'' De delegatie blaast onderling stoom af. ,,Dit is toch onaanvaardbaar, dit kan toch niet, wie denken ze wel dat ze zijn, dat ze ons tegenhouden.'' Vice-minister van onderwijs, Sjaoel Jahalom, roept voor de camera's dat dit bewijst waar de toegeeflijkheid van Barak toe leidt: ,,De Palestijnen eisen alleen maar steeds meer. Aboe Dis hoort bij Jeruzalem en mag nooit aan de Palestijnen worden gegeven.''

Intussen zijn er nog meer Israëlische militaire jeeps gearriveerd. De commandant staat te onderhandelen met wat op het eerste gezicht een opgeschoten jongetje lijkt te zijn. Het is gezichtsbedrog. Hij is de afgevaardigde van de Palestijnse veiligheidsdienst. Na een uur komt er beweging in de zaak. De Palestijnse haag trekt zich onwillig terug tot vlak bij de ingang van het gebouw. De jeeps rijden nu het terrein op. Op hun beurt vormen de Israëlische soldaten een haag, voor de Palestijnse haag.

Over een smalle grindstrook rijden de Israëliërs nu langs het gebouw, naar de kale heuvel erachter. ,,Deze grond is van ons, het is Joodse grond'', zegt minister Levi, leider van de Nationale Religieuze Partij. ,,Smolianski's vader bezit hier zelfs een stukje grond.''

,,Mijn grootvader ook'', roept iemand uit de groep.

De minister bedankt de partijafdeling van Jeruzalem, die dit oriëntatiebezoek heeft geïnitieerd. De groep spoort de minister aan om hier meteen een Joodse wijk op te richten. De minister knikt, maar voegt er verontschuldigend aan toe dat hij daar niet over gaat. Hij onderstreept wel het belang ervan en belooft zijn best te zullen doen. ,,Ik heb gehoord'', zegt hij, ,,dat Arafat het gebouw als hoofdkwartier wil om van hieruit een mars naar Jeruzalem te beginnen.''

Op de vraag waarom ze nu pas in actie zijn gekomen, terwijl er al vier jaar aan het gebouw wordt gewerkt, geeft een van de delegatieleden ruiterlijk toe: ,,We waren ingedut. Nu is het belangrijk, omdat Barak hen Aboe Dis en de andere wijken wil geven. Dat moeten we voorkomen.''

De religieuze afgevaardigden besluiten hun bezoek aan de heuvel met het middaggebed.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten