‘Beseft u dat alles onder eenvijf-sterrenreview schade toebrengt aan ons bedrijf?’

Het bedrijf Huswell, ter inleiding van hun verplichte feedback

Alles eraan was bloedirritant, of, zoals ik het in mijn klachten-e-mail had geformuleerd: een manifestatie van het einde der tijden. Ik moest een voorstelling spelen in Oostende, waar een theaterfestival bezig was, en alles was vol, uitverkocht en leeg, behalve deze ‘zonnige buitenkans’ op Airbnb. Ik had het vermaledijde plan opgevat om mijn gezin mee te nemen, kende mijn tekst nog niet terwijl we vertrokken, en was de hele tijd alles kwijt. De broodjes, de pindakaas, mijn telefoon, het adres van de bestemming.

De zonnige buitenkans bleek een hotelkamer waar vier mensen in de dagen erna om elkaar heen moesten draaien, omdat het onophoudelijk bleef regenen. Door al het nieuws over de bosbranden en heetste dagen ooit waren de vier mensen vergeten regenkleren mee te nemen. Omdat overal de regenkleding was uitverkocht, hadden we vuilniszakken aan als we naar buiten gingen.

Om uit te checken kon ik niet de deur achter me dichttrekken, ik moest online een formulier invullen. Ik probeerde de feedback over te slaan, maar dat mocht niet van de website, en werd gewaarschuwd dat het bedrijf schade zou lijden als ik minder dan vijf sterren zou geven.

Ik dacht aan de recensenten die op de tribune zaten bij de voorstelling die ik speelde en vroeg me af of die ook een dreigbrief hadden moeten sturen met daarin de tekst dat alles onder vijf sterren schade toebrengt aan mijn bedrijf.

Toen we eenmaal ingepakt waren, twee huilende kinderen in een auto die stond te knipperen op een trambaan, deed ik de deur op slot en was blij dat ik onder de wolken door mocht wegrijden. Vrijwel direct nadat het geluid van de dichtslaande autodeuren en het invoegen op de snelweg een vreemd soort rust bracht in de auto was ik dingen kwijt. Veel dingen. Ik liep alles na in mijn hoofd, en vermoedde dat ik één kast was vergeten uit te ruimen.

Niemand van het schitterende tussenbedrijf Huswell was natuurlijk bereikbaar, en dus mocht ik online een formulier invullen over wat ik kwijt was. De avond dat ik dat deed lag ik wakker. Er lag een betekenisvolle trui in die kast, gebreid door iemand die dood aan het gaan was, maar ik vond dat zo ongeloofwaardig klinken dat ik dat maar niet in het formulier had vermeld. Dat kon ook niet trouwens, want er was maar plek voor tachtig tekens, terwijl ik zo ongeveer mijn halve inboedel kwijt was.

Terwijl ik wakker lag schreef ik in gedachten een klachtenbrief aan het bedrijf. Over hoe irritant iedereen mij had gevonden in de lift omdat er weer een gast zat in dat ene appartement, dat ik daarmee het gebrek aan sociale cohesie leek te belichamen, staand in een lift die tergend langzaam was en piepklein. Werkelijk iedereen in het appartementsgebouw ergerde zich kapot aan mijn bestaan, waardoor je wat mij betreft dat appartement al niet meer een zonnige buitenkans mag noemen, maar eerder iets in de trant van De Kleine Parasiet. Zo werd ik bekeken en dat was natuurlijk ook zo. Ik was daar de parasiet, terwijl de waarheid is dat Huswell dat is, maar dat kon ik niet invullen op het feedbackformulier.

Mijn broer had zijn vinger gebroken in een Airbnb omdat de stretcher onhandelbaar was en de eigenaar belde hem toen bezorgd om te vragen of hij zijn review had geschreven. De hele affaire had hem nogal verdrietig gemaakt, want het gesprek met de eigenaar was het enige gesprek dat hij met iemand in Hongarije had gehad.

Ik schreef dat het niet uitmaakt of ik een vier- of vijfsterrenrecensie zou geven voor hygiëne, want de rest van het appartementsgebouw is al cynisch geworden, en daar zijn Airbnb en Huswell medeverantwoordelijk voor, dus wat heeft een schoon afvoerputje dan nog precies voor zin. In gedachten natuurlijk, ik schreef het allemaal in gedachten, want ik wilde geen coupon voor nóg een verblijf in een of andere zonnige buitenkans, terwijl ik vervolgens alleen maar sorry sorry sorry aan het mompelen ben in een lift.