zondag 14 januari 2018

MUZIEK / JEUGDSENTIMENT / DORDRECHT / DELFT OP ZONDAG INTERVIEW: Alquin - 'Wheelchair Groupie' - 'Voormannen Alquin verrassen nu als Lone met 'andere' blues'


'70-er Jaren, ik was een tiener, zat op het Christelijk Lyceum in Dordrecht, Basketballer bij Frisol/R met Maarten van Gent als Coach, Teamgenoten als Rene Ridderhof, Hans Heijdeman, Marco de Waard en Raymond Bottse (zomaar een greep, als ik alle namen moet noemen wordt dit stukje drie keer langer), en ik had -ondanks 6x trainen per week en meestal twee wedstrijden- nog tijd voor een krantenwijk en voor muziek.

Wij hadden een hele actieve School-club -DCLC- waarin ik bestuurslid van de sportsectie was en dus iets van drie grote toernooien per jaar organiseerde, en als ik het me goed herinner ook nog een tijdje redeacteur van de -meer dan aardige- schoolkrant 'de IJsbreker', dus toen al moet ik regelmatig stukjes hebben geschreven, maar veel meer herinner ik me daar niet meer van.

We hadden ook een deelbestuur 'Schoolavonden' en een paar keer per jaar traden er serieuze Bands op in onze Aula. Een van die bands was de toen in Nederland -en ook wel erbuiten- bekende en hits scorende band Alquin uit Delft. Hun grootste Hit was 'Wheelchair Groupie', nog steeds goed en natuurlijk een intrigerende titel...ik deed ook weleens iets voor een Platenzaak in Dordt, kocht de LP (voor weinig) en werd best wel 'Fan', later, toen ze nog eens in Dordrecht optraden, in een nog veel grotere zaal, ging ik mee Posters plakken, en ook dat Concert woonde ik natuurlijk bij. Jeugdsentiment Optima Forma dus...
Die Band is weer terug bij elkaar, treedt weer op, en dus kwam er een Interview met de mannen in de 'Delft op Zondag'.

De moeite van het verder kijken, lezen en luisteren wel waard dus.

AART DEKKER

Alquin - "Wheelchair Groupie"

Artikel overgenomen van Delft op Zondag.nl, het originele artikel lees je ---  Hier  ---



Ferdinand Bakker (links) en Michel van Dijk: ‘Telkens weer melodielijnen ontdekken’ (Foto: Henk de Kat) Ferdinand Bakker (links) en Michel van Dijk: ‘Telkens weer melodielijnen ontdekken’ (Foto: Henk de Kat) (Foto: Henk de kat)


  cultuur
DELFT – In de jaren zeventig waren ze voormannen in de legendarische Delftse studentenband Alquin. Hun rijk gevulde symfonische rock baarde wereldwijd opzien. Nu verrassen Ferdinand Bakker en Michel van Dijk opnieuw. Onder de naam Lone presenteren ze als duo een cd met eigen songs die vooral neerkomen op 'een andere interpretatie van de blues', doorspekt met overige roots-invloeden als soul, rock, jazz en Bach.

Door: Henk de Kat

Dik in de zestig zijn ze inmiddels: muzikaal brein, gitarist, violist én pianist – Bakker uit Delft, en zanger/tekstschrijver Van Dijk uit Amsterdam. Maar ze vertellen over hun nieuwe cd 'View from the Bridge' met het enthousiasme van twee 18-jarigen die de geboorte aankondigen van hun allereerste plaatje. Toch is er een verschil met toen ze werkelijk zo jong waren. Want in die begintijd van Alquin beseften ze nauwelijks wat ze teweeg brachten. Ferdinand Bakker: "We déden het gewoon – componeren, ideeën die in je hoofd opkwamen met de hele band in muziek omzetten. En vervolgens werden we gevraagd te komen spelen in de Marquee in Londen, om er pas veel later achter te komen hoe beroemd die club eigenlijk was. We stonden ook in het voorprogramma van Lou Reed, waarvan de bandleden verrast naar ons kwamen luisteren met een blik van 'Wat is diiit'!?". Een indicatie was wel dat we voor muziekkrant Oor destijds dé band waren. Dat gaf een status waarmee we theatertours konden doen, door heel het land. Dat was iets nieuws voor een rockgroep. Maar de impact die dat allemaal had? Die drong niet tot ons door."

Echt vrij
Geen benul hadden ze, dat fans hun kinderen naar personages in Alquin-songs zouden vernoemen. Ze vermoedden nooit dat de elpees van hun Delftse studentenband veertig later nog altijd geliefde verzamelobjecten zijn, tot in Amerika en Japan aan toe.

Zes jaar duurde het succes van de groep. In 1976 was de fut er ineens uit, toen een geplande Amerika-tournee op het laatste moment niet doorging. Maar ruim een kwart eeuw later (2003) herleefde het gezelschap. Er kwamen reünie-concerten, nieuwe platen ook. Fans van het eerste uur stroomden weer toe. In 2011 was het echter definitief welletjes, onder meer omdat de Delftse mede-tekstschrijver en muzikale sparringpartner-componist Job Tarenskeen andere artistieke interesses had. Daarop besloten Bakker en Van Dijk getweeën verder te gaan als Lone. In 2013 kwam hun eerste, gelijknamige cd uit. Die kreeg in muziekrecensies vier sterren, maar Ferdinand Bakker realiseert zich nu dat het een 'overgangsproduct' was. "Michel en ik begonnen na 2011 met nummers schrijven, met half het idee dat het wellicht toch nog een Alquin-project zou kunnen worden; wat niet gebeurde. Daardoor zijn we pas nu, voor deze nieuwe cd, echt helemaal vrij gaan componeren. Vanuit ònze muzikale voorkeuren, zonder rekening te hoeven houden met arrangementen voor een grote, vaste band." View from the Bridge is alleen al daardoor anders dan voorheen. Bakker gevraagd naar hoe hij de kentering zelf zou willen betitelen: "We dachten aan de term Transatlantic Music...". Op de vraag "Waarom noem je het niet: 'meer bluesy', of 'landschapsblues'?" zegt Bakker: "Blues zit er absoluut in. Maar ik ben bang dat mensen bij alleen zo'n omschrijving aan standaard drie-akkoorden-blues gaan denken, en dat is het zeker niet."

Landschapsblues
Bakker en Van Dijk sommen vervolgens op wat voor invloeden zoal doorklinken op hun nieuwe cd. Namen komen voorbij als Otis Redding en Marvin Gay. Zwarte soul en blues dus. Ook die van Alain Toussaint en Dr John, met hun Louisiana-moerassferen. De ritmiek van Little Feat. Maar ook experimentele jazz. Bakker, van oorsprong Limburger: "Toen ik in Delft kwam studeren ben ik hier zo begonnen – in een jazzband." Nog meer Amerikaanse roots-stijlen mengen zich in het palet. 
Tekstschrijver Van Dijk grijnzend: "Zo kwam Ferdinand opeens met een banjo aan, voor wat het nummer 'Little Insight' is geworden. Ik kreeg eerst de neiging over Lucky Luck op z'n paard te gaan zingen. Maar hij hoorde vooraf al in zijn hoofd waar het naar toe zou gaan." Van Dijk: "Weet je, we hebben in ons leven zoveel muziek opgezogen. Zo heb ik begin jaren zestig in Amerika gewoond. Nummers die ik toen hoorde: Jailhouse Rock van Elvis bij voorbeeld – ik zat met open mond te luisteren. En als een spons knijp je al die invloeden nu uit, maak je er je eigen muziek van, en voeg je eigen dingen eraan toe". Hoe is dat dan gegaan, bij deze cd? Van Dijk en Bakker, elkaar aanvullend: "Op een zeker moment hebben we een bluesnummer bij de kop gepakt, om te onderzoeken of we dat konden spelen met onze manier van muzikale invulling. We zijn gaan aftasten: wat vinden we lekker aan grooves, hoe kun je blues op een heel andere manier interpreteren? Daaruit ontstond een soort moderne landschapsblues, met allerlei accenten en verwijzingen erin, en daar zong Michel dan op traditionele manier overheen. Die aanpak bleek wonderwel te werken. Daar zijn we op gaan voort borduren". Het leidde tot ''helderder nummers dan wat we ooit eerder maakten", aldus het Lone-duo. En daarbij als vanzelf ook tot 'andere' teksten, de afdeling van Michel van Dijk. Teksten met daarin de kracht van de herhaling, zoals in de oude blues. Ook dat draagt bij aan, zoals ze dat noemen, de 'duidelijkheid' van de negen songs op View from the Bridge. Bakker, die in zijn Limburgse jeugd met een klassieke viool opleiding voorgoed in de ban raakte van meester-arrangeur Bach: "Toch zitten er ook wel weer best veel laagjes in de muziek. Dat heb ik nou eenmaal in me, als componist. Ik probeer altijd een verhaal te vertellen, met een symfonische opbouw, in melodielijnen, die je telkens weer opnieuw kunt ontdekken. En ik hou van Brian Wilson-achtige oplossingen, zoals je op onze cd kunt horen in het nummer 'Rust'. Daarin ben ik niet wezenlijk veranderd. Maar ditmaal zijn we dus uitgegaan van echte songs, met de stem van Michel voor het eerst ook duidelijk vooraan in de mix. En alle tierelantijnen uit mijn eerdere symfonische arrangementen hebben we geschrapt, om het zo naturel mogelijk te houden. Met als eindresultaat dat deze cd een stuk 'toegankelijker' is, dan wat we voorheen deden. En toch zo anders dan doorsnee blues. We zijn er zelf in elk geval heel blij mee."

Bob Dylan
Een voorbeeld van 'anders' op View from the Bridge is het nummer Hollis Brown, in 1962 geschreven door Bob Dylan en door hem toen met alleen zang en zijn akoestische gitaar als instrument op de plaat gezet. Ferdinand Bakker heeft de originele, dramatische tekst van dat nummer voorzien van een mysterieuze landschapsblues. "Daarin zit een teneur van dreiging. Je krijgt het gevoel van een onbestemde ruimte, waarin het misschien niet voor iedereen goed afloopt. De tekst volgend, heb ik de verlaten vlakte, met daarin die vervallen hut, muzikaal willen suggereren. Met in het hele nummer toch een doorgaand ritme, want de tijd stroomt door, over die verdroogde aarde." Benieuwd wat Dylan zelf hiervan zal vinden? "Ja, we sturen de cd naar hem op, maar waarschijnlijk laat hij niks van zich horen. We hebben nog wel even gedacht om een eigen tekst ook op dit filmische nummer te maken, maar we hebben uiteindelijk toch het oorspronkelijke verhaal van Dylan genomen. Hij heeft niet voor niks de Nobelprijs gewonnen."


***


DelftseToerenTV / ALQUIN - Wheelchair Groupie


Gepubliceerd op 11 jun. 2012
In het voormalig Sint-Barbaraklooster, thans studentensociëteit Alcuin, bezoekt Jimmy Tigges de ruimte waar in de jaren '70 de symfonische rock van de Delftse groep Alquin gestalte kreeg. Bandleden Job Tarenskeen en Ferdinand Bakker onthullen onder meer hoe hun compositie Wheelchair Groupie uitgroeide tot Alquins grootste hit.




***

Ook in 2008 schreef Delft op Zondag al een 'Come-back-artikel' over Alquin:



Het gaat Alquin nu puur om de muziek, en niet meer om de bijverschijnselen


DELFT – Ze werden in de jaren zeventig nota bene door de critici de beste band van Nederland genoemd. En zo voelden ze zich ook wel een beetje. Na zes jaar kwam er echter een eind aan de jongensdroom.

Inmiddels is de Delftse band Alquin helemaal terug. In zo goed als dezelfde bezetting. En nog altijd trouw aan de muziek waar ze altijd voor stonden. In 2003 pakten de mannen de draad weer helemaal op. Aanstaande zaterdag spelen zij in De Boerderij, in Zoetermeer. Delft op Zondag sprak met zanger, gitarist en voorman Ferdinand Bakker en met drummer Job Tarenskeen.

-Hoe gaat het met Alquin?
Bakker: “We zijn Alive and Kicking, zoals dat heet. We zijn nu aan het repeteren voor een nieuwe plaat en denken er absoluut niet over om te stoppen.”
Tarenskeen: “We zijn geen band die oude hits gaan spelen voor veel geld. We spelen nieuwe hits voor weinig geld, haha.”

-Hoe voelt het om weer helemaal terug in de muziek te zijn?
Tarenskeen: “Ik ben meer opgewonden dan dat ik dertig jaar geleden was. Dat ouwerwetse bandgevoel komt bij mij weer helemaal terug. Het is bovendien een groot voorrecht dat we ons niet hoeven te bewijzen. En er is niemand die zegt: Dat nummer mag niet zo lang worden. Dan zeg ik: Je moet de B-kant eens horen, die is nog tien keer zo lang. Ik heb het idee dat de nummers van onze nieuwe plaat hele rijke muziek kunnen worden.”

-Wat bedoel je met het oude bandgevoel?
Tarenskeen: “Ik spreek misschien voor mezelf, maar het grootste geluk voor mij is op dat podium staan. Dat is beter dan seks. Op het podium kun je niets faken. Wat je op dat moment voelt, dat speel je. Je zet je hart open en je speelt. Dat hebben wij altijd zo gedaan. Ik was geen voorstander van een reünie, maar toen we weer gingen spelen was de band er meteen weer en we stegen als een ruimteschip op.”

-Is het nu nog heel anders om op het podium te staan?
Tarenskeen: “We hebben nu een staart van levenslessen achter ons liggen.”
Bakker: “We hoeven niet meer zo nodig. Vroeger wilden we de beste van de wereld worden, die drang hebben we nu niet meer zo. De helft van wat we spelen is nieuwe muziek, de andere helft is het bekende repertoire. Maar ik merkte laatst dat het publiek al nummers meezong van Blue Planet, een cd die in 2005 is uitgebracht. Die nummers vinden hun weg dus wel weer."

-Sta je lekkerder op het podium als je niet meer per se de beste wilt zijn?
Bakker: “Het gaat nu puur om de muziek, niet meer om de bijverschijnselen.”
Tarenskeen: “De meisjes die nu op ons afkomen zijn inmiddels wat ouder, maar nog wel heel mooi. Die drive om de beste te willen zijn is trouwens heel goed.”
Bakker: “Je moet toch heel wat leren om op zo’n niveau te komen.”
Tarenskeen: “Wat ik leuk vind om te zien is dat ik nu veel meer van vroeger begrijp dan toen ik het meemaakte.”

-Jullie werden de beste band van Nederland genoemd. Voelden jullie je ook zo?
Bakker: “Een beetje wel, ja.”
Tarenskeen: “Ik vond het niet helemaal onterecht. Maar het gevolg was dat ik werd verkozen tot beste drummer van Nederland. Ik kon er wel tien opnoemen die beter waren. Maar ja, zo werkt het gewoon.”
Bakker: “Die waardering streven we nog wel na. Een zekere mate van erkenning is fijn. Als je ziet dat anderen van je optreden genieten, daar doe je het voor. Om die mensen een goede avond te bezorgen.”

Steeds die knip

-Jullie maakten vroeger vrij lange nummers, iets wat gebruikelijk was in die tijd. Maken jullie tegenwoordig kortere nummers?
Bakker: “We maakten toen ook wel kortere nummers, hoor.”
Tarenskeen: “Maar een nummer is een verhaal.”
Bakker: “Als het thema het nodig heeft, duurt een nummer vijf minuten. In die zin zijn we niet commercieel en dat zijn we ook nooit geweest. Ik weigerde altijd als ze vroegen of we een plaat in konden korten. Tenminste, we hebben dat één keer toegestaan en ik vind het nog steeds vreemd om naar dat nummer te luisteren. Ik hoor steeds die knip erin.”

-Wat mag nooit aan de band veranderen?
Bakker: “De bezetting. Zo lang die zo blijft zoals ie nu is, zit het met Alquin wel goed. De rest mag van mij veranderen en dat heeft het ook altijd gedaan.”
Tarenskeen: “Dat onvoorspelbare mag nooit veranderen, vind ik.”

-Waar zijn jullie het meest trots op?
Bakker: “Trots ben ik niet echt, maar ik ben wel heel erg blij dat we onze platen met fantastische Engelse producers hebben opgenomen. Daardoor hebben we enorm veel respect gekregen in de muziekwereld. Vanaf toen maakte het in het buitenland ook niet meer uit dat we maar uit Nederland kwamen.”
Tarenskeen: “Ik ben er trots op dat we bij onszelf zijn gebleven. Natuurlijk lieten we ons wel beïnvloeden, maar dat was een normale beïnvloeding van de tijdsgeest. Als we onze muziek in Tibet waren gaan spelen, had niemand het goed gevonden.”
Bakker: “Na ons optreden op Pinkpop keek men ook in Nederland anders naar ons, op een positievere manier. Ze zagen dat we toch wel wat in huis hadden.”

-En waar zijn jullie het minst trots op?
Bakker: “Dat we hebben toegestaan dat er aan dat nummer waarin geknipt was ook een vioolstuk werd toegevoegd. Er moeten strijkers in, dan wordt het een hit, werd er gezegd. Nou, mooi niet. Ik geloof er sowieso niet in dat een plaat een hit wordt door zo’n truc. Dat zou ik ook niet willen.”
Tarenskeen: “Nou, als we er een miljoen van verkopen…”
Bakker: “Maar het blijft verschrikkelijk om te spelen. Mijn advies aan elke muzikant: Blijf doen wat je leuk vindt, anders verkoop je je ziel. Dat is dodelijk in de muziek.” (JN)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten