woensdag 16 juli 2014
Laatste Column (uit Nederland) van NRC-Columniste (en DWDD tafeldame) Rosanne Hertzberger
Ik heb al een aantal keren columns van haar op mijn weblog geplaatst met, meestal kritisch, commentaar van mijn kant.
Uit onderstaande column, haar voorlopig laatste - tenminste vanuit Nederland geschreven - maak ik eruit op, is me uit het hart gegrepen. Juist vanuit het perspectief waar ik me vaak ergerde vind ik dit verhaaltje leuk en raak: de wereld is groot, en Nederlanders hebben nogal eens de neiging om te denken dat de hele wereld er zo uit ziet als bij ons, zo geregeld is/zou moeten zijn als bij ons, en/of dat het volslagen normaal en natuurlijk is zoals alles hier is geregeld, en dat het elders dus niet deugt, of niet zal deugen... Terwijl Nederland natuurlijk slechts een stop is op de wereldbol en vrijwel alles overal elders anders marcheert dan hier - en lang niet altijd 'slechter'! In ieder geval hebben Hertzberger en ik daarop 'common ground'. Goed gedaan, en ik ben benieuwd of we in de toekomst nog van haar horen, en of/wie haar ruimte in de krant de komende tijd gaat vullen...
Hij kende de bruid niet
Rosanne Hertzberger | NRC 28 juni 2014 - pagina 2 - 3
Tijdens mijn promotieonderzoek leerde ik de wereld kennen. Mijn Indiase collega’s waren net zo oud als ik. We stonden naast elkaar in het lab. We keken samen naar mierzoete Bollywoodfilms waarin de verliefde hoofdpersonen elkaar achterna renden in het hoge gras. Ze waren dol op die films, ook in de wetenschap dat zij zelf nooit zouden trouwen met de man op wie ze verliefd werden. Ze waren allemaal voorbestemd voor een gearrangeerd huwelijk. Dat was de norm, ook bij rijke mondaine hoog opgeleide Indiase meisjes die in Europa promoveerden. Hun ouders lieten foto’s van hun dochters zien aan ouders van geschikte kandidaten. Geschikt hield in: hoogste kaste (Brahmin), goede baan, vlekkeloze familiereputatie en een passende horoscoop, te beoordelen door de astrologiespecialist van de familie. Soms kwam zo’n jongen die toevallig ook in Europa studeerde een paar uur naar Schiphol, om koffie te drinken. Mijn collega’s konden heus een aantal keer weigeren, maar ooit zouden ze moeten toestemmen en trouwen. Zo ging dat. Die malle Hollanders, die gescheiden hoogleraren die ongehuwd samenwoonden, de postdocs die zomaar kinderen kregen met hun vriendjes, zij stonden net zo ver van hun bed als de dolverliefde Bollywoodacteurs.
Mijn Pakistaanse collega wist helemaal niet dat hij zou gaan trouwen. Op een dag vertrok hij naar Pakistan en twee weken later kwam hij getrouwd terug. Een verrassing. Hij had zijn vrouw nog nooit gezien. Na hun huwelijk ging hij terug naar Amsterdam om zijn promotieonderzoek af te maken en trok zij bij haar schoonfamilie in. Hij is nu assistent professor in Faisalabad. Het schijnt dat hij een privéchauffeur heeft.
Mijn collega’s verschaften mij onafgebroken een alternatieve blik op de standaard NOS-nieuwsitems. Bijvoorbeeld toen de leden van Pussy Riot, de Russische rockband, na hun vrijlating naar Nederland kwamen en als dappere activisten werden ontvangen bij Nieuwsuur en bij minister Timmermans. Mijn Russische collega begreep daar niets van. Realiseerden wij ons in het Westen wel wie dit waren? Deze vrouwen hadden de grootste en belangrijkste kathedraal van de Russisch-Orthodoxe kerk ontheiligd. Deze types hadden het Russische volk in het gezicht gespuugd. In elk ander zichzelf respecterend land hadden ze levenslang gekregen.
En dan het bezoek van de Chinese president aan het koninklijk paleis op de Dam. Wij lazen hoe de ‘free Tibet’-demonstratie door Chinese veiligheidsmensen uit het zicht werd gehouden van president Jinping. Burgemeester van der Laan werd er kritisch over geïnterviewd: hoe kon het gebeuren dat het monddood maken van Chinese mensenrechtenactivisten ook op Nederlands grondgebied kon plaatsvinden?
Later kwam ik erachter dat mijn Chinese collega’s ook op de Dam hadden gestaan. Om te demonstreren? Welnee. Om de president toe te juichen en liederen te zingen. Dat afschermen van de demonstranten was noodzakelijk om het humeur van ‘our chairman’ niet te bederven op zo’n belangrijke diplomatieke top, legde mijn Chinese collega met strak gezicht uit.
Mijn hoog opgeleide collega’s, ze waren niet de intellectuele dissidenten die ik me weleens had voorgesteld. Ze verzetten zich niet, ook niet nu ze ver verwijderd waren van hun land. Telkens weer lukte het ze om de situatie goed te praten. Ik weet niet waarom. Hadden ze geleerd te gehoorzamen? Waren zij gehersenspoeld? Of waren wij, Nederlanders, gehoorzaam en gehersenspoeld met een cocktail van extremistisch individualisme, seksuele en politieke vrijheid? Ik weet het niet. Ik denk er al lang over na en ik kom er niet uit. Het is een belangrijk vraagstuk. Er zijn veel Chinezen, Pakistani, Indiërs en Russen, maar zelfs met de meest hoog opgeleide mondaine exemplaren voel ik, ook na vijf jaar nauwe samenwerking, een gapende kloof.
De apotheose van de kloof kwam dit jaar tijdens de gemeenteraadsverkiezingen. Ik hielp mijn Thaise collega met het invullen van de kieswijzer. Wil je meer dertigkilometerzones in je buurt? Stilte. Vertwijfeling. ‘Why?’ Wil je dan misschien minder cameratoezicht in je buurt? Stilte. ‘Why?’ Wil je dan misschien dat parken en perkjes minder strak worden onderhouden zodat er meer ruimte ontstaat voor wilde natuur? Drie maanden nadat wij discussieerden over de voor- en nadelen van parkonderhoud, zou het leger in haar thuisland een coup plegen. De tanks reden in Bangkok dwars door de aangeharkte parkjes heen. Over wilde natuur gesproken.
Vanaf volgende week woon ik in de Verenigde Staten. Ik zal buitenlander zijn. Ik zal verbaasd om me heen kijken. Ik zal onze gewoontes goedpraten. En ik zal Nederland missen. Oh, wat zal ik Nederland missen.
Uit onderstaande column, haar voorlopig laatste - tenminste vanuit Nederland geschreven - maak ik eruit op, is me uit het hart gegrepen. Juist vanuit het perspectief waar ik me vaak ergerde vind ik dit verhaaltje leuk en raak: de wereld is groot, en Nederlanders hebben nogal eens de neiging om te denken dat de hele wereld er zo uit ziet als bij ons, zo geregeld is/zou moeten zijn als bij ons, en/of dat het volslagen normaal en natuurlijk is zoals alles hier is geregeld, en dat het elders dus niet deugt, of niet zal deugen... Terwijl Nederland natuurlijk slechts een stop is op de wereldbol en vrijwel alles overal elders anders marcheert dan hier - en lang niet altijd 'slechter'! In ieder geval hebben Hertzberger en ik daarop 'common ground'. Goed gedaan, en ik ben benieuwd of we in de toekomst nog van haar horen, en of/wie haar ruimte in de krant de komende tijd gaat vullen...
Hij kende de bruid niet
Rosanne Hertzberger | NRC 28 juni 2014 - pagina 2 - 3
Tijdens mijn promotieonderzoek leerde ik de wereld kennen. Mijn Indiase collega’s waren net zo oud als ik. We stonden naast elkaar in het lab. We keken samen naar mierzoete Bollywoodfilms waarin de verliefde hoofdpersonen elkaar achterna renden in het hoge gras. Ze waren dol op die films, ook in de wetenschap dat zij zelf nooit zouden trouwen met de man op wie ze verliefd werden. Ze waren allemaal voorbestemd voor een gearrangeerd huwelijk. Dat was de norm, ook bij rijke mondaine hoog opgeleide Indiase meisjes die in Europa promoveerden. Hun ouders lieten foto’s van hun dochters zien aan ouders van geschikte kandidaten. Geschikt hield in: hoogste kaste (Brahmin), goede baan, vlekkeloze familiereputatie en een passende horoscoop, te beoordelen door de astrologiespecialist van de familie. Soms kwam zo’n jongen die toevallig ook in Europa studeerde een paar uur naar Schiphol, om koffie te drinken. Mijn collega’s konden heus een aantal keer weigeren, maar ooit zouden ze moeten toestemmen en trouwen. Zo ging dat. Die malle Hollanders, die gescheiden hoogleraren die ongehuwd samenwoonden, de postdocs die zomaar kinderen kregen met hun vriendjes, zij stonden net zo ver van hun bed als de dolverliefde Bollywoodacteurs.
Mijn Pakistaanse collega wist helemaal niet dat hij zou gaan trouwen. Op een dag vertrok hij naar Pakistan en twee weken later kwam hij getrouwd terug. Een verrassing. Hij had zijn vrouw nog nooit gezien. Na hun huwelijk ging hij terug naar Amsterdam om zijn promotieonderzoek af te maken en trok zij bij haar schoonfamilie in. Hij is nu assistent professor in Faisalabad. Het schijnt dat hij een privéchauffeur heeft.
Mijn collega’s verschaften mij onafgebroken een alternatieve blik op de standaard NOS-nieuwsitems. Bijvoorbeeld toen de leden van Pussy Riot, de Russische rockband, na hun vrijlating naar Nederland kwamen en als dappere activisten werden ontvangen bij Nieuwsuur en bij minister Timmermans. Mijn Russische collega begreep daar niets van. Realiseerden wij ons in het Westen wel wie dit waren? Deze vrouwen hadden de grootste en belangrijkste kathedraal van de Russisch-Orthodoxe kerk ontheiligd. Deze types hadden het Russische volk in het gezicht gespuugd. In elk ander zichzelf respecterend land hadden ze levenslang gekregen.
En dan het bezoek van de Chinese president aan het koninklijk paleis op de Dam. Wij lazen hoe de ‘free Tibet’-demonstratie door Chinese veiligheidsmensen uit het zicht werd gehouden van president Jinping. Burgemeester van der Laan werd er kritisch over geïnterviewd: hoe kon het gebeuren dat het monddood maken van Chinese mensenrechtenactivisten ook op Nederlands grondgebied kon plaatsvinden?
Later kwam ik erachter dat mijn Chinese collega’s ook op de Dam hadden gestaan. Om te demonstreren? Welnee. Om de president toe te juichen en liederen te zingen. Dat afschermen van de demonstranten was noodzakelijk om het humeur van ‘our chairman’ niet te bederven op zo’n belangrijke diplomatieke top, legde mijn Chinese collega met strak gezicht uit.
Mijn hoog opgeleide collega’s, ze waren niet de intellectuele dissidenten die ik me weleens had voorgesteld. Ze verzetten zich niet, ook niet nu ze ver verwijderd waren van hun land. Telkens weer lukte het ze om de situatie goed te praten. Ik weet niet waarom. Hadden ze geleerd te gehoorzamen? Waren zij gehersenspoeld? Of waren wij, Nederlanders, gehoorzaam en gehersenspoeld met een cocktail van extremistisch individualisme, seksuele en politieke vrijheid? Ik weet het niet. Ik denk er al lang over na en ik kom er niet uit. Het is een belangrijk vraagstuk. Er zijn veel Chinezen, Pakistani, Indiërs en Russen, maar zelfs met de meest hoog opgeleide mondaine exemplaren voel ik, ook na vijf jaar nauwe samenwerking, een gapende kloof.
De apotheose van de kloof kwam dit jaar tijdens de gemeenteraadsverkiezingen. Ik hielp mijn Thaise collega met het invullen van de kieswijzer. Wil je meer dertigkilometerzones in je buurt? Stilte. Vertwijfeling. ‘Why?’ Wil je dan misschien minder cameratoezicht in je buurt? Stilte. ‘Why?’ Wil je dan misschien dat parken en perkjes minder strak worden onderhouden zodat er meer ruimte ontstaat voor wilde natuur? Drie maanden nadat wij discussieerden over de voor- en nadelen van parkonderhoud, zou het leger in haar thuisland een coup plegen. De tanks reden in Bangkok dwars door de aangeharkte parkjes heen. Over wilde natuur gesproken.
Vanaf volgende week woon ik in de Verenigde Staten. Ik zal buitenlander zijn. Ik zal verbaasd om me heen kijken. Ik zal onze gewoontes goedpraten. En ik zal Nederland missen. Oh, wat zal ik Nederland missen.
Labels:
Andere Wereld,
Columnist,
Cultuur,
In Perspectief,
Nederland,
NRC,
NRC-Opinie
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten