FRAGMENT(NRC Opinie, 28 maart 2020, Geert Mak: 'Europa heeft nu wonderen nodig'):
"...........Emotionele neigingen
Beide krachten zijn binnen de Europese Unie momenteel sterk aanwezig: de praktische behoefte aan internationalisering en, aan de andere kant, de emotionele neiging tot renationalisering. De uitkomst is onzeker.Zorg is binnen de EU altijd een nationale aangelegenheid gebleven, maar de ‘lockdown’ werd op geen enkele manier gecoördineerd: grenzen gingen dicht, Duitsland blokkeerde transporten van medisch materiaal naar de buurlanden en Italiaanse smeekbeden om hulp werden, net als bij de vluchtelingencrisis in 2015, opnieuw genegeerd, zelfs tests en gegevens worden niet uitgewisseld. In de woorden van Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie: „Toen Europa werkelijk moest bewijzen dat dit niet alleen maar een mooi-weer-unie was, weigerden te veel leden om hun paraplu’s te delen.”
Europa heeft nu dus wonderen nodig. Het zijn doorbraken die steevast plaatsvinden rond grote collectieve ervaringen, zoals oorlogen en pandemieën. Zo’n noodsituatie maakt immers een einde aan het keurslijf van alledag, opeens is er ruimte voor nieuwe vormen en gedachten.
Na de grote pestepidemie van 1348 in Florence schoot Giovanni Boccaccio als een leeuwerik uit de puinhopen omhoog en schiep Decamerone, een vrijmoedig en revolutionair meesterwerk. Op dezelfde manier had de gigantische aardbeving die Lissabon in 1755 grotendeels met de grond gelijk maakte – er vielen naar schatting 40.000 doden, eenvijfde van de bevolking – een enorme doorwerking: op de Verlichtingsfilosofen van die tijd, met name Rousseau, Voltaire en Immanuel Kant, en zelfs indirect op de Franse Revolutie. Na ‘Lissabon’ wilde Kant niets meer weten van het idee van een ‘goede God’: alleen de rede kon de wereld redden.
En zo’n wonder was natuurlijk ook het Europese project zelf, na de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog.
Ook in deze ramptijden vinden zulke wonderen plaats. Het duurde bijvoorbeeld ruim drie jaar voordat ECB-president Mario Draghi in 2012 het magische ‘whatever it takes’ in de mond durfde te nemen; zijn opvolger Christine Lagarde had daarvoor amper drie dagen nodig. Het starre Europese regelsysteem blijkt opeens in staat te zijn tot een ongekende flexibiliteit: fiscale grenzen worden losgelaten, staatssteun voor bedrijven is niet meer taboe, in plaats van ‘meer Europa’ is er nu ook alle ruimte voor ‘minder Europa’.
Boris Johnson laat alle conservatieve principes varen: de Britse spoorwegen worden – althans tijdelijk – genationaliseerd. De immer zuinige Nederlandse regering strooit met miljoenen alsof het pepernoten zijn. De Duitsers lijken hun doodsangst voor inflatie te hebben vergeten: zelfs in Berlijn lijkt geest van John Maynard Keynes door de regeringsgebouwen te glijden. En zo is er meer. Na al het getob en gehannes van het afgelopen decennium kun je je ogen niet geloven.
Oude loopgraven
Maar is het genoeg? „Wat nu nodig is, is een ondubbelzinnig signaal van vertrouwen en solidariteit binnen de Europese familie”, schreef Adam Tooze, chroniqueur van de eurocrisis, deze week in The Guardian.Het tegendeel is het geval. De uitkomst van de Eurotop, afgelopen donderdag, was, in al haar vaagheid, glashelder: de loopgraven van 2008 worden alweer betrokken. De ECB benut al haar monetaire mogelijkheden tot het uiterste, maar pogingen om op Europees niveau iets aan economische stimulering te doen – bijvoorbeeld via de uitgifte van zogenaamde corona-obligaties – verlopen nog altijd uiterst moeizaam.
De rijke noordelijke landen, Nederland en Duitsland voorop, voelen er niets voor om ongelimiteerd op te draaien voor de tekorten van, met name, Italië. Het is, wat hen betreft, ieder land voor zich.
Thuis wachten bovendien de populisten. Het is allemaal begrijpelijk. Alleen: als deze crisis voorbij is kunnen, zonder dit soort ingrepen, de economische verschillen tussen de lidstaten wel eens zo groot zijn geworden dat er bijna geen Europese Unie meer mogelijk is, laat staan een eurozone. Dat is, uiteindelijk, de prijs voor deze Nederlandse houding: een Europese breuk. Willen we dat?
Dit is de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. En nu is het inderdaad ‘onze beurt’. Dit is de finale test voor de Europese Unie, de saamhorigheid binnen de Europese gemeenschap en het staatsmanschap van de Europese leiders. Nederland deinst terug. Maar Europa heeft meer wonderen nodig om dit te overleven.
......."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten