Hieronder een lang interview in de NRC die uitkwam op 14 januari 2017, het originele artikel en nog veel meer vind je --- Hier ---
‘Niemand wil opstaan met haat in z’n hart’
Sylvana Simons
Ze koos met Denk misschien de verkeerde partij, maar Sylvana Simons twijfelt niet aan haar politieke roeping. „Er is een leegte op links.”
Tekst Rosan Hollak en Annemarie KasFoto’s Merlijn Doomernik | pagina 30 - 31
‘Mag ik even aan je haar zitten?” Die vraag kreeg Sylvana Simons als klein kind geregeld, als ze met haar moeder in de tram zat. En het gebeurt nog steeds, ook al is het veertig jaar later.
Een jaar of twee geleden nog, op een bootfeestje in Amsterdam. Een witte vrouw kwam naar Simons toe: is dat haar van jou echt? In die tijd had ze een knalrood afrokapsel. Ze droeg geen extensions, had alleen een kleurtje om het opkomende grijs te verdoezelen. Ja, dit is mijn eigen haar, antwoordde Simons. Nee joh, zei die vrouw. „Dat is toch geen haar. Dat is wól.”
Ze kan het die vrouw niet eens kwalijk nemen, vertelt Simons nu. „Ze verwonderde zich over iets wat ze niet kent. Maar het is nu wel hoog tijd om mensen te vertellen dat het niet normáál is. We moeten onze gedachten dekoloniseren.”
Sylvana Simons (45) heeft een extreem jaar achter de rug. Eerst sloot ze zich bij Denk aan, de afsplits-partij van twee ex-PvdA’ers in de Tweede Kamer. Het lokte heftige reacties uit. Simons kreeg een ‘uitzwaai-pagina’ op Facebook en ze werd onderwerp van een vileine carnavalskraker.
In november verscheen een lynch-filmpje over haar. Het hoofd van Simons, gefotoshopt op een oude foto van een lynchpartij door de Ku Klux Klan.
Eind december, het was de zaterdag voor Kerst, stapte Simons op bij Denk. Directe aanleiding was hoe Denk-Kamerleden Tunahan Kuzu en Selcuk Öztürk in november de media-aandacht over de bedreigingen van Simons „vierden”. Ze begon een eigen partij, Artikel 1, genoemd naar het eerste artikel uit de Grondwet. Die is nu drie weken oud.
Is het u nog gelukt om de vrouw op die boot te overtuigen dat uw haar ook haar is?
„Nee. Maar ik ben ook geen zendeling of missionaris, het is niet mijn droom zieltjes te winnen. Ik ben op zoek naar mensen die het wíllen snappen. Er zullen altijd mensen zijn die zoiets niet willen aannemen.”
Hoe groot is die groep, denkt u?
„Het is te makkelijk om te zeggen dat dat alle PVV-stemmers zijn. Maar de onwil om je in een ander in te leven, bestaat zeker bij een deel van de mensen. De huidige woede en demonisering is exemplarisch voor wat er gaande is in de samenleving. Twintig jaar lang kwam ik bij iedereen de huiskamer binnen, nooit was de vraag of ik wel een Nederlander was of van Nederland hield. Pas toen ik maatschappijkritisch werd, werd ik van de ene op de andere dag een Nederland-hater en een racist genoemd. Iedereen praat vooral over Sylvana Simons, terwijl Sylvana het graag wil hebben over een probleem dat ons allemaal aangaat.”
U wilt met Artikel 1 de discussie over gelijkheid breder trekken. Hoe?
„We moeten naar onze systemen en instituten kijken, onze scholen, politie en justitie. Behandel elkaar gelijkwaardig, is ons uitgangspunt. We zien dat de overheid discriminatoir bezig is. Etnisch profileren bij de politie. Kinderen met een migrantenachtergrond, of uit een lagere sociale klasse, worden benadeeld. Ze krijgen een lager schooladvies, de samenleving heeft minder verwachtingen van ze. Of neem het ouderschapsverlof. Vaders kunnen maar twee dagen vrij nemen, dat is ook discriminerend. Waarom heeft een vader minder recht op de eerste belangrijke momenten met zijn kind? Ik wil dat gelijk trekken.”
Sylvana Simons heeft Ian van der Kooye meegenomen naar het gesprek in het Amsterdamse café Canvas. Hij was campagneleider bij Denk, maar besloot met Simons mee te gaan toen zij vertrok. Van der Kooye vult haar vaak aan. „Mag ik je helpen”, vraagt hij dan. Witte Nederlanders snappen volgens de twee vaak niet waar discriminatie op neerkomt. Van der Kooye: „De reactie is vaak dat de ánder discriminatie ‘voelt’. Daarmee is het dus zijn eigen probleem. Maar er ís racisme, er is seksisme. Als man kan ik tegen een vrouw niet zeggen: dat seksisme, dat voel jij maar zo. Nee, daar gaan vrouwen over.”
De documentaire Wit is ook een kleur komt ter sprake. Documentairemaakster Sunny Bergman laat daarin zien hoe ‘witte Nederlanders’ zich snel verongelijkt voe len als ze worden aangesproken op de witte privileges die ze hebben. Simons waardeert het, een witte documentairemaakster die haar eigen publiek aanspreekt. „Ik ben daar blij mee. Het is weliswaar jammer dat het zo moet, maar het gaat erom wat werkt.”
Het is jammer dat witte Nederlanders wel naar háár luisteren?
„Dat lijkt wel zo. Al krijgt Sunny ook niet alleen aardige reacties. Maar als een zwart iemand het zegt, voelt het blijkbaar nog meer als aanval. Het gaat mij erom dat we moeten leren bondgenootschappen te ontwikkelen. Politiek en media vertellen ons van alles. Vooral dat we bang moeten zijn voor de ander. Dat er verschillen bestaan tussen onszelf en de ander. Ik zeg: we hebben juist veel met elkaar gemeen.”
Welke wetten of regels wilt u instellen om die gelijkheid te bevorderen?
„We moeten eerlijk zijn over ons verleden. Kijk naar onze koloniale geschiedenis. We leren niet welke prijs die andere culturen voor die onderdrukking betaald hebben. Veel mensen denken dat de geschiedenis van de zwarte mens begint bij de slavernij. Natuurlijk niet, er zit nog een hele geschiedenis vóór. Daar heb ik op school niks over geleerd. We moeten kijken naar de verbanden in onze geschiedenis. Omdat we dat niet doen, zitten we nu in deze situatie met Geert Wilders. Ik kan hem niet helemaal objectief bekijken in het licht van geschiedenis.”
Wat bedoelt u precies?
„Duitsland heeft duidelijk afgerekend met een zwarte pagina uit z’n nationale geschiedenis. In Nederland hebben we dat niet gedaan. We zijn vergeten te kijken naar ons eigen aandeel.”
Heeft u het over de rol van NSB’ers in de Tweede Wereldoorlog?
„Jullie zeggen het.”
Het is onduidelijk waar u heen wilt.
„Er is een link tussen de recente geschiedenis en ons land dat afstevent op wij-zij-denken. Vijand-denken, van kijk, díe groep is het probleem. Daar hoef ik de Joden heus niet voor te benoemen, dit ziet iedereen.”
Dit is een nogal „precair onderwerp”, breekt Ian van der Kooye in. „Juist omdat de Tweede Wereldoorlog een collectief trauma is, ligt elke vergelijking gevoelig.”
Het gevaar, meent Simons, is dat we over symptomen praten. „Dat het alleen nog over mijn citaten gaat. Ooh, kijk eens, ze heeft dát gezegd. Dat dient de dialoog niet. Iedereen begrijpt dat een verdeeld land kwetsbaar is, dat zoiets tot problemen leidt.”
Heeft u een voorbeeld?
„Het dehumaniseren van mensen. Als je over een ‘asielplaag’ praat. Of zegt dat de islam het land uit moet. Wat bedoel je daarmee? Het is demagogie. Politici hebben een grote morele verantwoordelijkheid. Er zijn woorden onze taal binnengeslopen die echt uit de politiek komen. Kopvoddentaks, testosteronbommen, asielplaag. Dat is schadelijk.”
Heeft u het alleen over Geert Wilders, of beschuldigt u ook andere politieke partijen?
„De VVD schuift steeds verder op richting Wilders. En als we het over de kopvoddentaks hebben, kunnen we net zo goed de kut-Marokkanen van de PvdA noemen. Andere partijen, het CDA, D66, GroenLinks, hebben zich te passief opgesteld. Zij hebben allerlei aannames en overtuigingen mainstream laten worden.”
U heeft wel het probleem dat uw boodschap niet is losgekoppeld van uw persoon.
„Klopt. Maar dat maakt voor mij niet uit. De meeste mensen uit de geschiedenis die verschil hebben gemaakt, waren niet bezig met likes, volgers of met wat anderen van hen dachten. Ik merk trouwens dat het beter wordt. Als ik in Amsterdam over straat loop, springen voorbijgangers van hun fiets. ‘Kom eens hier jij. Krijg je een knuffel.’ Mensen wíllen luisteren. Dat ik niet meer bij Denk zit, heeft op de één of andere manier ook een magisch effect gehad.”
Simons en Van der Kooye vertrokken bij Denk omdat ze de communicatie te negatief en polariserend vonden. Van der Kooye was daar nota bene ook campagnestrateeg, maar ze luisterden niet altijd naar zijn advies, zegt hij. Simons was ook ontevreden over de ruimte die ze kreeg voor het verdedigen van gelijke rechten voor lhbt’s – lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders.
Wanneer dacht u voor het eerst: misschien was Denk toch geen goed idee?
„Daar heb ik publiekelijk niets over gezegd en dat ga ik ook niet doen. Het proces heeft geleid tot een inzicht, daardoor heb ik actie ondernomen en nu zitten we hier.”
Kwam dat moment al snel? Bij de kennismaking vroeg u al of er genoeg ruimte was voor homorechten.
„Ik heb duizend vragen gesteld toen we begonnen. Die aandacht voor lhbt’ers was voor mij ononderhandelbaar. Zij zeiden toen dat ze juist behoefte aan mijn geluid hadden, dat ze graag verbreding wilden. Dat bleek in praktijk toch moeilijk. Weet je, we denken allemaal wel eens: ik koop een StairMaster, zo’n loopapparaat. Élke dag voor het werk ga ik erop trainen. We kopen hem met de juiste intentie. Maar na een week hangen we onze kleren eroverheen en doen we er niks meer mee. We willen wel, maar we doen het niet. Zo was dit ook.”
Wat heeft u zelf gedaan om de verstandhouding te verbeteren?
„Daar zeg ik ook niks over. De breuk ging uiteindelijk om de vraag hoe je met mensen omgaat. Op die persconferentie over mijn beveiliging hebben ze gezegd: er is zichtbare en onzichtbare beveiliging voor Sylvana. Nu is mijn vraag of jullie zichtbare beveiliging bij mij zien.”
Nee. Voelt u zich wel veilig?
Ian van der Kooye grijpt in. „Als ik jou was zou ik hier dus niks over zeggen.”
Simons: „Ik wil alleen zeggen dat ik bereid ben offers te brengen voor dit ideaal. Of het nu gaat om mijn reputatie of mijn inkomen, om mijn lichamelijke of emotionele veiligheid. Iedereen die een druppeltje om me geeft, moet daar correct mee omgaan.”
U had gewild dat het allemaal buiten de publiciteit was gebleven?
„Ja. Welke politicus heeft ooit zo gesproken over zijn eigen beveiliging? Dat doe je niet. Ik ben nu min of meer gedwongen er uitspraken over te doen, dat is niet in mijn belang.”
Van der Kooye zegt: „Ik vond het geen goed idee. Ze deden het toch. Ik heb ze er later nog op aangesproken.”
U krijgt dus wel minder bedreigingen? Voelt u zich veiliger?
„Veiligheid is altijd een gevoel. Hier in deze ruimte zijn we allemaal even veilig of onveilig. Ik merk wel dat sinds dat lynch-filmpje iets is veranderd in Nederland. Het was voor veel mensen gelukkig een moment van hállo, wacht even. Zo’n verschrikkelijk vies, lelijk dieptepunt. Sindsdien is het minder en dit jaar valt het eigenlijk gewoon mee. Weet je wat het is: niemand wil ’s ochtends opstaan met haat in z’n hart.”
Elke nieuwe politieke partij moet handtekeningen verzamelen om mee te mogen doen aan Tweede Kamerverkiezingen. Dertig stuks, in twintig kieskringen. Ze moeten ook 11.250 euro borg betalen. De deadline is dit weekend. „Is dit verhaal voor de krant van zaterdag? Dan hebben we het betaald.” De vereiste handtekeningen zijn nog niet allemaal binnen. „We kunnen er nog wel wat gebruiken.”
Veel van de strategie van Artikel 1 wordt duidelijk, zegt Simons, als ze begin volgende week hun kandidatenlijst bekendmaken. Er staan twintig namen op, zwart, wit, man en vrouw. „Het is voor ons straks heel makkelijk om alle hoeken van de samenleving aan te spreken.”
Maar hoeveel mensen precies bij Artikel 1 betrokken zijn, willen Simons en Van der Kooye niet vertellen. „Een stuk of tig”, zegt Van der Kooye. En wie zitten er precies in het partijbestuur? Simons: „Dat vertellen we niet, zul je zien dat daarna hun adressen zomaar op internet staan.”
Hoe groot is uw electoraat? Op Facebook heeft Artikel 1 net 3.000 vind-ik-leuks. Denk heeft er 63.000.
„Wat een erge vraag. Een like is geen stem. Hier moet het niet over gaan. Ik denk dat een grote zwijgende meerderheid niet de hele dag op Facebook of Twitter zit. Die is aan het werk of met de kinderen bezig. Een grote groep mensen heeft niet de behoefte om de hele dag te roepen, te schreeuwen, te zeiken, te zaniken.”
Heeft u al grote tv-debatten in uw agenda staan?
„Nee, ik ben nog niet gebeld voor dat ene grote debat, op de avond vóór de verkiezingen. Het betekent niks voor me. Als het wel zo was, zou het me niet het gevoel geven dat we er zijn.”
Lijsttrekkers van kleine partijen uit de Tweede Kamer springen een gat in de lucht als ze mogen meedoen.
„Dat is het grote verschil tussen mij en iedereen die nu al in de Tweede Kamer zit. Zij hebben iets te verliezen. Zij hebben een stoel die ze kunnen kwijtraken. Wij kunnen alleen nog maar winnen.”
Minister-president Mark Rutte noemde Artikel 1 een afsplitsing van een afsplitsing. Denk goed na, kiezer, zei hij erbij.
„Elke politieke partij is als nieuw geluid begonnen, als splinter. Omdat ze vonden dat er iets anders moest. Er is een leegte op links, er is behoefte aan ons geluid. Ik zeg: lieve mensen, hier ben ik, met al mijn kwetsbaarheid, met alle tegenwerking van timing en weinig middelen. Het gaat niet om die zetel of het pluche, het gaat erom dat we onze krachten bundelen en de samenleving veranderen.”
Dus het doet er niet echt toe, of het u lukt in de Tweede Kamer te komen?
„Natuurlijk wel. Wat ik bedoel: het kan gebeuren dat we ons gewenste resultaat, zoveel mogelijk zetels, niet halen. Wat níet kan, is dat we falen. We zijn de eerste Nederlandse politieke partij opgericht door een zwarte vrouw. We mobiliseren mensen. We hebben ons bestaansrecht al bewezen.”
Danseres en vj
Sylvana Simons (Paramaribo, 1971) verhuisde op jonge leeftijd met haar ouders van Suriname naar Amsterdam, van daaruit gingen ze naar Hoorn. Vanaf haar veertiende volgde ze een opleiding aan de balletschool van Lucia Marthas. Ze werkte als danseres, onder meer bij het iT Dance Team en CB Milton.
In 1995 begon haar tv-carrière als vj bij The Music Factory, TMF. In 1999 stapte ze over naar SBS6, daar presenteerde ze De Bus en Sexquiz on the beach. Bij RTL presenteerde ze daarna allerlei programma’s. Vanaf 2012 was ze tafeldame bij De Wereld Draait Door. Ze mengde zich in het publieke debat over racisme en Zwarte Piet.
Simons heeft twee volwassen kinderen en woont samen met haar vriend in Amsterdam.
Zwartjes
Een keerpunt in het leven van Sylvana Simons kwam in mei 2015, toen Martin Simek tijdens een live-uitzending bij De Wereld Draait Door de term ‘zwartjes’ in de mond nam. Het was voor Simons, in die uitzending tafeldame, „het moment waarvan ze altijd had gehoopt dat het op live-televisie niet zou gebeuren”. „In die paar seconden, voordat ik Simek vroeg wat hij met die opmerking bedoelde, realiseerde ik me: hij creëert hier glad ijs en ik ben degene die erover gaat uitglijden. Ik wist dat mijn vraag iets zou losmaken. Maar ik wist ook: wil ik mijzelf, mijn kinderen en iedere zwarte man of vrouw in Nederland in de toekomst nog recht in de ogen kunnen aankijken, dan moet ik nu iets zeggen.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten