Foto uit: 'VAN
DROOM NAAR DAAD NEDERLANDSE HANDBALVROUWEN OP JACHT NAAR GOUD. Richard
van der Made, Herman Nijman, Eddy Veerman, John Volkers en Henk Seppen -
PDF Free Download'
Een man van doelen, modellen en processen
Op eigenzinnige wijze heeft coach Sjors Röttger de Nederlandse handbalsters bij de hand genomen. De extreem gedreven, schreeuwende heerser van weleer heeft geleerd van zijn fouten....
Foto overgenomen van: 'Handbaldier-Sjors Rottger-zag-als-militair-gevaar-honger-en-plezier-in-sudan'
Volkskrant-Sport Door Mark Misérus 25 maart 2006
In Kamp Vught kwamen de tranen. Twintig handbalsters en de technische staf van de nationale ploeg stonden in de cel die de geur van de dood ademde. De commandant van het toenmalige SS-concentratiekamp had er in september 1943 83 vrouwelijke gevangenen bestraft voor hun ongehoorzaamheid door ze in een kamertje van nog geen vijf bij vijf meter te persen. Enkele vrouwen stierven.
Bondscoach Sjors Röttger vertelde over de gruwelijkheden en kreeg, net als zijn speelsters en stafleden, tranen in zijn ogen. Een aantal speelsters was zichtbaar aangedaan. 'De sessie heeft behoorlijk wat losgemaakt.'
De keuzeheer van de nationale ploeg had zijn speelsters bewust meegenomen naar Brabant. Hij wilde ze, op die kille en krap bemeten tegelvloer, laten voelen dat ze in de aanloop naar het WK en tijdens het toernooi zelf, afhankelijk van elkaar waren. Als ze het samen in die piepkleine ruimte zouden uithouden, moest de onderlinge verbondenheid wel groeien, voorspelde hij.
Een team is voor Röttger meer dan een stel individuen. De beste speelster is voor hem gelijkwaardig aan de materiaalman. 'Ik ben heel teamgericht en maak daarom iedereen belangrijk. In Vught heb ik ze willen laten voelen dat ze een deel zijn van het geheel. De oude Selinger had daar mooie uitspraken over. Hij zei: een team is meer dan een aantal hoofden, armen en benen. Een team is een team.'
Voor het WK in Sint-Petersburg koos hij, vrij naar bondscoach Van Basten, daarom niet de beste speelsters, maar de speelsters die de beste ploeg vormden. Elly An de Boer mocht met haar 132 interlands in Denemarken blijven, terwijl Maura Visser met haar 15 interlands wel was uitgenodigd.
Röttger wil zijn keuzen niet in detail uitleggen, omdat hij niet graag over speelsters praat als die er niet bij zijn. Maar, zegt hij: 'Het hoeven geen vriendinnen te zijn, dat kan ook niet. Ze moeten wel van een bepaald sociaal niveau zijn en elkaar kunnen en durven aanspreken op hun gedrag.'
Ook zijn begeleidingsteam heeft hij zorgvuldig samengesteld. Bewust kiest hij voor mensen die van elkaar verschillen. 'Mijn assistent (Monique Tijsterman) moet mij niet versterken, want daar heb je niets aan. Terwijl je dat in de voetballerij juist wel vaak terugziet.
'Ik gebruik altijd de tv-beelden van Huub Stevens en Raymond Atteveld (coach en assistent van Roda JC) na het duel met Feyenoord. Stevens wil de fotograaf een klap geven en dertig seconden later zie ik Atteveld hetzelfde doen. Zo moet het dus niet.'
Net 31 jaar was Röttger toen hij Swift Arnhem, zijn eerste eredivisieteam, onder zijn hoede kreeg. 'Ik had zoiets van: poeh Sjors, je bent het twee keer per week trainen net zelf ontgroeid. Maar ik heb er nooit spijt van gehad. Ik vond het niet erg dat ik in het derde jaar met het team degradeerde, want ook die ervaring heeft mijn rugzak gevuld. Later ben ik kampioen geworden met Aalsmeer. Soms moet je verliezen om te kunnen winnen.'
Röttger heeft ook fouten gemaakt. Hij 'gokte verkeerd' in de eerste WK-kwalificatiewedstrijd tegen Spanje (25-24 verlies). Wat exact is misgegaan, wil hij niet vertellen - hij zou er zijn speelsters mee schaden - maar hij heeft er twee nachten wakker van gelegen. 'Ik slaap nooit slecht door het handbal. Maar ik heb niet goed gecoacht en heb in het proces fouten gemaakt. Dat reken ik mezelf aan.'
Hij weet dat geen coach onfeilbaar is. Maar hij had niet verwacht dat hij juist de mist in zou gaan tijdens een cruciale wedstrijd, waarvan het resultaat zo zwaar woog. 'Ik was teleurgesteld, want ik dacht dat het me niet hoefde te overkomen. Grijze haren geven blijkbaar toch geen garanties.'
Op zijn 25ste had hij zich al voorgenomen bondscoach te worden. Hij wilde zich revancheren, omdat hij het zelf nooit tot international had weten te schoppen. Twee jaar nadien zag hij zijn droom uiteen spatten.
'Ik wilde geen meeloper zijn, wilde niet slijmen. En dat moest toen wel om hogerop te komen in het handbal. Ik heb gezegd: ik ga gewoon proberen een goede handbalcoach of -trainer te worden. Dat was veel prettiger, omdat ik geen doel achterna hoefde te rennen.'
Hij was ook niet klaar geweest voor het grote werk, oordeelt hij. 'Een goede coach moet durven geven en nemen. Joop Alberda is daar een goed voorbeeld van. Hij kan zichzelf aanpassen aan datgene dat wenselijk is. Nu kan ik dat, maar 15 jaar geleden niet.
'Ik was Sjors Röttger, een extreem gedreven trainer. Meer een vermaker van mensen dan een coach, want ik ging negen van de tien keer schreeuwen als het niet goed ging. De speelsters vonden het prima dat ik zo dominant aanwezig was, maar een coach is iemand die waarneembaar gedrag beïnvloedt. En dat deed ik niet.'
Bondscoach werd hij uiteindelijk toch. In 2004 volgde hij Olaf Schimpf op, die hij jaren had geassisteerd. Sinds lange tijd stond weer een Nederlander aan het roer van de ploeg waarvan de kern werd gevormd door de speelsters die groot waren geworden door het Oranjeplan van Bert Bouwer.
Met gemengde gevoelens volgden de media de verrichtingen van het team. Er was ook geen reden laaiend enthousiast te zijn. Nederland was afgegleden naar een weinig trotsmakend niveau en had jaren niets laten zien op de belangrijke toernooien. De aanloop naar het WK in 2005, vooral de nederlaag tegen Spanje, werd dan ook met sceptische commentaren begeleid.
'Het heeft ons geholpen', zegt Röttger smalend over de stemming in de pers. 'Speelsters hebben die verhalen ook gelezen en zijn er extra gemotiveerd door geraakt. We hebben jullie teruggepakt, met Spanje-uit.' Conclusie: 'De pers is goed bruikbaar voor mij en het team, en een coach doet met alles wat.'
Hij rekent zichzelf tot de 'Dick Advocaten' van deze wereld. Röttger, in de jaren zestig, zeventig aanvoerder en opbouwer van Swift, was net als Advocaat een verdienstelijk speler in de eredivisie. Maar hij kwam tekort voor het nationale team.
De Achterhoeker kent zijn kwaliteiten en beperkingen. 'Ik ben uiteraard geen Van Basten. Hij is in heel korte tijd bondscoach geworden en behaalt goede resultaten. Maar ik vind het te goedkoop om te zeggen dat hij daarom een goede coach is. Dan zou ik meer inzicht in het proces willen hebben. Topsport is meer dan resultaat. Het is ook de weg die naar het resultaat leidt.'
Sinds de jaren zeventig is Röttger in dienst van de landmacht. Aanvankelijk als sportinstructeur, thans als sportofficier. Zijn collega's en hij doceren alle sporten: van golfen tot duiken. De nadruk ligt op het fysieke gedeelte, maar ook aan het mentale aspect wordt veel waarde gehecht.
De verschillen tussen de krijgsmacht en het nationale handbalteam zijn kleiner dan ze lijken, zegt Röttger in zijn werkkamer op de Bernhardkazerne in Amersfoort. In beide gevallen werkt hij met mensen die een doel nastreven. Al zijn de gevolgen voor een soldaat groter als iets misgaat. 'Als je als militair geen eerste wordt, ben je misschien wel dood.'
Röttger is een man van doelen, modellen en processen. 'Je kunt alleen in de topsport werken als je doelen stelt. Ik zeg altijd: er zijn droomdoelen, resultaatdoelen en procesdoelen.
'Iedere sporter of coach heeft een droomdoel in zijn hoofd, zoals het bereiken van de Olympische Spelen of het behalen van goud op het WK. Dat is prima, hoewel het niet verstandig is te praten over een doel dat zo ver weg ligt.
'Ik heb het met mijn speelsters liever over korte-termijndoelen. Het is makkelijker te zeggen: laten we op 28 mei van Wit-Rusland winnen en ons kwalificeren voor het EK dan te roepen dat we over twee jaar succesvol moeten zijn in Peking. Zo creëer je rust in je hoofd.'
Bij het WK leerde Röttger zijn team van wedstrijd tot wedstrijd werken. De confrontaties met de groepsgenoten werden als losse duels beschouwd. 'En toen we de hoofdfase bereikten, heb ik gevraagd: wat is het volgende doel? Een van de drie wedstrijden winnen, zei ik. Niet twee of drie.
'We hadden Noorwegen kunnen verslaan, maar het werd 30-30. Dus zei ik: we hebben nog steeds niet gewonnen. Van Hongarije verloren we, terwijl we goed speelden. Maar verdomme, we hadden nog niet gewonnen. Begrijp je nu waarom we Zuid-Korea versloegen?' Zijn ogen twinkelen.
Hij spreekt honderduit en zegt blij te zijn zijn verhaal kwijt te kunnen. Maar op aanzien zit Röttger, naar eigen zeggen eens terecht getypeerd als de boerenjongen die bescheiden wil blijven, niet te wachten.
'In het handbal weten velen wie Sjors Röttger is. Daarbuiten niet, want handbal is hier geen grote sport. Nu krijg ik ook reacties van: oh, wat leuk, jij bent de bondscoach. Dat is mooi, maar de stemming kan snel omslaan. Als we verliezen van Wit-Rusland, hakken mensen mijn kop eraf. Nederlanders zijn uitermate resultaatgericht.'
Op 28 mei en 3 juni moet in een dubbele ontmoeting met de gevreesde opponent kwalificatie worden afgedwongen voor het EK in Zweden (december). Als Nederland de eindronde haalt, zullen de verwachtingen een stuk hoger zijn dan bij het WK, waar nog geen handvol journalisten aanwezig was.
Röttger is zich ervan bewust. 'Vanaf nu ligt er druk bij ons. Ik zal er alles aan doen die pressie weg te halen, maar ik lig er zelf niet wakker van. Want ik begrijp dat men verwacht dat we een medaille halen bij het EK. Al kan ik die garantie niet geven.'
Meer over
**
NOG EERDER (2001):
Hollands glorie in
handbalparadijs
Vijf Nederlandse meiden strijden vanaf vandaag met GOG Gudme om de Deense landstitel. Hun populariteit houdt gelijke tred met de positie op de ranglijst en die is sinds hun komst naar het eiland Funen anderhalf jaar geleden alleen maar gestegen....
Volkskrant-Sport door Tynke Landsmeer 28 april 2001
'TILLYKKE', zeggen voorbijgangers als Natasja Burgers woensdagochtend door de binnenstad van Svendborg loopt in de richting van haar stamcafé. 'Tak', antwoordt ze, en lacht. Overal wordt de Nederlandse speelster herkend en gefeliciteerd met de overwinning in de halve finale van de Deense handbal play-offs.
In café Under Uret worden direct de Deense ochtendbladen van de leestafel gepakt. De commentaren over het spel van de Nederlandse handbalvrouwen zijn lovend. Het succes in de Deense competitie verdringt voor heel even het verlangen naar huis. De prijs is groot die Burgers (25) moet betalen om uit te groeien tot een handbaltopper van wereldformaat en zich met Nederland te kwalificeren voor de Olympische Spelen van 2004 in Athene.
Heimwee deed haar vorig jaar bijna besluiten terug te keren naar alles wat haar thuis zo dierbaar is. Dan maar met minder dan de absolute top genoegen nemen, dacht Burgers. De liefde voor het handbal bleek uiteindelijk toch sterker. 'Ik was geblesseerd geraakt en wilde in Nederland revalideren. Toen ik daar eenmaal was, had ik absoluut geen zin meer om terug te gaan', aldus Burgers.
Bondscoach Bert Bouwer moest praten als Brugman voor hij haar ervan overtuigde dat ze niet zomaar onder het contract met de club uit kon. En dat terwijl de coach in eerste instantie juist fel tegen een vertrek naar de buitenlandse competities was geweest. Diegenen die zich een aantal jaar geleden nog weigerden te onderwerpen aan de strikte voorwaarden van het fulltime Oranjeplan, zoals Saskia Mulder destijds, werden zelfs zonder pardon uit de selectie gezet.
Maar tijden en opvattingen veranderen. De dagelijkse trainingen brachten de 'meiden met een missie' weliswaar naar een hoger niveau, maar de Spelen werden niet mee bereikt. Na tweeënhalf jaar afzondering in de sporthal werd daarom schoorvoetend toegegeven dat het de speelsters aan wedstrijdritme en speelplezier ontbrak. Sinds die tijd worden ze in dienst van sponsor Datateam op huurbasis uitgeleend aan buitenlandse clubs.
Burgers koos, samen met Olga Assink, Monique Feijen en Saskia Mulder voor GOG in Gudme, een dorp met slechts 450 inwoners maar met een grote handbaltraditie. Elly-An de Boer (22) volgde een half jaar later. De Boer: 'Als mijn moeder nog had geleefd, was ik misschien nooit vertrokken, maar nu hield eigenlijk niets me in Emmen.'
De aanpassingen aan het Deense leven gingen snel. De taal leerde ze, in tegenstelling tot haar teamgenoten die ervoor naar school gingen, op straat en vrienden plukte ze overal vandaan. Studeren doet ze in Odense en stappen - net als Burgers - in café Under Uret. 'Natasja zegt altijd tegen mij dat ik zelfs in staat ben tegen een lantaarnpaal te lullen, en dat zegt inderdaad wel iets over mij. Ik maak gemakkelijk vrienden.'
Heimwee heeft De Boer nauwelijks. Missen doet ze vooral een broodje kroket, Nederlandse mayonaise en haar vaders kookkunst. Een tijdje deelde ze een huis met Saskia Mulder, nu woont De Boer alleen in het centrum van Svendborg (op tien kilometer afstand van Gudme), dat met twintigduizend inwoners in Denemarken een 'grote' stad mag worden genoemd. 'Ik heb het af en toe nodig om lekker op mezelf te zijn. Mijn leven bestaat niet alleen uit handbal. Ik heb ook een studie nodig en vrienden buiten de sport.'
Burgers, die nog elke mogelijkheid aangrijpt om naar het ouderlijk huis in Landsmeer te vluchten, vond pas een beetje rust in Denemarken toen haar vriend Erik Oosterhof haar achterna reisde. 'Als hij er niet was geweest, had ik het hier niet volgehouden.'
Oosterhof heeft via de sponsor van de Deense club een baan gevonden in Svendborg, net als overigens de partners van Olga Assink en Monique Feijen. De mannen voetballen samen op het naburige eiland Thur en zitten tijdens de wedstrijden van GOG op de tribune. 'De cultuur verschilt niet veel van Nederland en iedereen spreekt Engels. Ik ben hier voornamelijk voor mijn meissie, maar ik wil zelf natuurlijk ook heel graag in 2004 in dat Griekse handbalstadion op de tribune zitten', aldus Oosterhof.
Naast een eigen huis, een auto, een door de club betaalde telefoonrekening (Burgers: 'Gelukkig hoef ik niet te weten hoe hoog die is') en een flink salaris, valt er weinig meer te wensen dan sportief succes. Sinds de Nederlanders - die met hun goede optreden tijdens het WK in Noorwegen in 1999 de belangstelling wekten van aansprekende buitenlandse clubs - naar Gudme kwamen, gaat het weer crescendo met de club. Nog geen anderhalf jaar geleden dreigde degradatie, nu strijden de vrouwen om de landstitel. Dat het Burgers uiteindelijk vooral om olympische deelname te doen is, is geen geheim, maar dat de weg ernaar toe geplaveid kan worden met een Deense titel is een mooie bijkomstigheid.
'En wel meer dan dat.' Kippenvel had Burgers gekregen toen ze dinsdagavond de Gudmehallerne binnenstapte en tweeduizend mensen opstonden om de speelsters toe te juichen. 'Wij kregen direct de bibbers toen we hier de eerste keer binnenkwamen en al die toeschouwers zagen. We stonden strak van de spanning. We hebben geleerd er juist van te genieten. Het is geweldig om voor zo'n enthousiast publiek te mogen spelen.'
De populariteit van het vrouwenhandbal in Denemarken kent sinds de tweede olympische titel op rij nauwelijks grenzen en de Nederlandse speelsters worden daarom op handen gedragen. Elly-An de Boer: 'Als je wint heb je vrienden. Niemand had van die Nederlandse handbalsters gehoord, nu zijn ze dolblij met ons.'
Wedstrijden worden rechtstreeks uitgezonden op tv en gevolgd door zes camera's. Kranten openen de sportpagina's met het succes van GOG (het nieuws van het vermeende dopinggebruik van Edgar Davids is naar pagina 4 verbannen) en bij tegenvallende prestaties zijn de commentaren vernietigend. De druk op de speelsters is daardoor groot.
'De eerste keer kon ik nauwelijks slapen van de spanning', zegt De Boer. 'Daar had ik in Nederland nooit last van. Soms bel ik mijn vader zelfs uit bed om na de wedstrijd nog even stoom af te blazen.'
Handballen is niet langer een vrijblijvende bezigheid. Sinds er flink betaald wordt voor aansprekende resultaten kijkt Burgers met geheel andere ogen tegen een wedstrijd aan. 'Sporten deed ik altijd omdat ik er lol in had. Nu staat er veel meer spanning op omdat het je werk is geworden. Hoe verder we komen in de play-offs, des te meer de mensen van ons verwachten. Dat is heus wel eens lastig. Je kunt niet meer gewoon lekker vrijuit voor je plezier ballen.'
Hoewel de speelsters meer dan voorheen professionaliteit en volwassenheid uitstralen, leidt de harde Deense leerschool volgens Burgers niet automatisch tot successen met het Nederlands team. De eerste kwalificatiewedstrijd op 19 mei tegen Wit-Rusland is daarvoor van doorslaggevend belang. Bij winst mag Nederland deelnemen aan het WK in Italië. Burgers: 'Maar dat duel winnen wij niet zomaar. Daarvoor zal alles op zijn plaats moeten vallen. Een team bestaat uit meer mensen dan alleen wij vijven. En de concurrentie speelt ook allemaal in het buitenland.
'De Deense handbalsters hebben alleen al een enorme voorsprong door hun opleiding bij de jeugd. Ze trainen niet eens zoveel meer als bij ons, maar worden wel door veel betere trainers begeleid. Die meiden kunnen op twaalfjarige leeftijd al bepaalde verdedigingsoefeningen uitvoeren waar ik op die leeftijd nog niet eens van had gehoord', aldus Burgers.
De talentvolle De Boer, die gedurende haar lagere schooltijd lid was van een gymnastiekvereniging, begon op die leeftijd pas met handballen. Toen klasgenootjes haar op een dag meetroonden naar een training in de sporthal was ze op slag verkocht na een uurtje rennen en sjorren met de bal.
Dat zal de Denen niet gebeuren. In de wijde omgeving van Gudme krijgt geen kleuter de kans ongemerkt de sporthal te passeren. De Gudmehallerne heeft twee handbalvelden en biedt plaats aan tweeduizend toeschouwers, ruim vier keer het aantal inwoners van het dorp.
Meer over
Geen opmerkingen:
Een reactie posten