Groene Amsterdammer In Den Haag Originele post --- Hier ---
Rokkenkapitalisme
De Tweede Kamer wil dat de Rabobank haar verantwoordelijkheid neemt voor de stikstofcrisis; ze zou mee moeten betalen aan de transitie. En wat doet de Rabobank?
De logica van de stikstofcrisis is echter vrij universeel. Sterker nog, het zal mij niet verbazen als de nabije toekomst zich voordoet als een eindeloze opeenvolging van vergelijkbaar politiek drama. De parallellen met de klimaatcrisis zijn legio. Zo circuleren er op sociale media krantenberichten van dertig jaar terug, waarin politici en wetenschappers zich uitspreken tegen de bandeloze hoeveelheden mest die toen al over het land werden uitgereden. We waren gewaarschuwd, ook op dit dossier. Het bewustzijn dat er grenzen zijn aan wat de natuur aan kan, ontstaat pas als die grenzen al ruimschoots zijn overschreden. En zelfs dan is het voor velen aantrekkelijk om domweg te blijven ontkennen dat die grenzen er zijn. ‘Het is moeilijk om een man iets te doen begrijpen, wanneer zijn salaris afhankelijk is van zijn onbegrip’, schreef de Amerikaanse schrijver Upton Sinclair al eens.
Cruciaal is de rol van het bankwezen. In de NRC verscheen een opiniestuk van Karin van Boxtel en Casper van der Kooi waarin zij stelden dat de uitkoop van boeren in feite een bail-out is. Niet zozeer van die boeren zelf, maar van de Rabobank die zo’n 85 procent van de Nederlandse agrarische sector financiert en daar zo’n veertig miljard aan leningen heeft uitstaan. Vorig jaar maakte de bank 3,7 miljard euro winst. Decennialang heeft de Rabobank boeren aangezet om verder op te schalen en te intensiveren. Veel boerenbedrijven zitten daardoor diep in de schulden. De 7,5 miljard die de overheid opzij heeft gezet voor de uitkoop van boeren dreigt zo bij de financiële architect van de stikstofcrisis terecht te komen. Niet de vervuiler betaalt, maar de vervuiler krijgt betaald.
Ik kan het me goed voorstellen dat individuele boeren de stikstofcrisis niet zagen aankomen. Maar de Rabobank is al meer dan dertig jaar op de hoogte van wat de bank traditiegetrouw het ‘mineralenoverschot’ noemt. De Tweede Kamer riep dan ook onlangs in een motie op om te onderzoeken hoe de bank gedwongen kan worden om mee te betalen. ‘Rabobank heeft de afgelopen jaren de sector willens en wetens de verkeerde kant op geduwd’, stelde pvda-Kamerlid Joris Thijssen. ‘Ze mogen nu meebetalen aan de noodzakelijke transitie.’ De bank wijst elke verantwoordelijkheid van de hand.
Het zal juridisch hout snijden, moreel is het een ander verhaal. De bank heeft politiek gezien altijd een stevige vinger in de pap gehad. De Rabobank en het cda waren lange tijd twee handen op een buik. Vooral de gewezen Rabobank-topman Herman Wijffels gold in de jaren tachtig en negentig als een invloedrijke cda-ideoloog. Onder zijn bewind voerde de Rabobank succesvol campagne tegen voorstellen van vvd-landbouwminister Jozias van Aartsen (1994-1998) om de varkensstapel met een kwart terug te brengen.
Interessant genoeg was Wijffels ook de grote voorganger van het duurzaam ondernemen, koopman en dominee ineen. Op zijn initiatief nam de Rabobank het voortouw in het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wie Wijffels’ biografie leest – De opdracht, geschreven door Jan Smit – ontdekt dat Wijffels een uitzonderlijk zachtmoedig activist was. Wijffels stelde Triodos-oprichter Bart Jan Krouwel aan. Diens pleidooi voor biologische landbouw bleek intern bij de Rabobank niet bijzonder populair. ‘Je kunt kiezen: een kop koffie en ophouden met dat gezeur over biologische landbouw, of direct weer opstappen’, kreeg Krouwel te horen van de directeur Landbouw. ‘We moeten geen klanten verliezen door idealisme.’ Toen hij Wijffels vroeg om zijn gewicht in de schaal te leggen, weigerde deze: ‘Nee, draagvlak creëren, draagvlak creëren.’ Een kwart eeuw later is dat draagvlak er nog steeds niet. De grens tussen duurzaam ondernemen en greenwashing is vaak lastig vast te stellen.
In feite zijn de Rabobank-leningen aan uit te kopen boeren stranded assets. De term duidt op ‘vuile’ investeringen die door klimaatbeleid en overheidsregulering opeens veel minder waard zijn. Banken hebben wereldwijd enorme hoeveelheden stranded assets op hun balansen staan. Ze hebben daardoor, net als de Rabobank, een concreet belang om regulering af te zwakken. Het basale probleem is dat er grote belangen gemoeid zijn bij de bestaande vuile industrieën en dat de belangen van de groene industrie die nog moet komen alleen in abstracte zin bestaan. Enkel grote potten publiek geld zullen de boel in beweging kunnen brengen. In IJsland noemt men dit ‘rokkenkapitalisme’: een verwijzing naar banken en bedrijven die zich in crisistijden achter de rokken van de staat verschuilen.
De hoogtijdagen van het neoliberalisme lijken daarmee voorbij. De staat is terug van weggeweest. Of de wereld daarmee ook rechtvaardiger wordt, valt nog te bezien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten