Oud-basketballer Jan Sikking blikt terug
Jan Sikking heeft een indrukwekkend palmares. De nu 74-jarige Delftenaar was captain van het roemruchte Raak-Punch team dat in 1975 landskampioen werd. Hij speelde bijna honderd interlands voor het Nederlands basketbalteam en hij is al 48 (!) jaar trainer/coach van Punch. Sikking hangt dit alles zelden aan de grote klok. En of zijn huidige spelers weten dat hij in de jaren '70 een groot basketballer was? Hij hoopt het. Maar verder. "Ik heb ook getwijfeld of ik wel mee zou werken aan dit artikel", bekent hij. "Het wordt al gauw zo'n oude lullen-verhaal. En het is allemaal al zó lang geleden."
Gelukkig mogen we toch langskomen. Met een beker in z'n handen komt hij van de trap af. Die trofee stond tot voor kort ergens in een kelder. Via enkele omzwervingen kwam hij bij Jan Sikking. Het blijkt dè beker te zijn die de mannen van Raak-Punch kregen toen ze in 1975 landskampioen werden. "En met het ouder worden, word ik ook wat nostalgischer", geeft hij toe. Hij kijkt er eens goed naar. "Het is natuurlijk geen mooie beker. Ik kan ook amper lezen wat erop staat. Maar die beker staat wel voor het feit dat we in die tijd goed bezig waren. Recent speelden we met Punch nog eens tegen Leiden 2. Schrijf dat maar niet op, althans... Je moet zelf maar weten wat je opschrijft. Maar toen in Leiden kwam er dus een man naar me toe. Die vertelde dat hij toentertijd zo had genoten van de duels die ik uitvocht met spelers van Parker-Leiden. 'Wat een mooie tijd was dat hé', zei hij. En dan praten we over wedstrijden van 40, 45 jaar geleden."
Hoogtijdagen
Het staat de mensen die erbij waren in het geheugen gegrift. De jaren '70 waren de hoogtijdagen van het basketbal in Nederland, maar ook in Delft. Amerikanen werden voor de sport naar Nederland gehaald. De tribunes van Sporthal de Buitenhof zaten volgepakt met toeschouwers als Raak-Punch in actie kwam. Zij genoten van spelers als Toon van Helfteren, Pieter van Tuyl, Eric van Woerkom. Jan Sikking was de aanvoerder. Publiekslieveling was de Amerikaanse Terry Foster. "Die sprong bijvoorbeeld op de jurytafel. Mensen vonden dat geweldig. Ik herinner me verder dat we samen wel vaak op feestjes kwamen en zo. Ik wil niet zeggen dat we één grote vriendenploeg waren, maar eigenlijk kon je het zo toch ook wel zo noemen. De onderlinge binding in de groep was groot. En die sfeer in Sporthal Buitenhof, dat zal ik nooit vergeten."
Jan Sikking groeide op in Amsterdam, waar hij bij 'een klein clubje' in de eredivisie begon. Eind jaren '60 kon hij de TU Delft aan de slag als sportdocent. Hij nam onder meer de Delftse studentenbasketbalploeg onder zijn hoede. Dat bleef hij doen tot de dag vandaag. In 1971 scheidde de hoofdmacht van Punch zich af van de TU Delft. "Daardoor was meer mogelijk qua sponsoring", vertelt Sikking. Dat was te merken. Nadat uitzendbureau Factotum er wat geld in stopte, kwamen spelers als Toon van Helfteren en Pieter van Tuyl naar het Delftse. "En zelfs zonder Amerikanen wonnen we in die beginjaren van ploegen met Amerikanen. En eindigden we bij de eerste drie, vier ploegen van Nederland." Later kwamen er wel Amerikanen, zoals Lace Strong, Harry Rogers en Billy Tailor. Het waren de hoogtijdagen van Raak-Punch en de spelers van toen. In 1975 werden ze landskampioen.
De jaren erop volgden andere sponsors als Rucanor en Triple Jeans. Punch slaagde er niet meer in landskampioen te worden. Jan Sikking speelde in totaal 23 jaar in de Eredivisie. Hij speelde bijna honderd interlands. "Dat hadden er meer moeten zijn", zegt hij. Maar omdat hij de eerste jaren bij een kleinere club in de hoofdstad speelde, was hij niet in beeld bij de bondscoaches. Zelf was hij ook nog een tijdlang bondscoach en assistent bondscoach. Zodoende kwam hij in landen over de hele wereld en ook achter het ijzeren gordijn. Hij was in Roemenië voorafgaand aan een groot toernooi getuige van een toespraak van dictator Nicolae Ceausescu en hij zag vooral veel armoede. "Die landen in Oost Europa waren toentertijd enorm achtergesteld. Gelukkig is dat nu wel verbeterd."
Jan Sikking wil het verder vooral niet groter maken dan het is. "Ja, ik ben heel blij dat ik de goede tijd van het Nederlands basketbal heb meegemaakt. Want van 1970 tot 1985; dat was dè tijd van het Nederlands basketbal. En ik was erbij, als speler en als coach. Dat is me in de schoot geworpen. Of ik trots ben? Dat woord zou ik niet gauw gebruiken. Maar ik ben toch wel tevreden dat ik dit mee heb mogen maken. We hebben op sportgebied met ons team in 1975 toch wel wat bereikt. En dan was ik nog aanvoerder ook. Maar, zoals ik al zei: met het ouder worden, word je ook meer nostalgisch."
Sportief
Hij speelde zelf door tot zijn 46ste, en stortte zich daarna nog meer op z'n rol als coach. Hij was en bleef sportief. Ook nu nog. Jan Sikking loopt hard, fietst graag op een racefiets of mountainbike, surft en gaat graag op wintersport. En hij is dus nog altijd trainer-coach van het eerste herenteam van Punch, dat in de promotiedivisie uitkomt. Het één na hoogste niveau van Nederland. "Met mijn assistenten Virgil Ormskerk en Bas Meeuwisse haal ik natuurlijk weleens herinneringen op. En vroeger, in de auto onderweg naar uitwedstrijden, vertelde ik ook weleens wat dingen aan m'n spelers. Hopelijk verveelde ik ze niet met m'n verhalen." Dat doet hij nu niet meer. "Het zijn jongens van 19, 20 jaar. Het leeftijdsverschil is zo groot. Ik kan met oefeningen ook niks meer voordoen.
Althans niet op een goede manier. Maar hopelijk weten ze dat ik vroeger een basketballer was. Nee, dat ga ik niet vanuit mezelf aan ze vertellen. En basketbal is, in tegenstelling tot voetbal, geen sport waarin de jeugd van nu de bekende spelers van vroeger kent." Dat is in het buitenland wel anders. Als hij in Italië vertelt dat hij tegen Dino Meneghin heeft gespeeld, of in Griekenland vertelt dat hij nog tegen Panagiotis Giannakis speelde, vallen de Zuid-Europese monden open van verbazing. Ook de mensen die deze spelers nooit hebben zien spelen kennen dergelijke spelers. "Maar in Nederland is basketbal gewoon een kleine sport", weet Sikking.
Het was wél een sport waar hij ongelofelijk veel plezier aan beleefde, "Ik zeg, als die jongens een partijtje hebben gespeeld, heel soms nog weleens tegen ze: 'Dat was een lekkere partij. Dat mis ik nog steeds en dat zullen jullie later ook gaan missen. Blijf daarom zo lang mogelijk basketballen'. Er gaat toch niks boven zelf basketballen en die bijzondere sfeer in de kleedkamer."
Eerdere Interviews met Delftse Basketball-mensen: 'Ruud Geelhoed'
Ik kan niet wachten op de volgende Interviews met Delftse Mannen/Vrouwen uit de rijke Basketbal-geschiedenis van Delft in de Delft op Zondag...Ed 'Lace' Strong, Pieter van Tuyl, Eric van Woerkom, Billy Taylor, en...en, ach het waren er zoveel! Delft op Zondag kan nog jaren vooruit!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten